Nijmeegs Boekenfeest: Sturm und Drang
“Als je de top drie van de Nederlande literatuur op het podium weet te lokken, en dat ook nog eens lardeert met de Sturm und Drang van aanstormend schrijverstalent, dan doe je iets goed.” Zo start de lovende recensie van De Gelderlander over het zesde Nijmeegs Boekenfeest.
Die top drie bestond uit Tom Lanoye, Peter Buwalda en Raoul Heertje. Lanoye stal de show met fragmenten uit zijn toneelstuk Sprakeloos, naar het gelijknamige boek over zijn moeder. Nijmegen kreeg hiermee de primeur van de show waarmee Lanoye aan het einde van de boekenweek in Carré staat.
Buwalda werd meeslepend geïnterviewd over zijn toegewijde schrijversschap: “Toen ik aan Bonita Avenue werkte, had ik jarenlang geen ruimte voor andere dingen, ik wilde niet eens op vakantie.” Ook bevroeg Jasper Henderson hem over de aspecten uit zijn leven die terug te vinden zijn in zijn boek: van zijn liefde voor judo en muziek tot het krampachtig blijven doen alsof zijn stiefvader zijn echte vader was.
Raoul Heertje kreeg, hoe kan het ook anders, de lachers op zijn hand met zijn voordracht uit Mark Rutte is lesbisch. Hierin ageert hij tegen de ‘circuswetten’ waaraan iedereen moet voldoen: het publiek, de media, of bijvoorbeeld de ober in het restaurant die zegt: “Ik heb voor u meegenomen..” en dan opdreunt wat je vijf seconden geleden bij hem hebt besteld. Heertje: “alleen in een telepatisch restaurant waar je je bestelling niet door hoeft te geven, heeft het zin dat de ober dat zegt.”
Het thema van de Boekenweek, Vriendschap en andere ongemakken, inspireerde de Nijmeegse stadsdichter Dennis Gaens tot een stadsgedicht over Arnhem: “We zouden vrienden moeten worden. Maar als dat niet lukt zouden we broers en zussen kunnen zijn, want die schreeuwen, terwijl ze ergens wel beter weten.”
Wouter Sanderse en Tim Houwen, beiden promovendus filosofie aan de RU, gingen onder leiding van Maïté Tjon A Hie in gesprek over vriendschap. Tijdens dit gesprek van het Soeterbeeck Programma stond een aantal hedendaagse vragen rond vriendschap centraal. Voor de beantwoording daarvan werd geput uit de eigen ervaringen van de sprekers, aangescherpt met de concepten van een aantal filosofen.
Volgens Wouter Sanderse is, naar Arostoteles, de beste vriendschap, of misschien beter: de meest bestendige vriendschap, die waarin het gaat om het karakter van de ander. Andere redenen voor vriendschap zijn nut (zoals bij collega’s) en plezier (omdat je plezier ontleent aan de vriendschap, door dingen die je samen onderneemt, zoals uitgaan of sporten). Als het nut of het plezier wegvalt, dan is de kans dat die vriendschappen ophouden groot. Maar bij vriendschap waarin het om karakers draait, is dat niet zo, hoewel ook die vriendschappen nuttig en plezierig kunnen zijn.
Michel de Montaigne en Friedrich Nietzsche zetten zich af tegen het idee van moderne vriendschap. Van Montaigne is dan ook de beroemde uitspraak, het antwoord op de vraag waarom hij van zijn overleden vriend Etienne de la Boétie hield: ‘Omdat hij het was, omdat ik het was.’ Hier zijn volgens hem geen verdere argumenten voor te geven.
Tim Houwen wees nog op het belang van minder goede vrienden. Die heb je ook nodig, zegt hij. Echte vrienden kun je maar heel weinig hebben, maximaal vier of vijf. Als de minder goede vrienden/ kennissen geen rol in je leven spelen, dan kan het best eenzaam worden.
Verder werd er gesproken over politieke vriendschap, social media en het verschil tussen vriendschap en liefde. Er waren muzikale intermezzo’s van Anke Niessen en Robert Renzema, met piano en zang brachten zij nummers over vriendschap ten gehore.