Home » Nieuws » Top, dal en toekomst bij tien jaar Sportcentrum
Top, dal en toekomst bij tien jaar Sportcentrum
02 apr 2013
Deze en volgende week viert het Universitair Sportcentrum zijn tienjarig bestaan in het Gymnasion, met een tiendaagse met allerlei activiteiten. Directeur Rob Cuppen blikt terug op tien jaar: het mooiste moment, de grootste misser en de inzet voor de komende tien jaar. ‘We zetten in op een derde sporthal.’Foto: Dick van AalstHet mooiste moment: de ingebruikname van het gebouw Het mooiste moment valt voor Rob Cuppen samen met het eerste moment: de verhuizing vanuit de verouderde locatie naar het gloednieuwe onderkomen. ‘Dit bracht meteen een boost met zich mee in het aantal sportende studenten.’ Inmiddels is Nijmegen – met 14.600 sportkaarthouders inclusief de hogeschool – de tweede sportuniversiteit in het land. Alleen Groningen, inclusief hogeschool 18.500 sportkaarten – doet het nog beter, maar andere universiteiten weten bij lange na nog geen tienduizend kaarten te slijten. ‘Dat heeft ook te maken met de voorzieningen die je kunt aanbieden’, zo wijst Cuppen op de laatste uitbreiding anderhalf jaar terug: nog meer fitnessruimte, nog meer buitensportvelden. De grootste misser: het zwembad dat er niet kwam Eigenlijk was vijf jaar geleden alles in kannen en kruiken om bij het sportcentrum het nieuwe sportfondsenbad van de gemeente te verwezenlijken, wat een enorme opsteker zou zijn voor alle zwemsporten. Maar het feest ging niet door: het toenmalig universiteitsbestuur wilde de bouwgrond vasthouden voor onderwijs- en onderzoeksbestemming. Noot: op die bouwgrond ligt nu een rugby-/voetbalveld. Maar inmiddels is er rondom het zwemmen ook goed nieuws: het nieuwe zwembad, volgend jaar te openen aan de Kwakkenbergseweg, wordt waarschijnlijk vrij toegankelijk met een sportkaart. Die wordt dan wel twee euro duurder. ‘Het streven is dat het zwembad in alle openingsuren ruimte vrij maakt om baantjes te trekken’, zegt Cuppen. ‘We maken dan gebruik van ons inschrijfsysteem, zodat er nooit teveel mensen tegelijk in het bad liggen.’ De grootste uitdaging: een derde sporthal Na enig getouwtrek zijn tien jaar geleden twee sporthallen gerealiseerd in plaats van één, nu worden de pijlen gericht op hal nummer drie. Regelmatig moet het sportcentrum in de avonduren nee verkopen aan bijvoorbeeld de volleyballers, handballers en hockeyers, die daarom moeten uitwijken naar zalen elders. ‘Soms staan de handballers hier met vijftig, zestig mensen tegelijk te trainen. Dat is niet ideaal’, zegt Cuppen. Hij garandeert binnen afzienbare tijd een goede bezettingsgraad, ook al omdat de derde hal overdag tegemoet kan komen aan de groeiende behoefte aan examenruimtes. Volgens de directeur draagt zo’n derde hal positief bij aan de uitstraling van de universiteit. ‘Ik hoor wel van studenten die moesten kiezen tussen twee studieplaatsen en die voor Nijmegen kozen vanwege onze faciliteiten.’ Cuppen wijst erop dat van echte luxe geen sprake is: vier universiteiten hebben al drie hallen. ‘Ik klaag niet, maar we lopen inmiddels wel achter.’ / Paul van den Broek
1500 sportende studenten op de campus | Vox magazine schreef op 31 mei 2013 om 16:21
[…] is een bijzonder jaar. De universiteit bestaat 90 jaar, het USC in de huidige vorm tienjaar, het GNSK viert zelf het 11de lustrum. ‘Het lustrum van de universiteit was ook eenvoorname reden […]
Nico schreef op 2 april 2013 om 18:21
En waar komt die derde sporthal?
1500 sportende studenten op de campus | Vox magazine schreef op 31 mei 2013 om 16:21
[…] is een bijzonder jaar. De universiteit bestaat 90 jaar, het USC in de huidige vorm tienjaar, het GNSK viert zelf het 11de lustrum. ‘Het lustrum van de universiteit was ook eenvoorname reden […]