Een avond uit denken met Jan Bransen
Met een theatrale act op het podium van LUX en een debat na afloop breekt Jan Bransen, hoogleraar filosofie van de gedragwetenschappen, vanavond een lans voor ieders gezond verstand.
- Foto: Steven Fettig
Waar we vroeger spraken over een lastig kind buigen ouders zich nu over de nieuwste inzichten in het puberbrein, op zoek naar een zoveelste gediagnosticeerde stoornis. Iets waar wetenschappers graag aan meewerken omdat het hun bestaan lijkt te legitimeren. ‘De manier waarop de universiteit tegenwoordig in de samenleving staat is tamelijk fout’, vindt Bransen. Met een voordracht en debat lanceert hij vanavond in LUX zijn nieuwe boek, Laat je niets wijsmaken. De wetenschappers verschuilen zich volgens Bransen in hun veilige bastion met eigen taal en methode waardoor de ervaringen van alledag nauwelijks nog als zodanig herkenbaar zijn. ‘Kijk hier om je heen, velen van ons zijn hier blijven hangen omdat we bang lijken te zijn de echte wereld in te stappen.’ Hun artikelen komen niet verder dan de ‘catacomben van de universiteitsbibliotheken’, moppert Bransen. De kloof is volgens Bransen vooral problematisch omdat de wetenschappelijke methode het leven van alledag door een trechter haalt, waardoor allerhande ervaringen, zorgen en verwachtingen van mensen zijn verengd tot meetbare gegevens afkomstig uit toevallig beschikbare laboratoria. Bransen geeft in zijn boek het beeld van de wetenschappelijke hamer: uit het volle leven worden punaises aangedragen, schroeven, paperclips en bouten. ‘Maar de wetenschapper heeft niks anders dan een hamer te bieden en doet net of al die dingen spijkers zijn.’ Taal Gedragswetenschappers en burgers putten uit dezelfde ervaringen die ze in dezelfde taal zouden kunnen verwoorden, vindt Bransen: daarom zou van een kloof helemaal geen sprake hoeven zijn. Maar dan moeten de burgers zelf ophouden de wetenschappelijke expertise op een voetstuk te plaatsen. ‘We zijn allemaal expert van ons eigen leven. Het echte gezag zit in de taal, en die is van ons allemaal.’ Onderzoek eerst zelf wat er aan de hand is voordat je je kind voor consult voordraagt bij een gedragsdeskundige, zegt Bransen, die een lans breekt voor ieders eigen gezonde verstand. Laat je niets wijsmaken is de mooi gekozen titel van een fraai geschreven boek. Bij verkeerde lezing kunnen populisten ermee op de loop gaan: ‘Wij weten het met z’n allen beter want die wetenschap is ook maar een mening’, kan de conclusie zijn. Je gezond verstand gebruiken is iets anders dan blind je eigen wijsheid doordrukken, werpt Bransen tegen. Wie zijn gezond verstand op een goede manier gebruikt, onderzoekt zijn eigen vragen. ‘En dat kan ertoe leiden dat je je tot de wetenschap wendt als daar antwoorden liggen, zoals omgekeerd de onderzoeker zich tot de mensen richt.’ Bransen roept het beeld op van een markt waar onderzoekers en burgers hun gemeenschapszin tonen, met een mooie eyeopener voor de onderzoeker: “Mijn puberbrein is jouw gedragsprobleem.” / Paul van den Broek Een avondje uit denken met Jan Bransen. Vanavond in LUX. 20.00 uur. 8 euro. Met voordracht van Bransen en debat na afloop met Daniel Wigboldus en Harold Bekkering, beiden RU-hoogleraren in de psychologie.