Een bebrild, kleinzielig monster
Het was wel opletten geblazen, gisteravond in de aula van de universiteit. Rechtsfilosoof Thomas Mertens verzorgde de jaarlijkse Hannah Arendt Lezing, over ‘de banaliteit van het kwaad’.
Mertens analyseerde in de lezing het strafproces (1960) tegen Adolf Eichmann, de roemruchte Duitse ‘schrijftafelmoordenaar’ en het boek dat Hannah Arendt over dit proces schreef. Eichmann organiseerde de deportatie van zes miljoen Joden in de Tweede Wereldoorlog vanachter zijn bureau. Tijdens zijn proces werd hij afgeschilderd als het vleesgeworden kwaad, de duivel zelve. Hannah Arendt zag echter een kleinzielige, willoze ambtenaar in de beklaagdenbank. En toch stond dat bebrilde, iele mannetje aan de basis van zes miljoen doden. De banaliteit van het kwaad.
Wraak
Volgens Arendt dient een strafproces enkel en alleen om de strafwaardigheid van een verdachte vast te stellen. Strafpleiter Hausner stelde zich destijds echter juist op als ‘vertegenwoordiger van zes miljoen Joodse slachtoffers’. Hij focuste op het lijden van de Joden, niet op het handelen van Eichmann. Het proces streefde zo zijn eigenlijke doel voorbij, vond Arendt. Het was verworden tot een collectieve Joodse wraakactie.
Dubbelzinnigheid
‘Is er wel een juiste manier om een persoon als Eichmann te berechten?’, vroeg Mertens zich af. Eichmann volgde naar eigen zeggen slechts bevelen op, als een radertje in het systeem. Hij was maar een gewone vent: zijn motivatie was niet om genocide te plegen, hij wilde een goede werknemer zijn. In zijn omgeving was bovendien niemand tégen de Endlösung.
Op basis van zijn persoonlijke intenties en beweegredenen, zou Eichmann niet te veroordelen zijn. Men zou daarvoor de focus moeten leggen op zijn strafbare daden en de consequenties ervan. Met de focus op zes miljoen gedeporteerde Joden, zou Eichmann geen schijn van kans maken in het proces. Maar in dat scenario zou Eichmanns persoonlijke verhaal geen aandacht krijgen. In het daadwerkelijke proces benadrukte Eichmann zijn eigen banaliteit en de stafpleiters juist zijn misdaden. ‘Die onwerkbare dubbelzinnigheid zie je nog steeds terug in het huidige strafrecht. Daar moeten we mee leren leven’, concludeerde Mertens.
Intrigerend
De reacties na afloop waren lovend. De gepensioneerde natuurkundige Huib Dane vond het ‘een buitengewoon goede, zeer verhelderende lezing’. Joos van Vught, organisator van het Soeterbeeckprogramma, beaamt het succes. ‘Er waren 300 mensen, een mooie opkomst. Niet geheel onverwacht overigens: de Holocaust is een thema dat mensen blijft intrigeren.’ De enige kritische noot komt uiteindelijk van een aanwezige middelbare scholiere. De door toehoorders gestelde vragen waren niet conreet, vindt Elske Kroonmeijer. ‘Sommige mensen leken vooral te willen vertellen wat ze zélf wisten. Maar dat is wel vaker bij een lezing, heb ik gehoord.’ /Teks: Joep Sistermanns