De vette jaren zijn voorbij aan de Radboud Universiteit: ‘Alle faculteiten moeten aan de bak’

14 dec 2023 ,

Terwijl de managementfaculteit een vacaturestop heeft afgekondigd, schuift de bètafaculteit de uitbreidingsplannen van het Huygensgebouw op de lange baan. Jarenlang klotste het geld op de Radboud Universiteit tegen de plinten, maar nu gaat de hand weer op de knip. Wat zijn daarvan de consequenties?

Hoe snel kan de wind van richting veranderen? Binnen de Faculteit der Managementwetenschappen razendsnel, weten medewerkers en studenten sinds het begin van dit collegejaar. Jarenlang stond de financiële kraan in het Elinor Ostromgebouw wagenwijd open – alleen al aan het publiceren van alle vacatures had de faculteit haar handen vol. Met het gewenste effect, want het aantal wetenschappers binnen de faculteit groeide van 225 voltijdsbanen in 2020 naar 356 in 2023.

Deze grootschalige investering werd mogelijk gemaakt door extra geld uit Den Haag. Het kabinet spekte de universitaire begroting met onder meer stimuleringsbeurzen, studievoorschotmiddelen en sectorplannen. Het Nijmeegse college van bestuur sluisde dit geld ruimhartig door naar de faculteiten om nieuw personeel aan te trekken en zo het onderwijs te versterken.

De stijgende studentenaantallen, zeker ook aan de managementfaculteit, vulden de geldpot nog verder. Het budget van de faculteit groeide in drie jaar tijd, tussen 2020 en 2023, met 12 miljoen euro. Zelfs met stijgende kosten kon het letterlijk niet op aan de oostzijde van de Heyendaalseweg.

Financieel moeras

Tot opeens in september de alarmbellen afgingen. De faculteit verkeerde in financiële nood en het bestuur zag zich genoodzaakt om per direct crisismaatregelen te treffen. Gebeurde dat niet, dan zouden de managementwetenschappers in 2023 al 4,6 miljoen euro verlies lijden. Met een begroot tekort van 8 à 9 miljoen euro zou de faculteit in 2024 nog veel dieper wegzakken in het financiële moeras. Ter vergelijking: de faculteit krijgt jaarlijks een kleine 40 miljoen euro van het college van bestuur.

Door alle vacatures ging een streep, student-assistenten werd de wacht aangezegd en onderzoekers mochten vanaf dat moment nauwelijks nog reis- of materiaalkosten declareren. Tijdelijke medewerkers aan wie geen toezegging was gedaan voor verlenging, hadden het nakijken. Zelfs de traditionele kerstborrel gaat dit jaar niet in de vertrouwde vorm door.

Elinor Ostromgebouw. Foto: Dick van Aalst.

Het nieuws sloeg in als een bom. Van de ene op de andere dag vreesden mensen voor hun baan. ‘De onzekerheid die dat met zich meebracht, heeft echt veel schade aangericht bij medewerkers’, zegt Gaard Kets, universitair docent bij politicologie en lid van de facultaire medezeggenschap. Volgens hem was de communicatie vanuit het bestuur op dat moment nog erg summier, wat de onzekerheid nog groter maakte. ‘Het duurde vervolgens een maand voordat er meer duidelijk werd.’

Inmiddels denkt het faculteitsbestuur een goed overzicht te hebben van hoe het plotselinge financiële tekort kon ontstaan, al houdt interim-decaan Michiel Kompier nog wel een slag om de arm. ‘We zijn in onze analyse van de financiële situatie ook wel gestuit op verrassingen. Ik sluit niet uit dat er nog zo’n verrassing uit de kast komt.’

In de begroting voor 2024 schrijft de faculteit dat de huidige financiële situatie niet kan worden toegeschreven aan één enkele factor, maar het resultaat is van verschillende, elkaar soms versterkende factoren, in combinatie met beperkt toezicht op en inzicht in financiële ontwikkelingen.

Een van die factoren is een kleinere studenteninstroom dan verwacht. Omdat universiteiten hun begrotingen opstellen op basis van de verwachte studentenaantallen in de toekomst, levert een kleinere instroom al snel een probleem op. De financiële consequenties lopen in de miljoenen: voor het collegejaar 2024-2025 zal de Radboud Universiteit als geheel 7 miljoen minder van het Rijk krijgen dan waarop zij rekende.

