Van Jeroen Bosch naar Jeroen Radboud

16 mrt 2016

De Jeroen Bosch-tentoonstelling in het Noordbrabants Museum overtreft alle verwachtingen. De Radboud Universiteit staat aan de wieg van de tentoonstelling, en wil daarom graag meeliften op het succes. ‘Jammer dat onze naam zo weinig voorkomt in de berichtgeving.’

Beeldbewerking: Marjolein van Dielen
Foto: Vincent van den Storme. Beeldbewerking: Marjolein van Diejen

Op de website van de tentoonstelling heeft het Noordbrabants Museum dertien logo’s afgebeeld, maar niet die van de Radboud Universiteit. In de veelvuldige verslaglegging door de media wordt vaak niet duidelijk dat de universiteit grondlegger is van de Bosch-expositie. ‘Buitengewoon jammer dat onze naam zo weinig voorkomt in de berichtgeving’, zegt universiteitswoordvoerder Martijn Gerritsen. ‘We moeten er eens goed over nadenken hoe dat te verbeteren.’

Dat de universiteit een streepje voor heeft, houdt verband met het intensieve onderzoekswerk van met name Nijmeegse kunsthistorici, dat aan de wieg heeft gestaan van de tentoonstelling. Zonder het zes jaar durende werk van hoogleraar Kunstgeschiedenis Jos Koldeweij en de zijnen, zouden in Den Bosch nooit zoveel werken van Bosch bijeen zijn gebracht. Maar deze bijdrage in natura is iets anders dan de bijdrage van sponsors, reageert het museum: dertien sponsors hebben grote bijdragen geleverd, zoals de Rabobank en Essent, en die gaan dan voor bij de speciale arrangementen.

Gerritsen had het mooi gevonden als ook het logo van de universiteit vermeld zou staan tussen de partners van de tentoonstelling. ‘Daar hadden we dan zakelijke afspraken over moeten maken met het museum, daar kunnen wij als organisatie verder in professionaliseren.’ De afspraken zouden ook kunnen gaan over speciale excursies of kortingsregelingen voor Radboudianen, overweegt Gerritsen. ‘Hier hebben we in het begin wel kansen gemist.’

Extra arrangementen
Pogingen om met het museum iets extra’s te regelen voor de universiteit werden pas lopende de tentoonstelling gemaakt. Zo heeft het Alumnibureau weken aan de lijn gehangen met het museum om een speciaal arrangement samen te stellen voor afgestudeerden, uiteindelijk met succes. Ook de letterenfaculteit deed veel moeite om iets bijzonders te regelen met het museum. ‘We hebben geprobeerd voor onze medewerkers een speciaal arrangement te maken’, zegt Audrey van den Ham, hoofd communicatie van Letteren. ‘Dat is niet gelukt.’

Van den Ham heeft begrip voor de complexiteit van de organisatie van zo’n tentoonstelling. ‘Er zijn veel partijen bij betrokken.’ De onderzoeksinzet was geweldig, stelt ook Van den Ham vast, maar de universiteit is géén sponsor. ‘En dan gelden andere regels, we zijn nu eenmaal geen Rabobank.’

Bovendien is een van de wensen van de faculteit wél verzilverd: een mailing aan alle scholen in het voortgezet onderwijs die de tentoonstelling gaan bezoeken. Naast een poster van het museum zit daarin óók een folder van de faculteit. ‘Zo laten we zien dat het onderzoek voor de tentoonstelling is verbonden aan onze opleiding kunstgeschiedenis.’

Jos Koldeweij tijdens de persbezichtiging van de tentoonstelling.
Jos Koldeweij tijdens de persbezichtiging van de tentoonstelling.

Apart bezoek
Wat vindt de grote Radboud-man achter de tentoonstelling er zelf van? Volgens Jos Koldeweij wordt de naam Radboud ‘netjes genoemd op alle plaatsen en momenten dat het aan de orde is’. Hij wijst op de banier van de universiteit bij de perspresentatie en op het universiteitslogo in de catalogus. ‘En er is een apart bezoek geregeld voor de decanen waarbij ze in de bus naar Den Bosch een inleiding krijgen.’ Natuurlijk willen we altijd meer, zegt Koldeweij, maar de grote sponsoren (‘en dan gaat het van vele tonnen naar miljoenen’) zijn nu eenmaal de buitencategorie.

Volgens Koldeweij is er met name op onderzoeksgebied ‘heel veel winst geboekt voor de Radboud’. Hij wijst erop dat het onderzoek (overigens geheel extern gefinancierd) nog doorgaat, met jarenlang werk voor twee jonge afgestudeerden en een promovendus die ruim zes jaar aan de bak kan. ‘Ook zijn er twee promotieplaatsen uit voortgekomen, en ik ben ver op streek met een derde.’ Kortom, zegt Koldeweij: ‘We moeten jubelen over het succes, en daaraan dragen we als Radboud Universiteit zichtbaar bij.’ / Paul van den Broek

0 reacties

  1. Robert Arpots schreef op 18 maart 2016 om 09:45

    In de tentoonstelling, bij de afdeling “Heiligen” ligt ook een prachtige paneelstempelband uit onze universiteitsbibliotheek. De versozijde van de boekband toont de heilige Hieronymus. Het gaat om een gebedenboek met signatuur Hs 310, in de Jheronimus Bosch-catalogus (nr.95) helaas abusievelijk Hs 10 (1 A 1) genoemd. Dat is de oude signatuur van de voormalige Redemptoristenbibliotheek te Wittem. Het handschrift bevindt zich sinds 1975 in onze UB. In de Brabantcollectie (UB Tilburg) bevindt zich nog zo’n paneelstempelband met de heilige Hieronymus, maar dat paneel is erg gesleten en daardoor veel moeilijker te zien dan het onze.

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!