Radboud Universiteit doet mee aan landelijk onderzoek eetgedrag
De Radboud Universiteit gaat samen met de Wageningen Universiteit en de Universiteit Twente onderzoek doen naar het koop- en eetgedrag van consumenten. Ook commerciële partijen doen mee aan het project.
Het is een groot project waarbij – naast genoemde universiteiten – ook verschillende bedrijven in de regio betrokken zijn. Alle partijen financieren een deel van het onderzoek en brengen samen vier miljoen euro bij elkaar. Dat bedrag wordt verdubbeld door subsidies van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO), de provincie Gelderland en de landelijke overheid. Het project loopt de komende drieënhalf jaar.
Specialiteiten
Het onderzoek kijkt onder meer naar het eet- en keuzegedrag van de consumenten. Iedere universiteit brengt daarbij eigen specialiteiten in. De Nijmeegse hersenonderzoekers van het Donders Instituut focussen op cognitie en perceptie, ze proberen de communicatie tussen ons maag-darm kanaal en het brein te achterhalen. Wat gebeurt er in de hersenen bij het zien van voedsel en wat gebeurt er tijdens het eten zelf? Waarom vinden mensen het ene product aantrekkelijk en het andere niet?
Structureel
Thea van Kemenade, projectcoördinator namens de Radboud Universiteit, noemt het project ‘intensief’. Zo worden de nieuw aan te stellen medewerkers door onderzoekers van verschillende universiteiten en de bedrijven begeleid. ‘Er wordt multidisciplinair gewerkt’, zegt Van Kemenade. ‘Dit is meer dan een eenmalig project, we werken er hard aan om er een structurele samenwerking van te maken.’
Kruisbestuiving
Het gezamenlijke onderzoek moet leiden tot de ontwikkeling van testapparatuur en software die van dienst kunnen zijn bij het verbeteren van voedingsingrediënten of producten. Zo zullen in Nijmegen wetenschappers van het Donders Instituut en industriële partners werken aan het gebruiksvriendelijker maken van de MRI apparatuur bij het Donders Instituut. Van Kemenade: ‘Deze apparatuur kan dan ook door onderzoekers van buiten Donders benut worden of voor heel ander onderzoek in bijvoorbeeld de gezondheidszorg. Dat kan weer leiden tot samenwerking op een ander gebied met deze partners, maar ook tot spinoffs met nieuwe partners.’ / Mark Merks