Politicologe Carmen Becker nam tussen 2007 en 2010 deel aan chatrooms en fora van moslims die de Salafiyya volgen, bezocht hun moskeeën, hun lezingen en sprak uitgebreid met een kleine vijftig van hen. Dat liep niet altijd soepel. ‘Het onbegrip voor andersdenkenden raakte me wel.’ Carmen Becker, politicologe, wilde achterhalen wat moslims nou eigenlijk doen op internet. Ze nam in haar studie alleen jonge moslims mee die in Nederland en Duitsland de Salafiyya volgen (ook wel Salafisten genoemd). Zij zijn streng gelovig, maar niet per definitie radicaal. Sinds de jaren negentig neemt deze groep toe in Nederland en Duitsland. De laatste jaren zijn ze actiever op internet, weet Becker. Salafiyya-volgelingen beschouwen de eerste drie generaties moslims als leidraad. Ze willen leven zoals hun profeet leefde, tot in detail, en voor die details raadplegen ze veelvuldig internet. ‘Het internet maakt het ze gemakkelijk om te zoeken naar antwoorden op hun geloofsvragen. Neem een vraag als: mag ik in een restaurant werken waar alcohol wordt verkocht? Daar kun je met een paar zoektermen vrij snel achter komen.’ Koran Becker was verrast door de gedrevenheid waarmee de jonge moslims het internet afstruinen op zoek naar antwoorden. Vragen hebben ze genoeg. ‘Ze nemen de Koran heel letterlijk. Maar de moeilijkheid is dat de Koran niet altijd even duidelijk is. Je kunt veel teksten verschillend interpreteren. Daarbij spreekt de Koran zichzelf soms tegen: tegenover een tekst over ongelovigen die je bruut moet behandelen staat een tekst over verdraagzaamheid en het ontbreken van dwang in religie.’ De kennis die sommigen hebben van de  Koran en de verhalen over het leven van de profeet, verbaasde Becker. ‘Af en toe lijken het wel islamologen, op de leeftijd van twintig jaar!’ Maar de jonge Salafiyya-volgelingen gaan ervan uit dat de Koran dé waarheid is en dat maakte het voor Becker confronterend om deel te nemen aan hun fora en chatrooms. ‘De dingen die ze over andere geloven zeggen – die ze in feite belachelijk maken – vind ik heel erg. Het raakt je toch, ook al wil je als onderzoeker afstand nemen en ben ikzelf niet gelovig. Je merkt dat de meesten niet uit zijn op het begrijpen van andersdenkenden.’ Ze vonden het aanvankelijk heel interessant dat Becker de Koran kent en Arabisch spreekt, maar zodra  ze vertelde dat ze zelf niet gelooft, was hun interesse vaak als sneeuw voor de zon verdwenen. ‘Dan zeiden ze: “Je kent de islam zo goed, je spreekt nota bene Arabisch, dan moet jij toch weten dat de islam de waarheid is.”’ De moslims gebruiken de chatroom ook voor bekeringen. ‘Dat heeft me wel verrast. Normaal spreek je een islamitische geloofsbelijdenis uit in de moskee. In een chatroom spreekt een persoon in een microfoon z’n  geloofsbelijdenis uit, zonder dat de anderen hem of haar zien. Maar dat is voldoende: het is voldoende als er twee of meer moslims meeluisteren en zo getuige zijn. De persoon die spreekt is daarmee moslim geworden.’ Het is overigens niet zo dat de jongeren de moskee helemaal niet meer nodig hebben. Ze bidden er op vrijdag en tijdens ramadan en raadplegen er predikers als internet ze geen eenduidig antwoord geeft op geloofsvragen. / Martine Zuidweg Becker promoveert  9 september bij religiewetenschappen op haar onderzoek.