Welters’ weemoedige wereld: Donkerblauwe maandag
Vanochtend schoof ik goedgemutst achter mijn bureau. Even de mail snellen en tevreden constateren dat de studenten keurig op tijd hun opdrachten hebben ingeleverd. Die opdrachten vervolgens even in een digitaal mapje zetten.
En dan merken dat ik niet meer in dat vrijdag aangemaakte vervloekte mapje kan. Me dan vagelijk herinneren dat van het weekend onze homedirectories naar een nieuwe server, pile of bundle, gefaseerd zijn gemigreerd, of zoiets. Dat we dus nu die nieuwe digitale dwarsstraat aan moeten koppelen om bij ons extensieve digitale geweten te kunnen.
Wat mijn uiteraard niet lukt met behulp van de in dat verband eerder toegemailde instructie in het bekende computerkundige Sanskriet. Omdat ik simpelweg niet weet hoe en waar ik die nieuwe schijf moet aankoppelen. De secretaresse lukt het ook niet, en de piepjonge helpdeskmedewerker, die ik onder lichte dwang achter zijn hulptafel vandaan heb geplukt, evenmin. Er schijnt iemand van een hogere nullen-en- enen-orde een of ander vinkje niet te hebben aangevinkt, bromt het ventje.
Gelukkig lukt het koppelwerk wel via de systeembeheerder, die ik na nog een tijdrovende tussenstap bel. De goede man is zo vriendelijk om mijn pc-nummer op te zoeken (op mijn pc ontbreekt uiteraard op volstrekt onverklaarbare wijze het plaatje met dat persoonsgebonden nummer), ervoor te zorgen dat wat eerst in groten getale op de z-schijf stond nu op magische wijze via de n-schijf toegankelijk wordt, en ik dus geen hartaanval krijg.
Na op dag één van week 16 meteen al twee uur achter te zijn geraakt op het toch al strakke schema even mentaal resetten en iets minder monter weer aan de slag. Om vervolgens te merken dat de studenten die ik vorige week op ‘yes’ had gezet – opdat ze ook de pseudo-diepzinnige schrijfsels van hun lotgenoten zouden kunnen lezen – na het weekend allemaal weer op onverklaarbare wijze op ‘no’ staan. Met een hele reeks paniekerige studentenmailtjes tot gevolg. Want vóór morgen moeten ze al die teksten namelijk gelezen en becommentarieerd hebben. Dus ik alles weer terstond handmatig op ‘yes’ zetten. (Om morgenochtend wellicht te merken dat ze toch weer een digitaal spook op ‘no’ zijn gezet ).
Ik was van plan om het vandaag bij thee te houden. Van weeromstuit sta ik nu weer volop dubbele koffietjes te tanken tussen de internationale promovendi van de milieukundige overkant. Die hebben allerlei spannende dingen meegemaakt van het weekend, zoals ik opmaak uit hun supervlot met ‘like’ doorspekt Amerikaans-Engels.
Vrijdag begint mijn nagelnieuwe cursus sportfilosofie. Dat gaat een klassiek hoorcollege met papieren teksten worden. Dat zal ze allemaal leren en bezorgt mij de minste moordlust.