column

Tonight

10 okt 2014

Oom Eric woont al vijfentwintig jaar in Amerika, en dat kun je horen. Jaarlijks komt hij op bezoek bij mijn ouders in Nederland. Mijn broertje en ik hadden er altijd de grootste lol in zijn accent na te doen: ‘Kom, mam, dan gaan we naar oma two.’

Voor ik naar Yale kwam deed ik mezelf een belangrijke belofte. Ik zou nooit zo gaan klinken. De taal is mijn belangrijkste band met Nederland. Na mijn familie en vrienden mis ik het Nederlands het meest nu ik in het buitenland ben. Ik schrijf, ik bestudeer literatuur. Taal is mijn belangrijkste middel, ik kan niet zonder. Daarom kijk ik dagelijks heel bewust Nederlandse televisieprogramma’s terug, en heb ik heel bewust andere expats opgezocht om in mijn eigen taal te kunnen blijven spreken.

Tijdens een uitwisseling met Brown University deze week ontmoette ik een andere Nederlandse classicus. M., derdejaars promovendus, vierdejaars Amerikaan. Het kostte me moeite me te concentreren op wat hij te vertellen had. In elke zin sloop wel een Engelse term, omdat hij zich het Nederlands niet meer kon herinneren. Het stopwoordje like, telkens als hij even na moest denken. Dat afgrijselijke Amerikaanse kauwgomballenaccent, waarbij alle medeklinkers ingeslikt lijken te worden en de toonhoogte stijgt naarmate de zin vordert, zodat elke zin klinkt als een vraag.
M. was mijn schrikbeeld. De aftakeling was zichtbaar. Zijn moedertaal sijpelde langzaam uit hem weg. Dat ging mij nooit gebeuren.

Op de weg terug naar Connecticut krijg ik een Facebookbericht van mijn moeder. ‘Tijd om te Skypen vandaag?’
‘Nee, ik moet studeren in de bieb vannacht.’
‘Vannacht?’
‘Vanavond, bedoel ik. Waarom zeg ik nou vannacht?’
En dan dringt het tot me door. Vannacht. Tonight. Het is begonnen.

Lees alle columns van Niek Janssen

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!