Staatssecretaris van Onderwijs Halbe Zijlstra acht de kans dat studenten uit angst voor de langstudeerboete afzien van een masteropleiding niet zo groot. Bovendien vindt Zijlstra het niet zo’n probleem: studenten kunnen altijd later nog een master doen.

De redacties van de bladen van universiteiten en hogescholen – ook Vox nam deel – presenteerden begin maart een enquête. In die enquête, gehouden in februari, geeft 18 procent van de Nederlandse bachelorstudenten aan  dat de langstudeerboete van invloed is op hun studiekeuze. Zij kiezen een andere master omdat die makkelijker is of betere kansen biedt op de arbeidsmarkt.  Eén op de twaalf studenten geeft aan af te zien van het volgen van een masteropleiding.

Kamervragen
PvdA-Kamerlid Tanja Jadnanansing stelde Kamervragen naar aanleiding van de enquête. Staatssecretaris van Onderwijs Halbe Zijlstra reageerde daar gistermiddag op. Zijlstra geeft aan dat het hem ‘sterk lijkt’ dat studenten afzien van een masteropleiding specifiek uit angst voor de langstudeerboete. Niet iedere twijfelaar zal afzien van het volgen van de master, benadrukt de staatssecretaris.

Bewuste keus
Zijlstra benadrukt dat het voor hem draait om het maken van een bewuste keuze. ‘Als bachelor-studenten zeggen: ‘ik weet nog niet zeker of ik wel een masteropleiding wil volgen, ik ga eerst werken’, dan vind ik dat een bewuste keuze van de student. Deze studenten kunnen altijd later nog besluiten of ze een masteropleiding willen gaan doen.’

Arbeidsmarkt
Op de door Jadnanansing gestelde vraag of universitaire bachelorstudenten wel klaar zijn om de arbeidsmarkt te betreden, geeft Zijlstra het volgende antwoord: ‘Op dit moment gaat slechts een zeer beperkt deel van de studenten met een universitaire bachelorgraad de arbeidsmarkt op. Wel is het zo dat tal van studenten met een wo-bachelorgraad een eigen onderneming, studiegerelateerde bijbanen of onderzoeks- of ontwerpopdrachten weten te genereren.’ / HOP / Mark Merks