Ik (w)eet wat jij eet
Vrouwelijke tafelgenoten passen hun eetgedrag aan elkaar aan. Ze houden zelfs minutieus bij hoeveel de ander eet. Al zijn ze zich daar niet van bewust. Zet twee vrouwen bij elkaar aan tafel die elkaar niet kennen en binnen een minuut of tien heb je een levendige conversatie. Soms zelfs zo diepgaand dat gedragsonderzoeker Roel Hermans, die met een verborgen camera toekeek, dacht: ‘Jeetje, is dit niet een beetje té?’ Hun eetgedrag – en dat is wat Hermans bestudeerde – is, net als de conversatie, gericht op een gezellig samenzijn. Grijpt de ene vrouw een handje M&M’s, dan kun je er donder op zeggen dat haar tafelgenote dat ook doet. Ook bij het ontbijt en de avondmaaltijd lieten de proefpersonen hun inname beïnvloeden door dat van de ander. Bij het avondeten gingen ze meer eten als de tafelgenoot dat ook deed en minder als de ander weinig tot niets at. Ontbijt de tafelgenoot niet, dan eten ze zelf ook minder. In negen experimenten heeft Hermans de invloed van tafelgenoten op elkaars eetgedrag onderzocht. In acht van de negen experimenten waren de proefpersonen vrouwen, vooral studentes psychologie en pedagogiek. Hun tafelgenoot was een actrice die Hermans eet-instructies gaf via een lampje bovenin de ruimte, buiten het gezichtsveld van de proefpersonen. In één experiment waren mannen proefpersoon. Zij zaten met een mannelijke acteur te eten. ‘Omdat we steeds zagen dat vrouwen zich zo sterk lieten beïnvloeden door het eetgedrag van anderen, hebben we ook een experiment gedaan met mannen. We zagen dat mannen zich in hun eetgedrag veel minder lieten beïnvloeden door het eetgedrag van een andere man.’ Überhaupt trekken ze zich minder aan van de ander, was de indruk van Hermans. ‘Het was soms schrijnend om te zien hoe sommigen ongeïnteresseerd voor zich uit keken met hun tafelgenoot tegenover zich.’ Uiterlijk Nee, dan de dames. In de experimenten van Hermans deden de studentes hun uiterste best om een goede indruk te maken. Zeker als ze hun tafelgenote niet zo goed konden peilen. Ook het uiterlijk bleek van belang. Als de tafelgenote bijvoorbeeld net als zij een normale lichaamsbouw had, volgden ze haar eetstijl. Met een slanke den tegenover zich waren ze daar minder toe geneigd. ‘Dat heeft waarschijnlijk ook te maken met de negatieve vooroordelen die gepaard gaan met veel eten. De slanke tafelgenote kan hen extra bewust hebben gemaakt van hun eetgedrag.’ Het imitatiegedrag was drie keer sterker aan het begin van de maaltijd dan aan het eind. Ook dat zou weer te maken kunnen hebben met de indruk die de vrouwen willen wekken. ‘Als je iemand niet kent, zijn de eerste minuten cruciaal. Imitatie zorgt ervoor dat je op hetzelfde level komt als je tafelgenoot. Zo van: ik doe hetzelfde als jij, dan vind je me in elk geval niet raar.’ Dat vrouwen meer bezig zijn met eten en vaker lijnen, is wel bekend. ‘Maar wat mij echt heeft verbaasd is dat vrouwen precies bijhouden wat hun tafelgenoot eet. Als je ze bijvoorbeeld achteraf vraagt hoeveel M&M’s de ander heeft gegeten, zeggen ze bijvoorbeeld ‘22, 23’ en dan zitten ze er opvallend dichtbij! Mannen hadden daar achteraf veel minder een idee van. En als je vrouwen vraagt: heb je je gedrag aangepast aan je tafelgenoot, zegt 9 van de 10 nee. Dat is natuurlijk merkwaardig. Aan de ene kant tel je de M&M’s van de ander maar tegelijk besef je niet dat je de ander kopieert.’ / Martine Zuidweg Roel Hermans promoveert donderdag 21 februari op zijn onderzoek.
Robert Arpots schreef op 11 februari 2013 om 12:28
“Vrouwelijke tafelgenoten passen hun eetgedrag aan elkaar aan. […] Als de tafelgenote bijvoorbeeld net als zij een normale lichaamsbouw had, volgden ze haar eetstijl. Met een slanke den tegenover zich waren ze daar minder toe geneigd.”
Vraag: wat is een “normale lichaamsbouw”? Is een “slanke den” dan geen “normale lichaamsbouw”? Ik hoop toch echt dat in het onderzoek een paar noodzakelijke definities staan.
Vraag: “Vrouwelijke tafelgenoten passen hun eetgedrag aan elkaar aan”, maar als ze een slanke den tegenover zich hebben, doen ze dat niet. Dus? Dan passen vrouwen zich juist aan aan elkaars eetgedrag aan, zou ik zeggen.
En waarom zijn alleen studentes psychologie en pedagogie proefpersonen geweest? Misschien zijn vrouwen die dat soort studie kiezen nou juist van die kopieervrouwen. Misschien doen bèta- en/of geneeskunde-vrouwen dat niet. En één experiment met mannen. Duh!
Robert Arpots schreef op 11 februari 2013 om 12:30
“Dan passen vrouwen zich juist NIET aan aan elkaars eetgedrag, zou ik zeggen” moet ’t zijn.
Roel Hermans bij De Wereld Leert Door | Vox magazine schreef op 26 februari 2013 om 07:51
[…] doet hij op zijn gemak zijn onderzoek uit de doeken. Hij heeft er inmiddels ervaring mee, want zijn studie naar etende vrouwen die elkaar na-apen was vorige week een ware mediahit. ‘Kun je nog wel goed slapen, nu je 750 […]