Radiologen van het Radboudumc gaan ook na corona minder vliegen
Rondom een nieuwe methode om prostaatkanker op te sporen had Jelle Barentsz afgelopen jaar heel wat fysieke congressen gepland. Door corona gebeurt nu alles online, en dat bevalt de hoogleraar Radiologie bijzonder goed. ‘In de toekomst ga ik 75 procent minder vliegen voor het werk.’
Tot voor kort moesten alle mannen bij wie prostaatkanker werd vermoed een pijnlijk biopt ondergaan bij de uroloog. Die prikte met twaalf naalden blind in de prostaat. ‘Dat was niet echt fijn, want dat ging via de anus’, zegt Jelle Barentsz aan de telefoon. ‘Ik dacht dat dat beter moest kunnen.’
De hoogleraar Radiologie van het Radboudumc perfectioneerde de MRI-scan-techniek, zodat je de prostaatkanker al in een vroeg stadium kan opsporen, lokaliseren en typeren. Ondertussen is de methode van Barentsz’ team wereldwijd gestandaardiseerd. ‘Daar ben ik best trots op’, zegt hij. ‘Met deze methode wordt het aantal pijnlijke ingrepen – in de westerse wereld gaat het om 1 miljoen mannen per jaar – tot de helft gereduceerd.’
De ontdekking had grote gevolgen. Omdat de richtlijn voor prostaatkankerdiagnostiek in de Verenigde Staten en Europa werd aangepast, moeten in Nederland jaarlijks 40.000 prostaat-MRI’s extra gedaan worden. ‘Daarvoor moeten radiologen wel opgeleid worden’, zegt Barentsz. ‘Prostaat-MRI is best ingewikkeld.’
Chicago
De cursussen, die behoorlijk intensief zijn, gebeuren normaal gezien in Nederland en tijdens grote congressen in Europa en Amerika. Op zo’n congres krijgen radiologen en urologen lezingen en kunnen ze op virtuele patiënten oefenen in een werkstation, terwijl iemand over hun schouder meekijkt. ‘Voor de pandemie hebben we twee fysieke meerdaagse cursussen gegeven in Nijmegen voor radiologen uit Australië, Azië, de VS en Europa en op meerdere internationale congressen. Na drie lange dagen hadden ze 70 à 80 casussen bekeken en keerden ze voldaan terug naar huis.’
En toen kwam corona. Barentsz besefte meteen dat de opleidingen voor langere tijd online zouden moeten gebeuren. ‘We waren sowieso van plan om op termijn online interactieve cursussen met werkstations te organiseren, maar pas binnen twee à drie jaar. Corona heeft dit in een stroomversnelling gebracht.’
De online omgeving die Barentsz met zijn PMRC-team voor het congres ontwikkelde, noemt hij ‘een combinatie van webinars en cloud-werkstations met hands-on interactie’.
‘We organiseerden online lezingen en zetten honderd geanonimiseerde cases in de cloud. Deelnemers aan het congres konden thuis met hun computer of laptop in een professioneel werkstation inloggen en zo de verschillende casussen bekijken.’
Een caseboek met de casus inclusief de diagnoses was digitaal (via Android of iPad, red.) beschikbaar. ‘In vier break-outrooms beantwoordden onze prostaat-radiologen de vragen van de deelnemers. We konden de muis overnemen om door de patiënt “heen te wandelen”. Aan het einde was er een plenaire vraag- en antwoordsessie met casus-presentatie, net alsof je in een echte zaal zat.’
KLM
De hoogleraar is nu helemaal om. Hij zegt niets te kunnen bedenken wat je in een fysieke meeting beter kunt organiseren dan in een digitale meeting. ‘Alles liep fantastisch en ook de feedback van deelnemers was erg positief.’
Toch meent Barentsz dat hij ook na de pandemie ‘één keer in de zoveel tijd’ een live bijeenkomst zal blijven organiseren, om sociale contacten te onderhouden. ‘In een break-outroom heb je een persoonlijk gesprek over de casus en andere inhoudelijke vragen. Maar de gesprekken die je normaal gesproken hebt tijdens bijvoorbeeld een diner, over hoe iemand een nieuwe methode integreert in een praktijk, hoe hij of zij verder opgeleid wil worden of over potentiële samenwerkingen, mis je wel.’
‘Ik ben bang voor KLM dat we minder zullen gaan vliegen na corona’
Voor de pandemie stapte Barentsz gemiddeld één keer per maand in het vliegtuig. Voortaan zal vier keer per jaar wel volstaan, denkt hij. ‘De wereld zal gigantisch veranderen na corona. Ik ben bang voor KLM dat we toch heel wat minder zullen gaan vliegen. Luchtvaartmaatschappijen zullen zich moeten aanpassen.’
‘Nog even de vaatwasser uitruimen voor het congres begint’
Radboud-alumnus en radioloog in opleiding Wulphert Venderink heeft dit jaar al vier fysieke congressen gemist door de coronapandemie, onder andere in Zweden en in Washington. In plaats daarvan woonde hij verschillende online congressen bij, waaronder dat van Jelle Barentsz.
‘Ik vind het heel prettig’, zegt Venderink aan de telefoon. ‘Door op reiskosten te besparen, kan ik met mijn budget meer congressen bijwonen. Op voorhand krijg je meestal uitleg over de software die gebruikt wordt: Microsoft Teams, Zoom of iets anders. Op een Amerikaans online congres hadden de organisatoren rekening gehouden met de verschillende tijdzones van de deelnemers. Tot een maand na het congres kon je alle sessies terugluisteren.’
Als hij de keuze had, verkiest Venderink een echt congres nog altijd boven een online congres. ‘Fysiek in een stad zijn waar je anders niet naartoe zou gaan is altijd een mooie plus. Als jonge arts en onderzoeker kan je daar goed netwerken, online is dat lastig. Op de Radiologendagen in Nederland ken je een heleboel collega’s en zijn er ’s avonds feestjes. Maar vijf minuten voor de start van een online congres kan ik nog even de vaatwasser uitruimen, dat is ook handig.’
Venderink denkt dat hij na corona wellicht meer dan de helft van de congressen online zal volgen. ‘Dat zal als gevolg hebben dat ik minder in het vliegtuig stap. Maar eerlijk, ik zou ook balen als een leuk congres in New York of Washington in de toekomst een online congres wordt.’


