Denkend aan vrouwen …
‘Mannen worden dommer in het gezelschap van vrouwen’, kopte de site NU.nl gisteren, verwijzend naar een bericht in de Daily Mail en naar onderzoekers van de Radboud Universiteit. Volgens sociaal psychologe Sanne Nauts, die het onderzoek uitvoerde met dr. Johan Karremans, ligt het iets genuanceerder.
Mannelijke studenten presteerden inderdaad iets minder goed op cognitieve taken wanneer ze verwachtten dat ze kort daarna in contact zouden komen met een vrouw. Bij vrouwen had de verwachting dat ze een man zouden ontmoeten geen invloed op hun cognitieve prestaties. Eerder onderzoek van Karremans suggereerde al dat de cognitieve controle van mannen tijdelijk kan verminderen na een kort gesprekje met een aantrekkelijke vrouw. Uit dit onderzoek blijkt nu dat een vergelijkbaar effect kan optreden wanneer mannenverwachten dat ze later met een vrouw in contact komen, zelfs als ze niet weten of deze vrouw aantrekkelijk is of niet. Het onderzoek is gepubliceerd in Archives of Sexual Behavior .
Nuancering
Het onderzoek maakt deel uit van een grotere onderzoekslijn naar het meten van het effect van allerlei typen interacties die een groot beroep doen op iemands cognitieve controle. Vooralsnog vonden de onderzoekers het te vroeg om met de resultaten in de pers naar buiten te komen, maar nu op de website van de Daily Mail en vervolgens ook enkele andere websites een bericht over het onderzoek is verschenen, vinden ze het belangrijk om het daar geschrevene te nuanceren.
Kleine verschillen
Het onderzoek is een eerste studie naar het effect van de verwachting van een interactie op cognitieve controle, een fenomeen dat nog verder onderzocht moet worden. Sanne Nauts: ‘Er is al verscheidene malen in sociaal-psychologisch onderzoek aangetoond dat een daadwerkelijke interactie met een vrouw de cognitieve controle van mannen aantast, maar dit is de eerste studie die laat zien dat het verwachten van een interactie soortgelijke gevolgen kan hebben. De verschillen in cognitieve prestaties tussen mannen en vrouwen zijn klein. Daarom er is meer onderzoek nodig om met zekerheid te kunnen concluderen dat deze tijdelijke daling in cognitieve controle in situaties buiten het laboratorium daadwerkelijk gevolgen heeft voor de cognitieve prestaties van mannen.‘
Zo zou het goed voorstelbaar zijn dat mannen beter kunnen presteren op de cognitieve controletaak wanneer ze erg gemotiveerd zijn. Verder hadden de proefpersonen in het onderzoek een gemiddelde leeftijd van 21 jaar en waren ze allemaal heteroseksueel. Het is de vraag of het effect ook bij oudere mannen en bij homoseksuele mannen optreedt. / Bets Berntsen