Waarom niet meer studenten met een beperking op Erasmus gaan
-
Arianna Colonello. Foto: Marjolein van Diejen.
Arianna Colonello is de eerste internationale masterstudente aan de faculteit rechten met een visuele handicap. De 35-jarige Italiaanse studente heeft een missie: de internationale mobiliteit van studenten met een beperking bevorderen.
Aan de ingang van het Grotiusgebouw wacht Arianna Colonello met een taststok in de hand. De barista van de koffiehoek kent haar al, hij gooit het suikerklontje vast in haar cappuccino.
Colonello is afkomstig uit Udine, op anderhalf uur rijden van Venetië. Met haar rechteroog ziet ze slechts tien procent, met haar linkeroog helemaal niets. ‘Een handicap is geen straf van God, maar iets wat je moet accepteren,’ zegt ze. ‘Het is een eigenschap, net zoals de kleur van je ogen.’
Diploma aan de muur
Haar bachelor (2005) en haar eerste master (2009) haalde Colonello aan de universiteit van Brescia, in de buurt van Milaan. In Brescia mengde ze zich kort in de stadspolitiek. Op haar aandringen kwam er een lift in het station en een toegankelijkheidstest voor de nieuwe metro.
Bij een stage in het Europees parlement in Brussel deed de Italiaanse vervolgens onderzoek naar de bescherming van de rechten van mensen met een beperking. Over dat onderwerp organiseerde ze een colloquium, in samenwerking met een Europarlementslid.
En nu volgt Colonello een master in Europees recht aan de Radboud Universiteit, met specialisatie in mensenrechten en migratie. Haar keuze voor Nederland en de Radboud Universiteit was weloverwogen. ‘In Italië is iemand met een beperking iemand die niets kan en hulp nodig heeft. Italianen met een beperking hangen hun diploma na hun studies aan de muur, want werk vinden ze toch niet.’
‘Mensen met een beperking hebben geen toekomst in Italië’
In Nederland gaat het er volgens Colonello anders aan toe. ‘Toen de bus laatst bij mijn bushalte stopte, stond de buschauffeur erop om me te helpen met uitstappen. Zoiets is me in Italië nooit overkomen.’
Doctoraat of ngo
Colonello heeft een missie: ze wil de internationale mobiliteit van studenten met een beperking bevorderen. ‘Slechts 1 procent van alle studenten die op Erasmus gaan, heeft een beperking. Dat is veel te weinig. We moeten de oorzaken wegnemen die het voor studenten met een beperking moeilijk maken om in het buitenland te studeren.’
Dat doet de Italiaanse onder andere als coördinator van het ExchangeAbility Project van het Erasmus Students Network en als lid van het Brusselse ENIL-netwerk dat mensen met een beperking in de samenleving wil integreren. Daarnaast wordt Colonello vijf keer per maand op de Italiaanse radio geïnterviewd over onderwerpen zoals onderwijs, arbeidsmarkt, familie, samenleving en mobiliteit, telkens met een linkje naar mensen met een beperking.
Haar visuele handicap belet Colonello niet om te dromen. ‘Na mijn master zou ik graag een doctoraat schrijven over de rechten van mensen met een beperking of voor een ngo werken waarbij dit onderwerp hoog op de agenda staat.’
Maar eerst wil Colonello haar tweede master halen. ‘Vorig jaar is dat helaas niet gelukt. Dit jaar moet ik slagen, want een extra studiejaar kunnen mijn ouders niet bekostigen.’
Voor ze afstudeert, heeft Colonello nog enkele aanbevelingen voor de Radboud Universiteit en voor de Nederlandse overheid die het leven van internationale studenten met een beperking aantrekkelijker moeten maken.
Organiseer een introductiedag
Internationale studenten met een functiebeperking die in Nijmegen komen aanwaaien, hebben meer dan doorsnee studenten behoefte aan een introductiedag. Die is er momenteel niet.
Ook een buddysysteem zou volgens Colonello de introductie eenvoudiger kunnen laten verlopen. ‘Buddies zouden ons kunnen uitleggen hoe het Nederlandse onderwijssysteem werkt, hoe het openbaar vervoer georganiseerd is en waar er supermarkten zijn.’
Help bij kleine ongemakken
Studenten met een beperking worden vaker dan doorsnee studenten geconfronteerd met kleine ongemakken. Twee voorbeelden.
