Schakelaar en dimmer bepalen tremor bij Parkinson
Veel Parkinsonpatiënten lijden aan tremor, een samentrekking van spieren, die een voortdurende schudbeweging veroorzaakt. Het is één van de bekendste en zichtbaarste symptomen van de ziekte – en een van de meest mysterieuze. Hersenonderzoeker Rick Helmich van het Donders Institute ontdekte dat bij het onstaan van tremor niet één, maar twee hersengebieden zijn betrokken.
Welke hersengebieden tremor produceren en waarom niet alle Parkinsonpatiënten tremor ontwikkelen is onbekend. Ook is niet bekend waarom tremor zo moeilijk te behandelen is met medicijnen, terwijl medicatie andere Parkinsonsymptomen wel vermindert.
Helmich onderzocht twee groepen patiënten: een groep met ernstige tremor en een groep zonder. Van alle patiënten werden de hersenactiviteit en de spieractiviteit geregistreerd.
Parkinsonpatiënten met tremor hebben minder dopamine in het hersengebied dat globus pallidus wordt genoemd dan patiënten zonder tremor – dat is bekend. Wanneer een tril-episode begint, wordt de globus actief.
Helmich ontdekte nu dat de trilbewegingen niet veroorzaakt worden door één enkel hersengebied, maar ontstaan uit interacties tussen twee netwerken in het brein. De globus pallidus zet de tremor aan als een lichtschakelaar en een ander netwerk, dat onder andere bestaat uit het cerebrellum en de thalamus, bepaalt de ernst van de tremor – als een lichtdimmer.
Deze nieuwe resultaten, waarover Helmich publiceerde in het laatste nummer van Annals of Neurology, kunnen aanzet geven tot nieuwe behandelingen: zo zou de tremor mogelijk ‘uitgeschakeld’ kunnen worden door direct in te grijpen op de tremorschakelaar, telkens als de tremor begint./ Romy van den Nieuwenhof