Home » Nieuws » ‘Ik wilde eigenlijk helemaal niet naar huis’
‘Ik wilde eigenlijk helemaal niet naar huis’
22 nov 2012
De bètafaculteit viert vandaag het 55-jarig bestaan. Grote publiekstrekker is André Kuipers. Hij sprak aan het eind van de middag in een vol Huygensgebouw honderden studenten en medewerkers toe.André Kuipers tijdens de lustrumviering FNWI. Foto: Bert Beelen Het is druk in de hal van het Huygensgebouw. Zo rond half vijf staan er honderden studenten en medewerkers te wachten. Onder hen Daan, Yara en Harm, alledrie studenten Natuur- en Sterrenkunde. Ze zijn speciaal voor de lezing van astronaut André Kuipers gekomen. Het drietal is nieuwsgierig naar de onderzoeken die hij in de ruimte heeft uitgevoerd, maar ook naar het leven aan boord van een ruimteschip: wat doe je dan eigenlijk als je niet aan het werk bent? Kuipers is sinds zijn ruimteavonturen een veelgevraagde spreker. En het wordt al snel duidelijk waarom. Hij vertelt gemakkelijk en plezierig. Startpunt is de vraag: waarom gaan we de ruimte in? ‘Om dezelfde reden waarmee Columbus aan zijn zeilreis begon: om te ontdekken.’ Ruimtevaart, aldus Kuipers, begon met de dromers, toen kwamen de denkers, daarna de doeners en tot slot de durfals: degenen die besloten te gaan. Aan zijn tijd in de ruimte bewaart Kuipers louter goede herinneringen. Hij mist het zelfs wel. ‘Ik heb er 193 dagen gezeten en wilde eigenlijk niet naar huis. Het is prachtig om vanuit de ruimte naar de aarde te kijken. Het Noorder- en Zuiderlicht, onweer, het is zo mooi.’ Tijdens de lezing laat de Nederlandse astronaut foto’s zien die hij zelf gemaakt heeft. Tipje: hij heeft veel foto’s geüpload, die zijn hier te vinden. De derde Nederlandse ruimtevaarder ooit vertelt verder over de training, over het leven aan boord. ‘Zweven is het leukste dat er is, daar hebben we veel lol mee gehad. Het maakt simpele dingen wel lastiger: als je scheert moet je er een stofzuiger bij houden, anders zweven de haartjes weg.’ Een ander voorbeeld: ‘Slapen op een kussen of matras gaat niet, dat zweeft weg. Je hangt dus gewoon in de slaapzak, zwevend in de ruimte.’ Het hele ruimtestation zit van binnen onder de dubbelzijdige tape: gereedschap kun je niet zomaar laten slingeren, dus moet weer vastgeplakt worden. Tijd om uitgebreid op zijn onderzoek in te gaan heeft Kuipers helaas niet. Hij vertelt dat hij 55 experimenten heeft uitgevoerd en ook als ‘guinea pig’ diende bij (bijvoorbeeld) uithoudingstests, maar de anekdotes hebben de overhand. Hoe het is om weer terug te zijn op aarde? ‘Het eerste half jaar doet alles pijn, je hoofd en lijf moeten weer wennen aan de zwaartekracht. Ik was ongeveer acht procent botvolume kwijt, en ook veel spiermassa.’ Hij glimlacht. ‘Ook aan andere dingen moet je wennen. Ik kreeg in de helikopter, toen ik net uit de capsule kwam, een flesje water. Na een paar slokken genomen te hebben liet ik het gewoon los: het ding viel natuurlijk op de grond. Dat was ik niet meer gewend.’ Na de lezing en het beantwoorden van een paar vragen houdt Kuipers het na een ruim uur voor gezien; decaan Stan Gielen neemt het woord en verklaart dat de tap open kan en het feest gaat beginnen. De studenten praten nog wat na. Susette en Judith, studenten moleculaire levenswetenschappen, vonden het een goed verhaal. Susette: ‘Ik vond de verhalen over het dagelijks leven in zo’n station heel interessant.’ Judith: ‘De foto’s van de aarde, die vond ik indrukwekkend.’ / Bregje Cobussen & Mark Merks Zie voor meer ons liveblog.
Winegums en higgsdeeltjes | Vox magazine schreef op 24 november 2012 om 19:30
[…] Olsthoorn bedoeld voor iedereen. (Voor studenten organiseerde de faculteit afgelopen donderdag een lustrumviering). Olsthoorn: ‘Met onze activiteiten spelen we in op de actualiteit. Zo zijn er colleges over […]
Winegums en higgsdeeltjes | Vox magazine schreef op 24 november 2012 om 19:30
[…] Olsthoorn bedoeld voor iedereen. (Voor studenten organiseerde de faculteit afgelopen donderdag een lustrumviering). Olsthoorn: ‘Met onze activiteiten spelen we in op de actualiteit. Zo zijn er colleges over […]