Daar komt bij dat het loon van medewerkers in 2023 met 9 procent is verhoogd, waarvoor universiteiten niet volledig worden gecompenseerd door de overheid. Verder ontkomt de universiteit niet aan hogere kosten door inflatie en stijgende energieprijzen. Ook in crisistijden moeten de gebouwen immers worden verwarmd.

Andere werkelijkheid

Al deze externe factoren treffen de universiteit als geheel. Toch is het alleen de managementfaculteit die zo diep in de problemen zit. Wat is daar aan de hand? In de facultaire begroting wordt gerept over een ‘beperkt toezicht’ op de financiën. Dat valt te verklaren doordat afgelopen jaar de decaan en de directeur bedrijfsvoering snel na elkaar opstapten. Voormalig decaan van de sociale wetenschappen, Michiel Kompier, startte in maart als interim-decaan. De nieuwe directeur bedrijfsvoering ging in mei aan de slag. Bij hun aantreden werd hun verteld dat er ‘enkele vraagstukken’ op tafel lagen, maar niet dat er financieel grote zorgen waren. ‘Onverwacht bleek de werkelijkheid anders te zijn’, aldus Kompier.

Toch had de faculteit ook zonder bestuurswisselingen in de financiële problemen gezeten, benadrukt Kompier. De vraag die daarom blijft rondzingen, is hoe het mogelijk is dat een faculteit zo wordt verrast door een nakend miljoenenverlies. Dat geldt ook voor de medezeggenschap, die vorig jaar het faculteitsbestuur nog bevroeg over de duurzaamheid van de ingezette financieringskoers. Daar kwam toen een geruststellend antwoord op: het mocht en het kon.

‘Allerlei stimuleringskraantjes stonden open en zijn te laat dichtgedraaid’

Ook roepen de financiële problemen vragen op over het toezicht van het college van bestuur op de faculteit. Een woordvoerder van het college laat weten dat de financiën van de faculteit maandelijks worden gemonitord. ‘In de eerste drie maanden van 2023 waren de resultaten die de faculteit toonde, nog niet dusdanig zorgwekkend dat dit ingrijpen noodzakelijk maakte.’ Pas daarna kwamen de financiële zorgen bij het college aan het licht.

Kompier, die tot maart 2024 aanblijft als decaan, vindt dat de faculteit de hand in eigen boezem moet steken. ‘We kregen meer studenten en de werkdruk was pittig. Vervolgens kregen we extra middelen voor onderwijs en onderzoek en hebben we heel veel personeel aangesteld. Allerlei stimuleringskraantjes stonden open en die zijn te laat dichtgedraaid.’

Botte bijl

Wat nu? Hoe gaan de managementwetenschappers de crisis afwenden? Tot 2027 mag de faculteit bij het college van bestuur nog rode cijfers voorleggen, daarna moet er weer break-even worden gedraaid. Dat betekent dat er nog jaren van forse bezuinigingen zullen volgen. De medezeggenschap maakt zich daar grote zorgen over. Volgens Onderdeelcommissielid Gaard Kets heeft de faculteit de laatste jaren niet voor niets zoveel mensen aangetrokken. ‘Dat was achterstallig onderhoud. De managementfaculteit had de slechtste student-stafratio van de hele universiteit. Docenten hadden te maken met een enorme werkdruk.’ Door het roer nu weer om te gooien, vreest Kets dat alle inspanningen van de afgelopen jaren tenietgedaan worden. ‘Is dat wat we willen?’

‘We willen geen ontslagen, maar zullen wel taken moeten herverdelen’

Volgens hem gaat het uitdunnen van het personeelsbestand ontegenzeggelijk ten koste van de onderwijskwaliteit. Studenten gaan merken dat ze vaker een meerkeuzetoets krijgen, dat docenten vaker kiezen voor grootschalig onderwijs en minder tijd hebben voor de begeleiding van scripties. Die kant gaat de faculteit nu al op, doordat docenten niet meer kunnen terugvallen op student-assistenten en (ingehuurde) docenten van buiten.

Kets: ‘Wij zijn jaar na jaar de beste politicologie-opleiding van het land. Je moet goed nadenken wat deze bezuinigingen op de lange termijn betekenen voor de positie van een opleiding als die van ons. Anders is er het risico dat je in een neerwaartse spiraal raakt, met minder studenten en minder inkomsten.’

