Nieuwe stadsdichter is ook RU-surveillant
Marijke Hanegraaf (1946) is de nieuwe stadsdichter van Nijmegen. Ze volgt Dennis Gaens op. Hanegraaf is de eerste vrouwelijke stadsdichter. En ze heeft een bijzondere band met de Radboud Universiteit: ze surveilleert bij tentamens. Op donderdag 31 januari wordt Marijke Hanegraaf officieel aangesteld als stadsdichter tijdens het eerste Nijmeegs Poëziefeest in Bibliotheek De Mariënburg. Ze draagt dan ook voor. Hanegraaf is pas relatief laat begonnen met dichten. In 2001 debuteerde ze met de bundel Veerstraat. Een jaar later werd ze genomineerd voor de C. Buddingh-debuutprijs. In 2006 verscheen Proefsteen en in 2010 Restruimte. Proficiat. Bent u blij? ‘Natuurlijk, maar ik moet ook nog een beetje aan het idee wennen. Ik ben niet bepaald een podiumdichter. Dicht juist liever achter mijn bureau. Daarin zal ik me de komende tijd moeten ontwikkelen. Maar dat maakt dit stadsdichterschap ook tot een enorme uitdaging.’ Uw voorgangers hebben het stadsdichterschap wat opgerekt. Zo zorgde Dennis Gaens voor opschudding met een ‘verzoeningsgedicht’ dat Arnhem heette. Hebt u voor uzelf al een opdracht geformuleerd? ‘Toen ik het stadsdichterschap aanvaardde heb ik me twee dingen afgevraagd: moet ik nu eenvoudiger gaan schrijven? Meer naar de mensen toe? Ik vind van niet. En moet ik nu vooral positieve gedichten schrijven, of mag ik ook kritisch zijn? Ik vind dat het mag, maar dat het niet hoeft. Ik ga mezelf dus niets opleggen, ik blijf wie ik ben en hoe dat tot uiting komt in deze taak zullen we wel zien.’ Nijmegen heeft sinds 2005 een stadsdichter. Uw voorgangers waren Merijn Hilte, Victor Vroomkoning, Jaap Robben en Dennis Gaens. U bent dus de eerste vrouwelijke stadsdichter. Wat gaat u anders doen dan die mannen? ‘Niets. Als straks blijkt dat ik het stadsdichterschap heel anders invul dan de mannen voor mij, dan is dat misschien omdat ik een vrouw ben of misschien omdat ik nogal wat ouder ben dan de twee die mij voorgingen. Maar misschien is het ook gewoon omdat ik ik ben.’ Hebt u een speciale band met de Radboud Universiteit? ‘Ja, ik kom er regelmatig, gemiddeld een keer of vijf in de maand. Ik surveilleer bij tentamens. Vandaag toevallig bij rechten. Een leuke baan voor erbij. Ik hoef niet regelmatig op te komen draven, maar kan wel nog af en toe wat werken. En het is leuk om wat tijd tussen studenten door te brengen. In de tentamenzaal probeer ik ze op hun gemak te stellen. Een tentamen maken is immers spannend. Maar er zijn er ook bij die proberen misbruik te maken van de situatie. Daar moet je bedacht op zijn. Ik heb er zelfs ooit een gedicht over geschreven. Dat heet Donderdag.’ Kunnen we nog meer gedichten over de RU verwachten tijdens uw stadsdichterschap? ‘Op dit moment haal ik mijn inspiratie uit de stad. Daar gebeurt nu zo veel. Mijn eerste gedicht als stadsdichter gaat bijvoorbeeld over de Waalkade, waar nu van alles verandert met het aanleggen van de nevengeul. Ook de verbouwing van Plein ’44 inspireert me. Mijn gedachten zijn nu vooral in het centrum, maar dat kan ook zo weer veranderen.’ / Bregje Cobussen
Nieuwe stadsdichter is ook RU-surveillant | Bregje Cobussen schreef op 8 maart 2013 om 09:31
[…] En ze heeft een bijzondere band met de Radboud Universiteit: ze surveilleert bij tentamens. Ik interviewde […]