‘Dijkgraaf zal worden gemist’
Robbert Dijkgraaf, de president van de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen (KNAW), legt zijn functie neer en wordt per 1 juli 2012 benoemd als directeur van het Institute for Advanced Study van de Amerikaanse universiteit Princeton. Nijmeegse wetenschappers vertellen wie Dijkgraaf is en waarom het jammer is dat hij vertrekt.
Theo Rasing, hoogleraar Vaste Stoffysica en lid van de KNAW, is verbaasd en noemt het vertrek van Dijkgraaf ‘zonde’. Rasing: ‘Ik hoorde het zondag, het kwam voor mij als een verrassing. De Nederlandse wetenschap in het algemeen en de natuurkunde in het bijzonder verliest een geweldige ambassadeur. De KNAW zal hem missen.’
Opvolging
Dijkgraaf heeft veel voor de KNAW betekend, zegt Rasing. ‘Robbert stuurde de KNAW richting een meer centrale rol in het maatschappelijk en wetenschappelijk debat.’ Over potentiële opvolgers laat Rasing zich nog niet uit. ‘Als ik al iemand op het netvlies had, zou ik dat nu nog niet laten vallen. Maar ik zeg je eerlijk dat ik daar nog helemaal niet mee bezig ben geweest.’ Over de procedure laat de Nijmeegse hoogleraar wel wat los. ‘De president komt altijd voort uit de huidige leden. En de kans is groot dat, omdat Dijkgraaf een bèta was, hij wordt opgevolgd door iemand uit een andere sector.’
Paradijs
‘Het instituut van Princeton is een klein paradijs op aarde, gelegen in een idyllisch bos, op een uurtje van New York. En het is natuurlijk een prestigieuze functie – hoewel in mijn ogen niet meer prestigieus dan de functie als president van het KNAW’, zegt Klaas Landsman, hoogleraar Mathematische Fysica. Landsman kent Dijkgraaf goed, ze hadden aan de Universiteit van Amsterdam precies dezelfde leeropdracht (mathematische fysica) en troffen elkaar in het verleden ook regelmatig vanwege bestuurlijke functies.
Onderzoek doen
Landsman: ‘Ik denk dat Robbert zich meer wil richten op wetenschappelijk onderzoek. Hij doet hier in Nederland zo veel, hij lijkt bijna het gezicht van de Nederlandse wetenschap geworden. Je ziet hem in zijn rol bij de KNAW, in allerlei andere besturen, maar ook op televisie en als hoogleraar op de UvA. Hij is een publiek figuur geworden.’ Dat is deels een vrijwillige keuze geweest, denkt Landsman, maar ook plichtsbesef. ‘Robbert heeft wellicht moeite gehad om ‘nee’ te zeggen tegen de vele verzoeken die op hem afkomen. Zelf onderzoek doen heeft daar onder geleden.’
Compliment
Ook Landsman geeft aan het vertrek van Dijkgraaf een gemis te vinden voor de Nederlandse natuur- en wiskunde, maar ziet ook positieve kanten. ‘Het is vooral een compliment voor Robbert Dijkgraaf, maar ook voor de Nederlandse wetenschap. En hoewel Robbert daar niet zit om Nederlandse belangen te verdedigen, blijven de nauwe banden bestaan, hij is een vooruitgeschoven pion.’ / Mark Merks