Opwarmen voor De Tocht: met Maria Hopman
De laatste was in ’97. Giet it oan? Of giet it toch niet? Heel Nederland lijdt aan de Elfstedenkoorts, nu het eindelijk stevig vriest. Daarom warmen wij deze week vast op voor de tocht der tochten. Vandaag met hoogleraar Fysiologie Maria Hopman, die alles weet over vocht- en temperatuurhuishouding bij duursporten. ‘Vergeet niet te drinken.’
Hoogleraar Maria Hopman geniet onder meer faam vanwege haar onderzoek onder Vierdaagselopers, waarbij ze nauwkeurig oog houdt op het vochtverlies bij warme omstandigheden. Het verlies dat bij die zomerse lopers kan oplopen tot wel drie liter per uur halen de schaatsers niet. Maar pas op, waarschuwt Hopman. ‘Te meer omdat je er niet aan denkt. Bij mensen die wat heviger transpireren, kan het verlies oplopen tot een halve liter per uur. Je verliest vanwege de droge lucht veel vocht door de ademhaling.’
Gevaren waar iedereen wél op beducht is zijn onderkoeling en bevriezing. Die bevriezing geldt met name lichaamsdelen als tenen, oren en vingers. De onderkoeling treedt vooral op als je te lang stilstaat. ‘Zo lang je blijft schaatsen, zal het meevallen. Zeker als de temperaturen niet te extreem zijn. Maar je kunt beter niet te lang stilstaan. Ook toeschouwers moeten er rekening mee houden.’ Heel bepalend zijn de temperatuur en de wind, maar kijkend naar het weer aanstaand weekend – wanneer de tocht mogelijk wordt verreden – ziet Hopman geen reden tot zorg. ‘Rond het vriespunt. Dan is gevaar op onderkoeling nauwelijks aan de orde.’
Hopman heeft niet alleen wetenschappelijke belangstelling voor de tocht. Ze schaatst ook mee. Ze is weliswaar uitgeloot voor deelname, maar ze voegt zich bij het legertje dat ‘illegaal’ gaat meerijden. Ook in 1997 was ze uitgeloot en ook toen reed ze de tocht uit. ‘Ik kan niet blijven wachten tot ik een keer wél wordt ingeloot. Je bent zo weer vijftien jaar verder.’ Of het doorgaat? Hopman kan er vanmiddag geen zinnig woord over zeggen. ‘We lijken nét wat vorst te kort te komen, maar wie weet.’ / Paul van den Broek