Hoezo, eert uw vader en uw moeder? Gezinssolidariteit in Nederland in de 20e eeuw
Ouders zorgen voor en investeren in hun kinderen. Die ‘betalen’ hun ouders later terug door verdiend loon af te staan of door voor hun ouders te zorgen. Maar zo ging en gaat het niet altijd, de ouder-kindverhouding kan zich op verschillende manieren ontwikkelen. Paul Klep, hoogleraar Economische en sociale geschiedenis aan de Radboud Universiteit Nijmegen, wijdt hier aanstaande vrijdag 25 november zijn afscheidsrede aan, getiteld: Gezinssolidariteit en rotten kids. Schaarste, seks en het vierde gebod op het platteland in Nederland in de twintigste eeuw.
In de economische en sociale geschiedenis zijn economische schaarste en sociale ongelijkheid belangrijke thema’s. Het vierde van de tien geboden, ‘Eert uw vader en uw moeder’, belichaamt zo’n fundamentele ongelijkheid. Paul Klep, hoogleraar Economische en sociale geschiedenis aan de Radboud Universiteit Nijmegen, laat in zijn afscheidsrede zien hoe omstreeks 1900 de invulling van het vierde gebod op het platteland van Nederland sterk verschilt.
Onder de proletarische arbeiders – die vooral de kust- en riviergebieden domineren – betalen de jongvolwassenen liever wat kostgeld dan dat ze hun verdiende loon afgeven. Zij verlaten vanaf hun achttiende jaar het huishouden. Het ouderlijk gezag is zwak.
Een tweede type vinden we waar huishoudens een gezinsbedrijfje hebben. Daar waar een egalitair verervingssysteem bestaat, blijven de kinderen tot rond hun achtentwintigste thuis. Seksuele onthouding en celibaat zijn belangrijk. Dit systeem komt op de zuidelijke zandgronden veel voor. Na 1945 stort het abrupt ineen.
In het oosten van het land is er een derde type: gezinsbedrijfjes met ongelijke vererving. Eén erfgenaam verzorgt de ouders. De andere kinderen verdwijnen.
Het merkwaardige is, dat de ouder-kindverhouding in alle systemen als ‘goed’ wordt beschouwd, behalve waar ‘rotten kids’ bezig zijn het ouderlijk gezag te tarten. Klep onderstreept dat de drie gezinssystemen verschillende economische groeipotenties hebben, een inzicht dat bij de armoedebestrijding op wereldschaal van groot belang is.
Deze ‘historische’ rede is ook interessant omdat ze gaat over het hoogst actuele thema: de verhouding (en solidariteit) tussen generaties. Bovendien beschrijft de rede een probleem – conflicten over ouderlijk gezag – dat bijvoorbeeld voor veel allochtone gezinnen (en gezinnen in Oost- en Zuid-Europa met traditionele ouder-kindrelaties) bepaald nog geen geschiedenis is.
Paul Klep (1948) studeerde Economische en sociale geschiedenis in Nijmegen, Wageningen en Leuven, en promoveerde in Leuven. Hij was onderzoeker aan het Centrum voor Economische Studieën in Leuven, en vervolgens docent en hoogleraar aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Klep publiceerde over historische vraagstukken van de transformatie van arbeid en bevolking, over verstedelijking, stadsgeschiedenis en industrieel erfgoed (Breda, Nijmegen, Arnhem) en de geschiedenis van statistiek en kwantificatie. Hij wijdde bovendien heel wat publicaties aan het archiefwezen, de selectie en vernietiging van archivalia en de ontsluiting van bronnen. Hij was medeoprichter, voorzitter en directeur van het N.W. Posthumus Instituut.
Vrijdag 25 november 2011, 15.45 uur precies
Aula Radboud Universiteit Nijmegen
Afscheidsrede Paul Klep, hoogleraar Economische en sociale geschiedenis: Gezinssolidariteit en rotten kids. Schaarste, seks en het vierde gebod op het platteland in Nederland in de twintigste eeuw.
De afscheidsrede van Paul Klep zal na 25 november worden gepubliceerd op www.ru.nl/oraties