Oud-directeuren vegen vloer aan met opheffing instituut
Bij het opheffingscongres gisterenmiddag hadden de oud-directeuren van IOWO geen goed woord over voor de ontmanteling van hun voormalig instituut. IOWO, gespecialiseerd in onderwijsadvies en onderzoek naar onderwijs, is onlangs opgesplitst. ‘Dit is een droevige bijeenkomst’, zei oud-directeur Hans van Hout (foto) gisterenmiddag. ‘Het IOWO is veel te vroeg overleden.’ Onder meer vanwege afnemende opdrachten op de externe markt – het instituut draaide drie jaar op rij verlies – werd eerder dit collegejaar besloten tot opheffing van het voormalig onderwijsbolwerk, waar ooit meer dan vijftig onderzoekers en adviseurs aan waren verbonden. Na jaren van gerommel werd de knoop doorgehakt: een deel van de 22 overgebleven werknemers gaat verder onder de vlag van onderzoeksbureau ITS, een ander deel (tien onderwijsadviseurs) worden beleidsmedewerker van de universiteit. Frisse blik Tijdens het afsluitend debat gisterenmiddag hadden de spreker geen goed woord over voor de inkapseling van de onderwijsadviseurs. ‘Jammer dat het IOWO intern wordt’, zei Arlette van Lint, vice-voorzitter van de studentenraad. ‘Een frisse blik van adviseurs van buiten is beter.’ Anneke Smelik, hoogleraar in de letterenfaculteit, roemde de bijdrages van de adviseurs aan haar opleiding. ‘Als je onderwijs zo hoog in het vaandel hebt staan als onze universiteit, is het wonderlijk om dit soort instituten op te heffen.’ Vrees Oud-directeur Jos Willems vreest dat het advieswerk in de nieuwe constellatie onvoldoende uit de verf gaat komen. ‘Het advies dreigt zich te veel te richten op de docent, en niet op het curriculum, laat staan op het onderwijssysteem.’ Juist nu in het hoger onderwijs de discussie is losgebarsten over de verhoging van onderwijsrendementen, is advies in bredere context broodnodig, vindt hij. ‘Je hebt in zo’n instituut een breed spectrum aan expertise nodig. Maar hier wordt de omgekeerde weg bewandeld.’ Juist nu Hans van Hout, vanaf midden jaren zeventig ruim vijftien jaar directeur, wees op de druk die momenteel van alle kanten op het hoger onderwijs wordt uitgeoefend. ‘De maatschappij stelt steeds meer eisen, zoals ook weer blijkt uit de jongste plannen van staatssecretaris Zijlstra.’ Juist in dit tijdsgewricht hebben decanen, managers en een college van bestuur ondersteuning nodig, aldus Van Hout. ‘De aansturing op dit punt valt weg. Dat kan niet goed gaan. Het IOWO is veel te vroeg overleden.’ Paul Deneer, de laatste directeur van IOWO onder wiens gezag de opsplitsing van het instituut heeft plaatsgevonden, was vanochtend onbereikbaar voor commentaar. / Paul van den Broek