Samenwerken met Israël of China? Universiteit biedt hulp aan onderzoekers die daarmee worstelen

26 nov 2025

Onderzoekers die zich afvragen of ze nog wel kunnen samenwerken met een collega uit bijvoorbeeld Israël, kunnen terecht bij de Adviescommissie Samenwerkingsverbanden. Maar op een concreet ‘ja’ of ‘nee’ hoeven ze niet te rekenen. Vijf vragen over welke hulp individuele wetenschappers dan wél krijgen.

Wat is er nieuw? De Adviescommissie Samenwerkingsverbanden bestond toch al?

Ja. De commissie is vorig jaar in het leven geroepen door het college van bestuur om samenwerkingen tussen de Radboud Universiteit en partnerinstellingen in andere landen onder de loep te nemen. Als eerste bogen de vier leden zich over Israël vanwege de ernstige en systematische mensenrechtenschendingen door dat land in Gaza en in de andere Palestijnse gebieden.

Het advies aan de universiteitsbestuurders was in maart van dit jaar om de banden met de Hebrew University en de Tel Aviv University te bevriezen. Het college nam dat advies over. De volgende uitwisselingen die onder een vergrootglas liggen, zijn die met China. Daar wil de commissie begin 2026 een oordeel over vellen.

Nieuw is dat de Adviescommissie Samenwerkingsverbanden nu ook individuele onderzoekers wil bijstaan die in hun maag zitten met een samenwerking.

Waar moeten we dan aan denken?

Bijvoorbeeld aan een universitair docent die een artikel wil schrijven met een Israëlische collega, of een onderzoeker die een dataset wil delen met een wetenschapper uit een land waar mensenrechten worden geschonden. Het staat individuele onderzoekers vrij om dergelijke samenwerkingen aan te gaan, zelfs als de banden op instellingsniveau zijn doorgesneden. Dat heeft te maken met de academische vrijheid waar het college van bestuur én de Adviescommissie Samenwerkingsverbanden sterk aan hechten.

‘Wij zullen op individueel niveau dan ook nooit een inhoudelijk advies geven zoals we dat wel aan het college van bestuur doen’, zegt commissievoorzitter Lutgarde Buydens. ‘Wij helpen een onderzoeker alleen om een gedegen afweging te maken zodat hij of zij zelf een besluit kan nemen. Je moet het zien als een dienstverlening.’

Hoe ziet die hulp eruit?

Op de webpagina van de commissie is een hoofdstuk toegevoegd over individuele samenwerkingen. Daar staat al een lijstje met stappen die een onderzoeker kan doorlopen om tot een afweging te komen. Concreter wordt het onder de verwijzing naar het ‘moreel beraad’. Dat is een hulpmiddel dat onderzoekers bij de commissie kunnen aanvragen.

‘Het moreel beraad is in de wereld van de academische ziekenhuizen en zorginstellingen een heel gangbaar instrument’, vertelt Jos Kole, die namens het Radboudumc zitting neemt in de commissie en specialist is op het gebied van gezondheidsethiek. ‘Het is een strak geleid gesprek over een ingebrachte casus, waarbij ieders inbreng op een gelijkwaardige manier aan bod komt. Het wordt ook veel gebruikt bij vraagstukken over wetenschappelijke integriteit.’

Kole noemt het een ‘beslishulp’. Na het moreel beraad heeft een onderzoeker als het goed is genoeg voors en tegens gehoord om tot een besluit te komen. Voor het leiden van zo’n dilemmagesprek doet de commissie een beroep op debatprogramma Radboud Reflects, dat mensen in dienst heeft die zo’n sessie op een professionele manier kunnen leiden.

Is er nog meer dat een twijfelende wetenschapper kan doen?

Een tweede concreet hulpmiddel is een intervisiegesprek. Ook dit kan een medewerker aanvragen en zal worden geleid door iemand van Radboud Reflects. Het idee is dat een groep gelijkwaardige professionals van verschillende afdelingen zich gezamenlijk buigt over een ethisch vraagstuk. Een decaan of onderzoeksdirecteur zou de vraag kunnen inbrengen hoe wenselijk het is dat er nog wordt samengewerkt met collega’s uit bepaalde landen. Wellicht was zo’n samenwerking altijd vanzelfsprekend, maar rijzen er nu toch vragen gezien de geopolitieke situatie in het betreffende land. ‘Het verschil met een moreel beraad is dat intervisie zich richt op collectief leren’, aldus Jos Kole.

Wat er in een intervisiegesprek wordt besproken, is vertrouwelijk. Dat geldt ook voor het moreel beraad. Waar de Commissie Samenwerkingsverbanden alle adviezen aan het college van bestuur integraal op haar website plaatst zodat iedereen kan meelezen, zal ze zich hullen in stilzwijgen als individuele wetenschappers worden bijgestaan. Buydens: ‘Een onderzoeker die met een dilemma zit, hoeft zich daarvoor niet te verantwoorden.’

Hebben zich al individuele wetenschappers gemeld bij de commissie?

Ja. Maar zoals gezegd doet de commissie geen uitspraken over de kwesties die binnenkwamen, wie zich hebben gemeld, en ook niet over de adviezen die zijn meegegeven. De commissie weet in elk geval dat er behoefte is onder Radboudmedewerkers om te sparren over samenwerkingen met collega’s uit omstreden landen. Toen de commissieleden onlangs te gast waren bij het decanenoverleg, kregen ze ook te horen dat er vragen leefden.

Leuk dat je Vox leest! Wil je op de hoogte blijven van al het universiteitsnieuws?

Bedankt voor het toevoegen van de vox-app!

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!