Als student voorzitter zijn van een rechtswinkel: ‘De wereld van het recht is voor veel mensen maar ingewikkeld’
-
Linde Klokgieters. Foto: Johannes Fiebig
Bij de rechtswinkel van Oss geven studenten gratis juridisch advies aan inwoners met de meest uiteenlopende vragen. Rechtenstudent Linde Klokgieters (20) combineert haar studie aan de Radboud Universiteit met dit vrijwilligerswerk, waarbij ze praktijkervaring opdoet buiten de collegebanken. Tijdens de spreekuren krijgt ze te maken met diverse en soms gevoelige situaties.
Je moet het als twintigjarige student maar kunnen, buiten de colleges om mensen helpen met hun juridische problemen. Bijvoorbeeld als een meisje tijdens jouw spreekuur ontdekt dat een onbekende man op haar geboorteakte ingevuld staat als vader.
Een rechtswinkel wordt vaak gerund door studenten. Deze geven gratis juridisch advies aan de inwoners van de omgeving waar de rechtswinkel is gevestigd. Dit zijn allerlei verschillende casussen. Mensen gaan trouwen, of scheiden. Mensen krijgen een kind, maar hebben juridisch nog niets geregeld. Of mensen hebben een conflict met hun huisbaas of werkgever. De rechtswinkel biedt volgens Klokgieters een laagdrempelige optie voor deze mensen. ‘De wereld van het recht is voor veel mensen maar ingewikkeld, kosten lopen snel op als je naar een advocaat gaat.’
De rechtswinkel waar Klokgieters werkt, is gevestigd in het Brabantse Oss. Klokgieters heeft voor deze plek gekozen omdat het tussen Nijmegen en Boekel ligt, het dorp waar ze is opgegroeid. ‘Op deze wijze blijf ik ook maatschappelijk betrokken in Brabant, terwijl ik nu in Nijmegen woon. Oss is vanuit Nijmegen ook maar een kwartiertje met de trein.’ Verschillen tussen casussen in haar rechtswinkel en die in Nijmegen kan ze niet bedenken. ‘Ik denk juist dat het vergelijkbaar is. Nijmegen en Oss zijn allebei steden met diverse bevolkingsgroepen.’
Klokgieters is begonnen bij de rechtswinkel omdat het haar goed leek als student vrijwilligerswerk te doen. ‘Zo draag ik mijn steentje bij aan de maatschappij’, vertelt ze.
‘De wereld van het recht is voor veel mensen maar ingewikkeld, kosten lopen snel op als je naar een advocaat gaat.’
Ook kan de student de werkervaring goed gebruiken voor haar toekomst. ‘Je bent écht al bezig met het oplossen van zaken. Je leert werken in teamverband en oefent je schrijf -en communicatievaardigheden.’ Dit kan een rechtenstudent goed gebruiken. ‘De enige verplichte praktijkervaring tijdens je studie zijn nagespeelde situaties met je medestudenten.’ Terwijl bijvoorbeeld een verplichte stage wat Klokgieters betreft goed bij de studie zou passen. ‘Ondanks dat het een universitaire studie is, is je toekomstige baan erg praktisch.’
Haar werk combineren met haar bachelor rechten gaat Klokgieters prima af. ‘Omdat je als medewerker maar één keer in de twee weken spreekuur hebt. Dit is in de avonden dus buiten colleges om’, vertelt de student. Haar extra taken als voorzitter vindt ze ook absoluut niet erg. ‘Ik ben gemotiveerd en wil me graag inzetten.’
Toch kan het juridische werk ook ingrijpend zijn, vooral omdat ze bij de winkel ‘nog maar studenten’ zijn. ‘Een keer belde een moeder namens haar zoon naar de rechtswinkel. Ze vroeg zich af hoe ze haar schoondochter konden verplichten een abortus te laten plegen. ‘Vanzelfsprekend’ kun je dit iemand niet verplichten, al helemaal niet juridisch. We konden dan ook alleen maar aanraden om een gesprek aan te gaan.’ De student vertelt het verhaal geanimeerd. ‘We waren allemaal geschrokken van deze vraag. Toch moet je in zo’n situatie professioneel blijven.’
Ook een andere zaak is de voorzitter van de rechtswinkel bijgebleven. ‘Een oma en haar kleindochter kwamen langs bij ons in de winkel. Ze hadden thuis gekeken of het meisje in aanmerking kwam voor een aanvullende beurs. Iets wat binnen twee minuten gepiept zou zijn. Totdat ze inlogden en een voor haar onbekende man als haar vader genoteerd zagen staan in de geboorteakte. Uiteindelijk bleek dat haar moeder, door haar borderline persoonlijkheidsstoornis, niet de daadwerkelijke vader op de geboorteakte heeft gezet.
Uiteindelijk bleek dat haar moeder, door haar borderline persoonlijkheidsstoornis, niet de daadwerkelijke vader op de geboorteakte heeft gezet.
Dit is daardoor in alle gegevens doorgevoerd, en dus had ze ‘voor het systeem’ een andere vader dan haar biologische vader. Dit was wel bizar’, voegt Klokgieters toe.
Na zo’n spreekuur is het fijn om met de collega’s waarmee je op dat moment het spreekuur draait na te praten, vertelt de student. ‘Dan ben je al een deel kwijt van het verhaal waar je mee zou kunnen zitten.’ Ook helpt het om haar ervaringen te delen met haar omgeving, uiteraard zonder persoons en -privacygevoelige gegevens. ‘Ik heb het er bijvoorbeeld over met mijn huisgenootjes, of met mijn ouders als ik in het weekend naar huis ga.’
