LSVb: ‘Nog steeds misleidende voorlichting.’
Opleidingen bestoken studiekiezers nog steeds met ‘misleidende’ en ‘incomplete’ informatie, concludeert de Landelijke Studenten Vakbond. Claims in brochures zouden niet betrouwbaar zijn. Voorlichtingsfolders moeten ‘objectief’ en ‘vergelijkbaar’ zijn, stelt de LSVb in een onderzoek naar voorlichtingsmateriaal. Zeker nu het steeds belangrijker wordt om op tijd af te studeren en er niet meer oneindig van opleiding geswitcht kan worden. Maar er moet nog veel verbeteren, schrijft de bond na het vergelijken van 101 brochures van dertien universiteiten, waaronder twaalf brochures van Nijmegen. Te vaag Volgens het onderzoek ontbreekt in veel brochures voor studenten relevante informatie. Zo geeft de helft van de brochures geen inzicht in het aantal contacturen, meldt nog geen 40 procent het aantal eerstejaars, en verschaft 58 procent inzicht in de gemiddelde grootte van de werkgroepen. De omschrijvingen zijn te summier en vaak te vaag, meent de LSVb. Volgens het onderzoek moeten universiteiten harde cijfers geven, die onderling vergelijkbaar zijn. Karakter De Radboud Universiteit laat ook steken vallen, aldus de onderzoekers. Zo meldt maar een van de twaalf onderzochte brochures het aantal eerstejaars, verschaft een kwart informatie over de grootte van werkgroepen en is ook maar een van de twaalf helder over de uitval van eerstejaars. Ook is het in Nijmegen – net als elders – geen gemeengoed om iets te zeggen over de gewenste karaktereigenschappen of benodigde basiskennis voor het welslagen van de studie. Vijf van de twaalf brochures zeggen iets over karaktereigenschappen. Ronkende teksten Het onderzoek heeft de claims in de brochures gekoppeld aan de Nationale Studenten Enquête en de beoordelingsrapporten van onderwijskeurmeester NVAO. Regelmatig wordt een loopje genomen met de feiten, aldus de conclusie. Zo berust de claim dat de opleiding over ‘fantastische faciliteiten’ beschikt, slechts in dertig procent van brochures op harde feiten. Alle brochures komen bovendien superlatieven tekort om de steden te typeren, vaak gebaseerd op subjectieve waarnemingen. De LSVb roept de makers op dit soort ronkende teksten achterwege te laten. Bijsluiter Pim van Zanen, mede verantwoordelijk voor de voorlichting in Nijmegen, kan zich wel vinden in de aanbeveling om zo veel mogelijk harde gegevens in de brochures op te nemen. Dat in veel Nijmeegse brochures bepaalde harde gegevens nog ontbreken, heeft te maken met een landelijk project om alle studies te voorzien van een ‘bijsluiter’, die onder meer informatie bevat over studiesucces, baankansen en studenttevredenheid. ‘Als de criteria voor de gegevens in die bijsluiter voor iedere universiteit helder zijn, gaan we in alle brochures de noodzakelijke feiten opnemen’, zegt Van Zanen. Het ministerie wil in 2014 die bijsluiter in het hele hoger onderwijs gerealiseerd zien. Feiten Van Zanen zal niet alle aanbevelingen in het onderzoek overnemen. ‘Het is niet te generaliseren welke karaktereigenschappen tot studiesucces leiden.’ En in de passages over de ronkende stadspromotie herkent hij zich niet. ‘Op dit punt zijn we juist heel feitelijk. Onze brochures zeggen iets over het aantal verenigingen, culturele voorzieningen en hoeveel terrassen er in de stad zijn. Op basis van die feiten rijst een beeld van de stad op.’ / HOP, Paul van den Broek