Decaan Kompier kijkt daar anders tegenaan. ‘Een faculteit kan niet voortbestaan zonder gezonde bedrijfsvoering. We kunnen de problemen niet verder voor ons uitschuiven. We moeten nu maatregelen nemen en ons houden aan de stapsgewijze afbouw. Dat kan en dat moet.’

Maar dat is niet het hele verhaal, stelt Kets. Jarenlang vloeide er telkens een deel van het jaarbudget van de faculteit terug naar de universiteit, omdat het geld niet werd opgemaakt. ‘Zo heeft onze faculteit fors bijgedragen aan de opbouw van de reserves van de universiteit.’ Volgens de medezeggenschap gaat het om zo’n 8,6 miljoen euro. Kets doet daarom de oproep – zeker ook richting het college van bestuur – om dit geld vrij te maken voor het opvangen van de eerste klappen en zo te voorkomen dat er met de botte bijl moet worden bezuinigd op onderwijs en onderzoek.

Maar het is niet zo dat er nog een ‘geoormerkt koffertje met goudstaven’ bij het college van bestuur in de kluis ligt, benadrukt Kompier. Zou de faculteit rode cijfers blijven draaien, dan gaat dat ten koste van de universiteit als geheel. De verliezen die de faculteit tot 2027 mag draaien, opgeteld 12 miljoen euro, komen op conto van de universiteit.

De faculteit zal dus met de hand op de knip het nieuwe jaar ingaan. Met als hoogste doel: een reorganisatie – mogelijk met gedwongen ontslagen – afwenden. De vrees hiervoor is overigens nog niet weg. Zoals decaan Kompier aangeeft, kunnen er opnieuw tegenvallers boven tafel komen. Onzeker is wat een nieuw kabinet, wellicht onder aanvoering van de PVV, gaat doen met de financiering van het hoger onderwijs. Zullen de crisismaatregelen van de faculteit dan genoeg zijn?

‘Bezuinigingen zullen gevolgen hebben voor de Nederlandse samenleving als geheel’

Hoogleraar Politieke geografie Arnoud Lagendijk – tevens bestuurder bij de Algemene Onderwijsbond (AOb) – vindt hoe dan ook dat de faculteit niet te krampachtig moet omgaan met het woord reorganiseren. Een reorganisatie wordt nu gezien als doemscenario, omdat er dan ontslagen kunnen vallen, maar de ene reorganisatie is de andere niet. ‘Bij de huidige vacaturestop vallen er gaten in de organisatie. Dan moet je kijken hoe je dit wilt opvangen. We willen geen ontslagen, maar zullen wel taken moeten gaan herverdelen. Om gezond te blijven is een functionele reorganisatie wellicht nodig.’

Rupsje Nooitgenoeg

Niet alleen aan de managementfaculteit zal met enige vrees de begroting voor volgend jaar worden opgemaakt. ‘Alle faculteiten moeten aan de bak’, zegt directeur financiën Arjen Peters. Universiteitsbreed moet Peters erop toezien dat alle afdelingen in 2027 niet méér uitgeven dan er binnenkomt. ‘Het advies van het college van bestuur is daarom voorzichtiger om te springen met de financiën, al moeten we opletten dat de kwaliteit van wat we doen hoog blijft. De werkdruk blijft een reden van zorg.’

Dat voelt bijvoorbeeld ook Radboud Services, de afdeling waar de niet-wetenschappelijke diensten onder vallen, zoals hr, marketing en vastgoed. Medewerkers merken al dat aflopende contracten niet zomaar meer worden verlengd. Teken aan de wand is dat Radboud Academy – als instituut voor ‘leven lang ontwikkelen’ een paradepaardje van de universiteit – 20 procent moet bezuinigen.

Het Huygensgebouw. Foto: Johannes Fiebig

Zelfs de succesvolle Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica (FNWI) ontkomt niet aan de pijn. En dat terwijl de bètawetenschappers te boek staan als kampioenen beurzen binnenhalen. ‘Maar hoeveel geld je ons ook geeft, het zal nooit genoeg zijn’, zegt decaan Sijbrand de Jong. ‘Wij worden vaak afgeschilderd als Rupsje Nooitgenoeg en dat is volkomen terecht.’

