Op zoek naar fraude: door AI vertrouwt de docent zijn student niet meer
-
Foto: Agence Olloweb (via Unsplash)
Een deel van je scriptie of essay overschrijven is met ChatGPT makkelijker dan ooit. Examencommissies zijn er maar druk mee. Hoe gaan zij om met vermoedens van fraude? ‘Studenten vinden het fijn dat de spelregels duidelijk zijn.’
Adriejan van Veen is lid van de examencommissie bij geschiedenis. Hij ziet binnen zijn opleiding geen alternatief voor essays en scripties.
‘De plagiaatgevallen waar wij als examencommissie mee in aanraking komen zijn het topje van de ijsberg, vermoed ik. Wij hebben er geen zicht op hoe studenten AI-tools gebruiken. Ik vraag het weleens; als er dan al een antwoord komt, blijkt dat sommige studenten AI bij alle stappen van het onderzoeksproces gebruiken: van sparren tot inhoudelijke analyse, van zoeken naar literatuur tot het corrigeren op taal en stijl.’
‘Onze facultaire richtlijnen verbieden het om AI-output als eigen werk te presenteren. Rode vlaggen zijn foutloze teksten die op algemeen niveau blijven hangen, maar weinig concrete voorbeelden bevatten. Vaak staan ze vol clichés, met termen als pivotal en vital. Bij geschiedenis werken we vaak met primaire bronnen, bijvoorbeeld uit de oudheid. Het ontbreken van citaten daaruit is ook een belangrijk signaal.’
‘Als een oplettende docent het vermoeden heeft van overmatig AI-gebruik, gaat de examencommissie ernaar kijken. Het vorige collegejaar is dat zes keer gebeurd. Dan gaan we onderzoek doen door de tekst te bestuderen en te praten met docent en student. Onze ervaring is dat studenten dan wel met een eerlijk verhaal komen.’
‘Het kan bijvoorbeeld zijn dat er ooit wel een eigen geschreven concepttekst lag, maar dat de student die heeft laten corrigeren en verbeteren door ChatGPT. Dan vragen wij naar de chatlogs: laat maar zien hoe je samen met AI tot deze tekst bent gekomen. Of eenexamencommissie een student hiertoe kan verplichten? Dat is moeilijk te zeggen, want er is geen beleid voor.’
‘Als historicus moet je nu eenmaal leren hoe je een essay schrijft’
‘Ik denk dat we toe moeten naar een situatie waarin studenten op aanvraag van de docent moeten kunnen aantonen hoe hun interactie met AI is geweest. We moeten dit als opleiding regelen, want de universiteit loopt lichtjaren achter. Bij de faculteit zijn er wel richtlijnen, die zijn in de basis goed. De vraag is hoe je ze handhaaft.’
‘Take-home-tentamens zijn door AI verleden tijd. Reguliere tentamens kun je gelukkig nog laten maken in een beveiligde omgeving zonder internet. Vooral de langere essays en scripties zijn nog een probleem. Je hoort weleens dat we studenten vanwege AI anders zouden moeten toetsen, bijvoorbeeld mondeling of met tussentijdse opdrachten. Maar als historicus moet je nu eenmaal leren hoe je een essay of scriptie schrijft. Dat kan niet samengaan met het volledig omarmen van AI. Consequentie daarvan is dat we als docent heel secuur het werk van studenten moeten controleren.’
‘Tegelijkertijd is bewustwording over beroepsethiek enorm belangrijk. Wat is een goede wetenschapper en hoe past AI daarin? Ik geef daar voorlichting over aan eerstejaarsstudenten. Het zou goed zijn als de universiteit als geheel daar ook actiever mee naar buiten treedt. Het blijft erg stil op dat vlak.’
Barbara Müller is lid van de examencommissie bij communicatiewetenschap. Ze ziet het aantal meldingen van fraude een enorme vlucht nemen.
