Woordvoerder Willem Hooglugt heeft nergens spijt van

05 jul 2013

Als laatste klus organiseerde hij het lustrum, daarvoor was Willem Hooglugt bijna elf jaar woordvoerder van de universiteit. Vandaag neemt hij definitief afscheid. Nog één keer blikt hij terug op zijn mooiste momenten, de gemiste kansen en zijn belangrijkste misser. ‘Toen ben ik echt door de grond gezakt.’

Foto: Anja van Kessel
Hooglugt, op zijn laatste werkdag Foto: Anja van Kessel
In jouw entree-interview in Vox noemde je het verbeteren van de reputatie een van de belangrijkste missies. Je blikt tevreden terug? ‘Het is nog niet helemaal gelukt, maar we zijn ver gekomen. Volgens de studenten in de Elsevier-enquête zijn we al vier jaar op rij de beste brede universiteit van Nederland. Het oordeel van de hoogleraren in die onderzoeken blijft daarbij achter. Het eerste zegt iets over onze kwaliteit, het oordeel van hoogleraren iets over de reputatie. Daar zit een kloof tussen, wat extra jammer is omdat we het in alle opzichten zo goed doen. Kijk naar de recente Spinozapremie, de prestigieuze beurzen die we binnenhalen.’ Al jaren klaagt het bestuur over de achterblijvende reputatie. Heeft de universiteit ergens kansen laten liggen? ‘Ja, ik had gedacht dat we op de tv meer hadden kunnen bereiken. In mijn vorige baan bij Mensen in Nood had ik intensief samengewerkt met de KRO, tot beider voordeel. Nadat ik hier binnenkwam heb ik een tijd lang hard gewerkt om iets dergelijk voor elkaar te krijgen met de omroep en de universiteit. maar dat kwam niet goed op de rails. De belangen van ons en de KRO lagen toch te ver uit elkaar. Achteraf bezien hadden we nog meer in dit contact moeten investeren.’ Wat was jouw finest hour? ‘De naamsverandering. Ik herinner me de gesprekken op klooster Soeterbeeck, waar een jaar lang heel regelmatig bijeenkomsten waren om over onze missie te praten. Wat zijn onze kernwaarden? Daar kwam uit dat we betrokken willen zijn bij elkaar, bij de samenleving, en dat we kiezen voor kwaliteit. De uitkomst van dat zelfonderzoek was dat het katholieke in onze naam niet goed werkte. Iedereen vult dit op zijn eigen manier in – dit zit vaak heel diep. Dat maakt het moeilijk om het katholieke in je naam te zetten. Er bestaat ook niet zoiets als katholieke wetenschap. De naam Katholieke Universiteit zat ons in de weg.’ Op jouw agenda stond het verbeteren van de relatie met de stad. Wat trof je aan toen je binnenkwam? ‘In de stad heette het dat we toen met onze rug naar elkaar toe stonden. Dat is gelukkig niet meer het geval. Kijk naar de Vrede van Nijmegen-penning, een initiatief van stad en universiteit samen. Bij het lustrum van 2008 werd dit mooi gemarkeerd met een festival in de stad, de eerste keer dat het gebeurde. Ik herinner me als de dag van vandaag dat ik die ochtend aan kwam fietsen op het Marienburgplein en het Radboud rood zag wapperen. 1 juli 2008. Dat was een van mijn mooiste momenten.’ Een woordvoerder moet altijd de waarheid spreken, beloofde je bij binnenkomst. Je hebt  nooit hoeven jokken? ’Ik heb nooit dingen gezegd die niet waar zijn, dat zal ik nooit doen. Natuurlijk heb ik altijd moeten spreken namens de organisatie en dan is het vanzelfsprekend dat je soms een standpunt moet verwoorden dat je wellicht zelf iets anders zou zeggen. Maar dat is geen jokken. Ik ben bij wat ik heb gezegd altijd trouw kunnen blijven aan mezelf. Ik heb nergens spijt van.’ Wat deed je dan als het universiteitsbestuur je opdroeg een standpunt te verwoorden dat je niet beviel? ‘Dan was er goed overleg. Als er al onenigheid over was, ging het om nuances. Ik heb nooit een wezenlijk moreel dilemma ervaren bij de manier waarop de universiteit wilde communiceren, ook niet bij de grote kwesties die hebben gespeeld. Over de pedofiele student, over de moslimstudent die Theo van Gogh dood verklaarde, over de pornoboer op de campus: in al die zaken verliep de relatie met het universiteitsbestuur probleemloos.’ Wat was de grootste misser? ‘Het moment tijdens de opening van het academisch jaar dat de geplande filmpjes niet vertoond konden worden vanwege technische problemen. Daar hadden we zoveel in geïnvesteerd, en op het beslissende moment liet de techniek ons in de steek. Ik kon toen wel door de grond zakken.’ Er zal vast iets zijn dat je als woordvoerder nooit hebt gecommuniceerd en dat je nog kwijt wilt. Grijp je kans. ‘Dan wil ik zeggen hoe ontzettend betrokken er altijd is gereageerd op de Alzheimer van mijn vrouw Francine. Ik kon dat altijd een plaats geven in mijn werk, daar is altijd met het volste begrip op gereageerd. Op zulke momenten heb ik beseft dat onze missie van betrokkenheid bij elkaar meer is dan een dode letter. Die missie heb ik hier écht mogen ervaren.’ / Paul van den Broek

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!