Ook de bètafaculteit zal maatregelen moeten nemen om in 2027 op een nulbegroting uit te komen, legt directeur bedrijfsvoering Karen de Bruijn uit. ‘De inflatie raakt ons extra hard, omdat we meer materialen, apparatuur en energielasten hebben dan andere faculteiten.’

Huisvesting is een grote kostenpost voor FNWI, omdat de faculteit relatief veel vierkante meters van de universiteit huurt. En die lasten worden steeds zwaarder. Zeker de laboratoria, die duurder zijn dan kantoorruimtes, wegen zwaar. ‘We zijn nu al twee jaar op rij geconfronteerd met 10 procent huurstijging, wat neerkomt op zo’n 1,5 miljoen extra per jaar’, zegt De Bruijn.

Extra werkdruk

Net als de managementfaculteit hebben de bèta’s het extra geld uit de Rijksfinanciering in meer personeel geïnvesteerd. Maar die extra middelen zijn voor volgend jaar al gehalveerd. Er zijn vooral promovendi aangesteld en dat is een geluk bij een ongeluk, aldus De Bruijn. ‘Die lopen er binnen een paar jaar wel weer uit.’

Keerzijde van de medaille is dat de faculteit hierdoor in 2027 zeventig tot tachtig minder promovendi uit de eerste geldstroom zal hebben dan nu het geval is. De faculteit wil dat goedmaken door zoveel mogelijk promovendi aan te stellen met geld uit de tweede geldstroom. Door voorstellen te schrijven voor NWO, bijvoorbeeld. Maar dat potje wordt ook niet groter, zegt De Jong, reden waarom hij een enorme competitie voorspelt. ‘Met alle gevolgen van dien voor de werkdruk: het duurt ongeveer een week om een voorstel te schrijven. Met een slaagkans van twintig procent moet je er gemiddeld vijf schrijven voordat je een promovendus hebt.’

‘Het is heel zorgelijk dat we in en neerwaartse spiraal terechtkomen’

Bovendien, vervolgt De Jong, gaat de faculteit een dalend aantal promovendi ook voelen aan de inkomstenzijde, want elke promotie levert een bonus van de overheid op. ‘Het is heel zorgelijk dat we in een neerwaartse spiraal terechtkomen, waardoor we niet meer kunnen voldoen aan de behoeftes uit de maatschappij. De bezuinigingen zullen gevolgen hebben voor de Nederlandse samenleving als geheel. Er komen minder van onze promovendi beschikbaar voor bedrijven als ASML.”

Ook het onderwijs zal te lijden hebben onder de bezuinigingen. Aangezien promovendi bij FNWI tien procent van hun werktijd besteden aan onderwijs, komt een verlies van tachtig promovendi overeen met acht voltijdsbanen in het onderwijs. ‘Die moeten we ergens vandaan halen’, zegt De Jong. ‘Voor stafleden of student-assistenten heb je geld nodig. Dat betekent dat er elders weer mensen moeten verdwijnen.’ Op alle mogelijke manieren zorgt dit voor extra werkdruk, verwacht hij: niet alleen in de gewerkte uren, maar ook in afnemend werkplezier, waardoor het werk zwaarder aanvoelt.

Bezemkast

Enkele jaren geleden schreef Vox over een hoogleraar van FNWI die, wegens gebrek aan ruimte, in de bezemkast werkte. Het ruimtegebrek van de faculteit is al jaren nijpend. In het Campusplan, waarin de universiteit haar blik op de campus van 2030 presenteert, staan daarom plannen om het Huygensgebouw uit te breiden, bijvoorbeeld met een extra vleugel. Het Mercatorgebouw wordt bovendien als uitwijkmogelijkheid genoemd.

Al die opties zijn voorlopig van tafel, zegt De Jong met pijn in het hart. ‘Kantoorruimte in een nieuw gebouw, al is het maar een vijfde van onze huidige capaciteit, kost al gauw een paar miljoen euro. Dat kunnen we in de huidige situatie niet betalen zonder enkele afdelingen op te heffen – waardoor we dat gebouw dus niet meer nodig zouden hebben.’

Illustratie: JeRoen Murré

Intussen probeert de faculteit het ruimtegebrek intern op te lossen. Kantoren in het Huygensgebouw worden node omgebouwd tot labruimte, omdat daar behoefte aan is – nieuwe hoogleraren hebben vaak specifieke eisen wat betreft apparatuur. In 2020 gold in het gebouw nog een norm van tien vierkante meter per persoon. Dat is inmiddels bijgesteld naar negen, en bij één afdeling loopt nu een pilot voor acht vierkante meter.