Als Colonello een boek wil lezen, moet ze de tekst pagina per pagina inscannen. Het kopieerapparaat werkt met een touchscreen zonder braille. Ook als de tekst is gescand, maakt de computer nog wel eens fouten. Daarom heeft Colonello extra studietijd nodig.
Vorig jaar ging de computer van Arianna kapot, twee weken voor een examen. Zonder computer kan ze geen teksten lezen. Toch werd haar aanvraag om haar examen te verplaatsen, verworpen.
‘We zouden een systeem moeten vinden waarbij de universiteit ons bij dit soort problemen helpt’, aldus Colonello.
Leer personeel omgaan met mensen met een beperking
Dit punt hangt nauw samen met het vorige. Internationale studenten kunnen terecht bij het international office van de rechtenfaculteit. ‘De mensen zijn daar erg vriendelijk en ze willen me graag helpen,’ zegt Colonello. ‘Maar ze zijn helaas niet opgeleid om studenten met een beperking te helpen.’
Als Colonello problemen ondervindt met de software van haar computer of als het haar niet lukt om een e-book te lezen, dan is er evenmin iemand bij de ICT-dienst die haar te hulp kan schieten.
Maak meer financiële middelen vrij
De boeken die Colonello voor haar scriptie moet lezen zijn niet digitaal beschikbaar. Een goed programma om de pagina’s in te scannen en te converteren kost al gauw 200 euro.
Studenten met een functiebeperking worden wel vaker met dergelijke onverwachte kosten geconfronteerd. Bij de universiteit kunnen ze een aanvraag indienen voor een fonds voor speciale omstandigheden. Dat geeft hen recht op 134 euro per maand en dat gedurende vier maanden. Een studentenadviseur helpt met de aanvraag. ‘Helaas is het niet zeker dat je de beurs krijgt’, zegt Colonello. ‘Bovendien dekt het bedrag niet alle onvoorziene kosten.’
Volgens Colonello ligt het probleem in de eerste plaats bij de Nederlandse overheid. ‘Ze zouden een groter budget moeten voorzien om de Radboud Universiteit toegankelijker te maken. Er zou een kantoor moeten komen dat studenten met een beperking ondersteunt, met medewerkers die zijn opgeleid om hen te helpen.’
Ook moet volgens Colonello geïnvesteerd worden in ebooks en in de toegankelijkheid van gebouwen. De draaideur van het Grotiusgebouw vindt ze bijvoorbeeld ‘een grote ramp’.
Kom de VN-verdragen na
Laatst moest Colonello vijf boeken lezen voor haar scriptie. Ze contacteerde zelf de uitgeverijen met de vraag om de boeken in een leesbaar formaat door te sturen. Slechts één uitgeverij ging op deze aanvraag in. De andere uitgeverijen antwoordden dat ze enkel een licentieovereenkomst hebben met instellingen, niet met individuele burgers. ‘Het is een vicieuze cirkel’, besluit Colonello. ‘Enkel de universiteit kan me helpen.’
De masterstudente verwijst naar het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap dat onder andere stelt dat boeken en ander leesmateriaal voor iedereen toegankelijk moeten zijn. ‘Ook Nederland heeft dat verdrag geratificeerd. Waarom krijg ik die boeken dan niet opgestuurd?’
Wellicht zal een vriend van Arianna, die computerspecialist is, haar helpen om de teksten te kunnen lezen. ‘Maar het gevoel dat ik slachtoffer ben van discriminatie, blijft.’
De Radboud Universiteit wenst op dit moment niet te reageren op de aanbevelingen van Colonello.
Update
We kregen alsnog een reactie van universiteitswoordvoerder Martijn Gerritsen.
‘De Radboud Universiteit wil toegankelijk zijn voor alle studenten; ook voor internationale studenten met een beperking. Ideeën die voor verbetering kunnen zorgen zijn altijd welkom. We zullen Arianna Colonello dan ook uitnodigen voor een gesprek. Overigens krijgen alle studenten bij aanmelding voor hun studie de vraag voorgelegd of zij een functiebeperking hebben waarvoor voorzieningen nodig zijn. Daaropvolgend krijgen ze een uitnodiging van de studentendecaan. De studentendecaan kijkt dan samen met de student wat nodig en uitvoerbaar is. Dan blijkt vaak veel mogelijk. Zo kunnen studenten met een functiebeperking die een Erasmusbeurs hebben, een extra toelage krijgen. Helaas lukt het niet altijd om alle hindernissen uit de weg te ruimen. Meestal is dat vanwege praktische of financiële redenen. Voor suggesties en tips houdt de universiteit zich aanbevolen.’