‘AI is in beginsel verboden op onze opleiding. Docenten die daar een uitzondering op willen maken, moeten daarover in gesprek met de opleidingsdirecteur. Die kijkt dan of het écht van toegevoegde waarde is. ‘Studenten vinden het fijn dat de spelregels duidelijk zijn. Veel studenten zullen alsnog wel AI gebruiken, maar doordat wij erop hameren dat het verboden is, gaan ze er in ieder geval over nadenken. Immers, je bent op de universiteit om te leren schrijven en kritisch na te denken. Natuurlijk is het soms frustrerend om een stuk tekst te schrijven, maar dat hoort bij het leerproces.’
‘We moeten tolerantie kweken voor imperfectie’
‘Generatieve AI zorgt ervoor dat we nog meer gaan focussen op het eindproduct. Alsof dat perfect moet zijn. Ik geef bijvoorbeeld colleges waarin studenten aan de slag moeten met een beïnvloedingscampagne. Ze vragen dan: mogen we de poster door AI laten maken? Ik leg dan uit dat het niet gaat om hoe mooi de poster is, maar om het idee achter hun campagne. Als docent hebben we daar een belangrijke rol in te spelen: we moeten tolerantie kweken voor imperfectie. Als een zin niet lekker loopt, vinden we dat tegenwoordig al heel erg.’
‘Het probleem van AI-gerelateerde fraude sinds de lancering van ChatGPT is groot. Zeker over het werk van eerste- en tweedejaarsstudenten komen veel meldingen binnen: dit academisch jaar alleen al tussen de dertig en veertig. Voorheen waren het er misschien tien per jaar.’
‘Je merkt dat docenten wantrouwig worden. Dat schaadt de relatie met hun studenten. Ze maken veel vaker melding omdat ze in allerlei teksten iets raars herkennen, terwijl niet altijd geconcludeerd kan worden dat er gefraudeerd is. We krijgen als examencommissie extra uren toegekend, puur vanwege de hoeveelheid meldingen.’
Herman Geuvers is voorzitter van de examencommissie Computing Science. Ondanks de zorgen die AI opleveren ziet hij ook kansen.
‘Een belangrijke vaardigheid die onze studenten opdoen is programmeren. Tijdens het inleidende vak maken de studenten tussentijdse opdrachten. Als ze die allemaal inleveren, krijgen ze een bonuspunt tijdens het tentamen. Dat werkt als een stimulans om te oefenen.’
‘Natuurlijk, dat programmeerwerk kunnen ze door AI laten maken. Door ChatGPT bijvoorbeeld, maar bij ons is vooral Copilot populair. Dat zien we vaak gebeuren. Je kunt denken: laat ze maar hun gang gaan, want uiteindelijk worden ze getoetst tijdens een drie uur durend tentamen zonder AI. Dan moeten ze laten zien wat ze kunnen.’
‘AI is ook vooruitgang: kennis wordt vrijer toegankelijk’
‘Maar we nemen het wel serieus. Als je de remmen losgooit, beland je in de situatie waarin wij veel werk stoppen in het nakijken van opdrachten die gemaakt zijn door Copilot of ChatGPT. Da’s een belachelijke investering natuurlijk, en niet het idee van onderwijs. Bovendien: als studenten niet zelf oefenen, halen ze het vak niet.’
‘Docenten zien vaak vrij snel of iets het werk is van AI. Als je ChatGPT een eerstejaarsopdracht laat maken, komt hij met constructies die studenten nog helemaal niet kennen. Een slimme student die op het matje wordt geroepen, zorgt dat hij die constructies alsnog onder de knie krijgt. Die komt dan met een enigszins coherent verhaal en ontspringt de dans.’
‘Veel studenten programmeren ook voor hun hobby of als bijbaan. Dan zijn ze constant in interactie met Copilot. Niet dat ze alles daaruit kopiëren, maar ze doen wel ideeën op. Of ze gebruiken het voor constructies die ze niet paraat hebben. Dat is de moderne manier van programmeren. Is dat goed of fout? Daar zijn die studenten niet zo mee bezig. In hun werk zullen ze het later in veel gevallen ook zo doen.’
