Joep Bos-Coenraad: De banen liggen op straat
In Zeeland, Limburg en Maastricht werd afgelopen dinsdag een hele bijzondere ‘Dag van de Arbeid’ gevierd: terwijl ik op deze feestdag hard aan de arbeid was om verdere vertraging van mijn masteronderzoek te voorkomen, toverde Ivo Opstelten er in Zuid-Nederland *floeps* honderden banen bij. Het is alleen een beetje jammer dat drugsdealers op straat geen inkomstenbelasting en ook geen btw betalen – overigens betalen coffeeshops ook geen btw, maar dat terzijde. De wietpas is natuurlijk een kindje uit de baarmoeder van het CDA, bedoeld om softdruggebruik verder te criminaliseren. ‘Wat de boer niet kent, vreet ‘ie niet’. Niet dat gebruik hierdoor effectief wordt ontmoedigd, dat doet het elders ter wereld ook niet, maar het lijkt een lekker gevoel te geven om te verbieden wat je zelf toch niet gebruikt. Het excuus ttegengaan van drugstoeristent lijkt me onzin, dat kan nu ook met een paspoort. Ik snap de noodzaak om te discrimineren op nationaliteit sowieso niet. Plemp wat extra shops langs de grens en klaar is kees. Maak er een legale markt van net als met andere geaccepteerde drugs als alcohol, pralines en Oh Oh Cherso en er is in no-time 300 miljoen per jaar te verdienen – aldus het CPB (zie GL_324 Zw24). Mark en Maxime zullen het vast serieus hebben overwogen maar uiteindelijk tot de conclusie zijn gekomen dat de melkkoe ‘langstudeerboete’ prettiger in het gehoor ligt. Zou u zich met naam en toenaam laten registreren bij uw kroeg als er een zelfde taboe op alcoholgebruik lag als men op softdrugs wenst te heroveren? Alles dat wordt bijgehouden kan op een dag op straat komen te liggen. Geruime tijd geleden werd mij verzocht mee te werken aan een antecedentenonderzoek van een goede vriendin. Een pientere dame met een brandschone lei. Maar dat we in het verleden sporadisch een lekker jointje rookten bleek iets waar de ondervrager zich niets bij voor kon stellen. ‘Waarom zou iemand dat doen? Dat is toch nergens voor nodig?’ Neuh, het is ook niet nodig om een lekker biertje op het terras te drinken, maar het kan desalniettemin heerlijk sfeerverhogend werken. Natuurlijk zijn er uitzonderingen die meer blowen dan een gezond functionerend mens kan hebben, maar dat argument heeft alcohol ook nooit uit de supermarkten kunnen krijgen. Voor de maatschappij onschuldige recreatieve softdruggebruikers zijn, net als alcoholgebruikers, door alle lagen van de bevolking te vinden. Slechts dankzij het taboe van de verwijtende ‘mag-niet’ partijen lopen velen daar niet mee te koop. Dat is jammer, want zo ziet men enkel de probleemgebruikers om 10.00 uur ’s ochtends met hun ongewassen en dito geschoren stonede porems op het station. Door veranderde omstandigheden is het er de laatste jaren nauwelijks meer van gekomen, maar op een mooi en rustig moment zal ik graag weer eens tijd maken voor een smakelijk, ontspannend, sfeerverhogend licht jointje. Big Brother gaat dat echter geen moer aan, daarom vrees ik dat coffeeshop De Vliegende Toverlamp mijn onschuldige bestelling zal mislopen aan de junk in de steeg.