Hoe liedjes overleven
Gers Pardoel en Doemaar deden het met hun nummer ‘Liever Dan Lief’. En Ali B doet het met oude rotten als Rob de Nijs. Populaire liedjes een nieuw jasje geven zodat ze weer up to date zijn. Maar ze moeten niet denken dat ze nieuw bezig zijn. In de zestiende eeuw deden ze niet anders. Dat blijkt uit het proefschrift van Neerlandicus Jos Houtsma over het populaire lied in de zestiende eeuw. Nederlanders zongen in die tijd veel, getuige de vele opgetekende liedjes uit die tijd. Op straat, thuis, op het werk, overal werd gezongen. ‘Uit Frankrijk bijvoorbeeld kennen we nauwelijks liedjesbundels, maar Nederlandse bundels uit die tijd zijn er genoeg.’ Houtsma bestudeerde een liedjesboek van een inwoner van Zutphen, die het waarschijnlijk gebruikte bij het dansen. Houtsma selecteerde twaalf liedjes en vergeleek ze met andere liedjes uit die tijd. Hij was verbaasd over de mengelmoes die de liedjes in de bundel uiteindelijk bleken te zijn. Sommige waren volledig opgebouwd uit strofes van andere liedjes. ‘Als liedjes populair zijn, worden ze opgepikt door mensen en veranderen ze ook, want mensen zetten ze naar hun hand. Kennelijk is dat de manier waarop liedjes overleven. En nog steeds. Zo’n rapper als Pardoel pikt een melodie op van pakweg dertig jaar oud en maakt het up to date. Zo gebeurde dat ook in de zestiende eeuw. Wat de schrijvers in feite doen is nieuwe composities maken op basis van de oude.’ Op de receptie (16.30 uur) vandaag na zijn promotie in de Aula brengen drie vrienden van Houtsma twee zestiende-eeuwse liedjes van de Zutphenaar ten gehore. Op een zestiende eeuwse manier, met een zestiende eeuws instrument? Houtsma: ‘Nee natuurlijk niet, als je zo’n liedje speelt moet je het spelen in de wereld van nu. Precies zoals ik concludeer in mijn onderzoek. Door een lied naar de wereld van nu te halen, houd je zo’n lied vitaal.’/ Martine Zuidweg