‘Vaak zijn de vermoedens vrij duidelijk. Bijvoorbeeld als studenten verwijzen naar artikelen of bronnen die helemaal niet blijken te bestaan. Soms weten studenten ook niet dat tools zoals Scribbr en ChatPDF door AI gestuurd worden. We moeten ze daar echt over gaan voorlichten: wat valt er onder AI-gebruik?’
‘Er zijn ook gevallen geweest waarin een docent zei: “Deze tekst slaat nergens op, dit móét AI zijn.” Maar een sanctie volgt alleen als we de fraude kunnen bewijzen. Als de student het niet toegeeft, moeten we heel zeker zijn van ons verhaal.’
Nieuwe Vox
Dit artikel komt uit de nieuwe Vox, die volledig in het teken staat van AI. In dit magazine lees je alles over de invloed van kunstmatige intelligentie op onderwijs, wetenschap en studentenleven. Wist je dat ChatGPT bijvoorbeeld heel interessante ideeën heeft voor een studentikoos dagje Nijmegen? Maar niet iedereen is fan: drie studenten vertellen dat ze juist niks moeten hebben van AI-tools. Ze proberen, zo goed en kwaad als dat kan, AI niet te laten doordringen in hun dagelijkse levens.
‘We zijn nu bezig de manier van toetsen te veranderen. Minder nadruk op het eindproduct, meer op het proces ernaartoe. Dat is een goede ontwikkeling. Als docent kun je studenten dan beter begeleiden in het leerproces en veel van hun onzekerheden wegnemen. Daarvoor word je toch docent: om studenten te helpen groeien?’
‘De meeste studenten komen daarvoor naar de universiteit. Natuurlijk, een paar willen gewoon een papiertje. Maar de meesten willen fatsoenlijk en eerlijk getoetst worden en echt iets leren.’
‘Ik denk zeker niet dat de studenten die wij afleveren daardoor mindere programmeurs zijn dan vroeger. Als studenten nooit zelf geprogrammeerd hebben, kunnen ze ook niet zien of de uitkomst van een AI-model klopt, en wat er eventueel fout gaat. Het is daarom essentieel dat studenten de basiskennis paraat hebben. In ons geval betekent dat: kunnen programmeren.’
‘Vroeger kon iedereen hoofdrekenen, tegenwoordig gebruiken we de rekenmachine. Toch is het handig als je nog iets weet over cijfermatige verhoudingen. Zodat je, als je een foutje hebt gemaakt bij het invoeren van de formule, ziet: hier kan iets niet kloppen. Zo werkt het ook bij programmeren.’
‘Sommigen zeggen dat de vergelijking tussen AI en de rekenmachine mank gaat. Volgens mij is dat niet zo. Dingen veranderen onder invloed van dit soort technologie. Het is ook een soort vooruitgang. Studenten zullen efficiënter te werk kunnen gaan en kennis wordt vrijer toegankelijk. Maar studenten moeten de uitkomsten nog wel kunnen toetsen aan hun eigen kritische blik: niet alles dat gegenereerd wordt door AI, is automatisch waar.’
Anco Peeters schreef op 12 juni 2025 om 10:37
Goed om de verschillende inzichten te lezen. Ik merk zelf dat studenten (en soms docenten ook) de vergissing maken dat het bij schrijf- of programmeeropdrachten zou gaan om het eindproduct. Dat is niet zo: het gaat om het denk- en leerproces waardoor je tot het eindproduct komt. Die vergissing is begrijpelijk, want omdat we zulke processen lastig vinden te toetsen kijken we voor het geven van feedback en eindcijfers voornamelijk naar die eindproducten.
Ik denk zelf dat de vergelijking met de rekenmachine inderdaad mank gaat. Bij verkeerd gebruik van taalmodellen en andere AI-toepassingen ligt de verleiding enorm op de loer om zoveel van het denkwerk uit te besteden aan die toepassingen, dan dit het leerproces hol maakt. Voor wie dit interessant vindt heb ik dit uitgebreider opgeschreven in dit boekhoofdstuk dat later dit jaar uitkomt: https://repository.ubn.ru.nl/handle/2066/318281