Studeren is een spectrum: van een leien dakje tot enorm worstelen
-
Kim Fairley. Foto: Dick van Aalst
Columnist Kim Fairley probeert het leven te peilen van de eerstejaars studenten die ze begeleidt. 'Een uurtje voor je uit staren is oké, heus!'
Hoe gaat het met je? Wat vind je van de studie? Hoe gaat het studeren? Hoe is de overgang van de middelbare school naar de universiteit?
Vragen aan mijn clubje van eerstejaars studenten economie die ik als mentor begeleid.
In 10 minuten probeer ik te peilen hoe hun leven ervoor staat. Ik weet vooraf al dat ik bij de één meer moet lospeuteren dan bij de ander. Dat de één direct al zijn sores op tafel gooit en de ander cryptisch blijft. Dat thuissituaties enorm verschillen. Dat studeren een spectrum is: van een leien dakje tot enorm worstelen.
Bovenal wil ik ze, als het nodig is, wijzen op de datum van 1 februari. Tot die tijd is er nog gratie, daarna is de overheid onverbiddelijk: studenten mogen stoppen met hun studie en de tot dan toe ontvangen studietoelages worden kwijtgescholden, na februari loopt de teller door. In het verleden heb ik studenten er vaak op gewezen dat stoppen soms de moedigste keuze is. Dat het allesbehalve een falen is, maar juist een teken van inzicht.
De vijftien studenten die ik vorige week een-op-een sprak hadden deze herinnering niet nodig. Sommigen moesten eerder getemperd worden. ‘Wil je al die extra keuzevakken volgen uit prikkelende nieuwsgierigheid, of zegt een stemmetje dat je het moet?’, kaats ik terug wanneer een student aangeeft haar tijd op de universiteit toch uiterst nuttig te moeten besteden.
‘De student anno 2025 heeft bijbaantjes, reist de wereld over, zit in een commissie van de studievereniging en treint wat af’
Mind you, de student anno 2025 heeft bijbaantjes, reist de wereld over, zit in een commissie van de studievereniging, treint wat af omdat een kamer nauwelijks te vinden dan wel te betalen is, en o ja, de studie moet ook op tijd af. Dus ik vervolg: ‘een uurtje voor je uit staren of spontaan doorhalen in het campuscafé na een college is oké, heus!’
Daarbij lopen ze rond met grote vragen. Zit ik op de goede weg, vraagt een student? Ze is net achttien. De studie past goed bij haar en opent deuren naar de toekomstscenario’s die ze me schetst. Terloops wijs ik haar erop dat ze deze vraag haar hele leven zal blijven stellen.
Ik vertel het verhaal van mijn zusje, die bedrijfscommunicatie studeerde aan de Radboud Universiteit, jarenlang sales- en marketingfuncties bekleedde en vorig jaar terugkeerde naar de schoolbanken. Ze wordt verpleegkundige.
Ik slik mijn enthousiasme en trots in, want haar ogen verraden inmiddels wat ze niet hardop uitspreekt: ‘je bedoelt dat ik zal blijven wikken en wegen?’
Aarzelend staat ze op en zwiept haar tas op haar rug.
Lees alle columns van Kim Fairley