Vaak naar de crèche geeft voorsprong

30 aug 2013

Kinderen die regelmatig naar een dagverblijf gaan, hebben een voorsprong. Ze kunnen zich beter aanpassen aan het niveau van hun gesprekspartner dan kinderen die minder vaak gaan. Dat ontdekten Arjen Stolk en zijn collega’s van het Donders Instituut. Vandaag staan hun bevindingen in PLOS ONE.

Links het touchscreen van de deelnemers met een routevoorbeeld. Rechts foto's van een vijfjarig en een tweejarig kind.
Links het touchscreen van de deelnemers met een routevoorbeeld. Rechts foto’s van een vijfjarig en een tweejarig kind.
Hij was overigens niet uit op het vergelijken van kinderen die vaak en kinderen die weinig naar de crèche gaan. Stolk zocht naar verschillen in de manier waarop jonge kinderen communiceren. ‘We weten dat volwassen tijdens het praten duidelijk rekening houden met hun gesprekspartner. We wilden kijken of kinderen van vijf jaar dat ook al konden.’ Stolk maakte dankbaar gebruik van de databank van het Baby Research Center en selecteerde een groep van 24 vijfjarigen. ‘We zochten kinderen die precies even oud waren en dat is gelukt, met een marge van een maand.’ Pas in tweede instantie keek Stolk naar de rol van de sociale achtergrond: het opleidingsniveau van de ouders, het hebben van een broertje of zusje dan wel een regelmatig verblijf op een crèche in de eerste levensjaren. Stolk bedacht een spelletje waarbij de kinderen niet mochten praten, maar toch de positie van een eikeltje op een speelbord duidelijk moesten maken. Ze deden dat door op een touchscreen met een vogeltje te bewegen. Het eekhoorntje van de medespeler moest met die aanwijzingen het eikeltje zien te vinden. De deelnemers dachten het spel te spelen met een kleuter dan wel een leeftijdsgenoot die even verderop zat. Een foto rechts in hun scherm toonde die zogenaamde medespeler. In werkelijkheid zat Stolk achter de andere computer. ‘Ik wist daarbij natuurlijk niet welke foto het kind op z’n scherm had, dat zou niet eerlijk zijn.’ Het vogeltje moest steeds terug naar het nest, dus de kinderen konden het niet simpelweg heel lang bij het eikeltje plaatsen. Maar ze brachten het vogeltje wel zo vaak mogelijk naar het veld waar het eikeltje lag. Vooral de kinderen die op jongere leeftijd gemiddeld drie dagen naar een kinderdagverblijf gingen, bleven langer en nadrukkelijker bij het eikeltje om zo voor hun medespeler de nadruk op de positie te leggen. Ze deden het beter dan de kinderen die minder dan drie dagen gingen. Stolks verklaring: ‘Op een kinderdagverblijf lopen heel veel andere kinderen en ook volwassenen rond. Daardoor leer je waarschijnlijk een betere inschatting maken van wat iemand kan, juist doordat je met zoveel mensen te maken hebt.’ Het opleidingsniveau van de ouders en het hebben van broertjes en zusjes bleken niet relevant voor het aanpassingsvermogen van de kinderen.’  / Martine Zuidweg

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!