Volgens de decaan zijn de meeste mensen binnen de faculteit op de hoogte van wat er op hen afkomt. ‘Mensen zijn hier best zakelijk, ze snappen het wel’, zegt hij. ‘Maar of het psychologisch helemaal is ingezonken, weet ik niet. Laten we eerlijk zijn: op dit moment zitten we op een all time high, het is nog nooit zo goed gegaan wat betreft apparatuur en het aantal promovendi. Het is alleen jammer dat die situatie niet voor eeuwig is.’

Loyaal

Wanneer gaan medewerkers voelen dat het financieel moeilijker wordt? ‘Het laatste stukje van dit jaar gaan we al zuiniger worden’, zegt De Jong. ‘Maar in 2026 wordt het toch moeilijk’, vult De Bruijn aan. ‘Dan hebben we al een flinke slag moeten realiseren.’ Het idee is dat studenten daar voorlopig nog niets van merken, maar hoe houdbaar die situatie is, weten de bestuurders ook niet precies.

Vreest de faculteit internationale topwetenschappers aan buitenlandse universiteiten te verliezen? ‘Daar ben ik absoluut niet bang voor’, zegt De Jong. ‘Het heeft nog altijd voordelen om in Nederland te werken. Bovendien zijn deze medewerkers heel loyaal.’ Maar het aantrekken van nieuwe toppers zal wel moeilijker worden, geeft hij toe. ‘Want we kunnen hun niet zulke goede labfaciliteiten, promovendi en technische en secretariële ondersteuning aanbieden als voorheen. In Duitsland en Engeland zijn de mogelijkheden om je eigen groep op te tuigen, vaak aanzienlijk groter dan hier.’

Leuk dat je Vox leest! Wil je op de hoogte blijven van al het universiteitsnieuws?

Bedankt voor het toevoegen van de vox-app!

4 reacties

  1. L.J. Lekkerkerk (Hans) schreef op 14 december 2023 om 18:33

    Met september ’97 als startdatum is dit voor mij de derde of vierde periode met tekort bij de FdM of een onderdeel ervan. Als lid van de FOC heb ik diverse pogingen gedaan de financiële (verdeel-)systematiek van de RU en de FdM te doorgronden. Twee voorbeelden.
    1) Ooit zei CvB-vz De Wijkerslooth dat ‘die HBO-doorstromers bij Bedrijfskunde’ de RU geld kostten; ik kon hem laten zien dat die schijn gewekt werd door de ondoorzichtigheid van de geldstromen.
    2) In 2008 vond decaan Mastop het nodig om de afdeling Bedrijfskunde te reorganiseren (met 16 fte ontslagbedreigden) ‘omdat daar tekorten waren’. Heel vreemd vond ik dat; immers qua aantallen studenten moest deze opleiding toch wel de ‘cash-cow’ van de FdM zijn? En inderdaad, door niet de interne verdeelsystematiek te gebruiken, maar intern de RU-parameters (aantallen studenten/diploma’s x tarieven) op de verdeling van de Prestatie-Bekostiging Onderwijs los te laten, kon ik dat laten zien. Door interne herverdeling kwam de cash-cow in de financiële problemen …
    Kijk ik nu als FOC-lid naar informatie over de middelenverdeling dan is die nog altijd zo intransparant (van RU naar faculteiten en van Faculteit naar de afdelingen) dat het mij niet meer verbaast dat er onverwachte financiële lijken uit kasten vallen.
    Op naar meer transparantie: ik wens dhr Arjen Peters veel succes.

  2. Student schreef op 14 december 2023 om 21:33

    Als er één faculteit is waar je verwacht dat de financiën op orde zijn, is dat toch managementwetenschappen. Behoorlijk ironisch dat het juist daar een janboel is.

    • Econoom schreef op 15 december 2023 om 09:29

      XD origineel, die hadden we nog niet eerder gehoord.

    • L.J. Lekkerkerk (Hans) schreef op 15 december 2023 om 19:36

      ach, beste ‘Student’,
      Het is bijna spreekwoordelijk dat bij de loodgieter het dak lekt en dat een notaris zijn eigen testament niet op orde heeft (want veel te druk met klanten).
      Dus zo ’terecht’ is je verwachting op dit punt.

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!