Van rooms via rood naar groot

18 apr 2013

In mei viert de Radboud Universiteit haar negentigste verjaardag. Hoe heeft de campus het stadsleven beïnvloed? Vandaag het eerste deel in een serie van de Gelderlander en Vox: een katholieke universiteit die de protestanten verjaagt.

Het hoofdgebouw van de universiteit op het Keizer-Karelplein, waar nu de ABN-AMRO-bank staat,in de  jaren twintig (ansicht uit de collectie van Jan Brabers)
Het hoofdgebouw van de universiteit op het Keizer-Karelplein, waar nu de ABN-AMRO-bank staat,in de jaren twintig (ansicht uit de collectie van Jan Brabers)
De Radboud Universiteit mag dan negentig jaar worden, daarmee is het niet de eerste universiteit in Nijmegen. Tussen 1656 en 1679 is er al een academie gevestigd in de Commanderie van Sint Jan, als tegenwicht voor die andere Gelderse universiteit in Harderwijk. De universiteit overleeft een pestepidemie en het rampjaar 1672, waarin de Fransen Nijmegen binnenvallen. Maar in 1679 vertrekt de laatste hoogleraar, Gerard Noodt (veel later wordt nog een straat naar hem vernoemd): het geld is op. Het duurt 244 jaar voor een tweede universiteit zich aandient. De aanleiding is nu niet Nijmeegse eerzucht, maar de katholieke emancipatie. Katholieken hebben in Nederland een achterstandspositie. Een eigen universiteit, die aanzien en invloed genereert, verbetert hun maatschappelijke positie. De Radboudstichting zamelt geld in onder het roomse volksdeel. De bisschoppen verkiezen Nijmegen, op de grens van katholiek en protestant Nederland, als vestigingsstad boven medekanshebbers Maastricht, Den Bosch, Tilburg en Den Haag. Maar in Nijmegen zelf is de slag nog niet geslagen. Van de 70.000 inwoners is 70 procent katholiek en 30 procent – de bovenlaag – protestant. Er komen massale handtekeningenacties. “Letterlijk elk Nijmeegs gezin neemt stelling”, vertelt universiteitshistoricus Jan Brabers. Met één zetel verschil stemt de gemeenteraad vóór. De universiteit komt er, in 1923, met in haar kielzog dertig kloosters en studiehuizen voor geestelijken. Met de komst van katholieke academici verroomst bovendien de elite. Brabers: “Protestanten trekken weg uit Nijmegen, dat ‘hun’ stad niet meer is.” De Tweede Wereldoorlog laat de universiteit niet onberoerd: in 1943 weigert rector Hermesdorf zijn studenten loyaliteitsverklaringen aan Duitsland voor te leggen. Later zal hij erom worden geprezen, maar direct gevolg is dat de universiteit dicht moet. Het vergissingsbombardement, een jaar later, treft veel universiteitsgebouwen. Hoogleraren Robert Regout  (jezuïet en studentenpastor) en Titus Brandsma (karmeliet en oud-rector) zijn dan al omgekomen in Dachau. Stad en universiteit krabbelen weer op. De katholieke emancipatie bereikt haar voltooiing en de universiteit brengt vier minister-presidenten voort: Beel, Cals, Marijnen en Van Agt. Intussen zijn het de studenten die zich laten gelden. Hun aantal is geëxplodeerd van 1000 in 1950 tot 12.000 in 1970. Brabers: “Slechts een tiende daarvan neemt deel aan de bezettingen, maar de eisen gaan ver. Zo zijn er groeperingen die willen dat er alleen nog marxistische docenten aangenomen worden. Sommige studenten verruilen hun studie voor een plek aan de lopende band, bij Heinz in Elst. Zoals Hans van Hooft sr., een van de latere oprichters van de SP, die zijn studie geneeskunde afbreekt om lasser te worden.” Het oproer verplaatst zich naar de stad, waar krakers actief zijn, maar ook de vrouwenbeweging, anti-kernwapenactivisten en de potten-en-flikkers-beweging. Kleurt de universiteit, die Nijmegen eerst verroomste, de stad nu rood? Brabers: “Dat valt mee. Weinig studenten stemmen en Nijmegen behoudt haar traditionele CDA- of KVP-bestuur. Ook tegenwoordig is ‘Habana aan de Waal’ nauwelijks roder dan Arnhem of Utrecht.” Begin jaren tachtig keert de rust terug. De universiteit slaat aan het bouwen. Steeds meer faculteiten trekken naar landgoed Heijendaal, dat een stuk buiten de stad lag toen de universiteit het in 1949 aankocht. Hekkensluiter theologie vestigt zich in 1991 op de campus.  Rond 2000 is de bouwlust op zijn hoogtepunt. Behalve het magnetenlab en verschillende specialistische laboratoria verrijzen er een nieuwe bètafaculteit en een sportcentrum. In 2004 doopt de universiteit zich om tot Radboud Universiteit, met een verwijzing naar de Radboudstichting. De teller staat nu op 18.000 studenten, waarvan vrouwen, aanvankelijk een kleine minderheid, de hoofdmoot uitmaken. / Lydia van Aert Profijt voor de stad is aanzienlijk Betekent een groeiende universiteit ook een groeiend Nijmegen? Sociaal geografen Jan Buursink en Peter Vaessen onderzochten hoeveel Nijmegen aan de universiteit te danken heeft. De conclusie van het rapport, dat in 2003 verscheen: zonder universiteit had Nijmegen (toen 155.000 inwoners) niet meer dan 110.000 inwoners gehad, iets meer dan Deventer. De universiteit stimuleert bovendien de lokale economie en samenleving. Een jaarlijkse toelage van het stadsbestuur krijgt de universiteit al lang niet meer, terwijl het profijt voor de stad aanzienlijk is, aldus Buursink en Vaessen. Ze raden Nijmegen aan om in ruil studentenhuisvesting ruim baan te geven.

0 reacties

  1. Nijmegen wereldspeler dankzij Radboud Universiteit | Vox magazine schreef op 2 mei 2013 om 11:00

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!