Het einde van de meeneembare studiefinanciering?
Nederland moet de regels voor studiefinanciering in het buitenland aanpassen, zo oordeelt het Europese Hof van Justitie. De huidige regels zijn discriminerend. Betekent dat het einde van de meeneembare studiefinanciering? Nederlandse studenten die een opleiding in het buitenland volgen kunnen sinds 2007 studiefinanciering aanvragen. Om te voorkomen dat iedere EU-burger van die regeling gebruik kan maken, bepaalde het vorige kabinet dat de student in kwestie minstens drie van de voorgaande zes jaar in Nederland moet hebben gewoond. Fransman De Europese Commissie vond dat discriminerend en startte in 2009 een rechtszaak. De commissie wijst er op dat – bijvoorbeeld – een Fransman die pas net in Nederland woont en werkt dezelfde rechten heeft als een Nederlandse burger. De kinderen van de Fransman krijgen als ze in Nederland gaan studeren gewoon studiefinanciering, maar mogen deze niet meenemen als ze in het buitenland zouden willen studeren. Het Europese Hof heeft de commissie gisteren in het gelijk gesteld. Onbeheersbaar Toenmalig minister van onderwijs Ronald Plasterk stelde in 2010 dat de regeling meeneembare studiefinanciering ‘onbeheersbaar’ zou worden zonder de 3-op-6 regel. Nederland zou de meeneembare studiefinanciering dan moeten ‘heroverwegen’. Een woordvoerder van staatssecretaris Zijlstra laat weten nog niet op de uitspraak te willen reageren. ‘We bestuderen de uitspraak en komen spoedig met een reactie.’ Consequenties Voor studenten die aan een Nederlandse universiteit ingeschreven staan en via hun opleiding een periode in het buitenland gaan studeren heeft een eventuele wijziging van deze regels geen consequenties. Maar een student die in Nederland een bachelor haalt en vervolgens een master aan een buitenlandse universiteit wil volgen, komt als het Haagse ‘heroverwegen’ leidt tot afschaffing tijdens dat masterjaar niet meer in aanmerking voor studiefinanciering. / HOP / Mark Merks