‘Ik heb even aan uitstappen gedacht’
De Zevenheuvelenloop is een van de grootste Nijmeegse sportevenementen. Medewerkers en studenten van de Radboud Universiteit zijn op verschillende manieren bij de wedstrijd betrokken, bijvoorbeeld als deelnemer of vrijwilliger. We volgden hoogleraar Inspanningsfysiologie Maria Hopman en haar onderzoeksgroep, die een onderzoek naar oververhitting uitvoerden. In de kleine sporthal van de Joannesschool, op tweehonderd meter afstand van de start/finish van de Zevenheuvelenloop, bereiden enkele tientallen hardlopers zich voor op de vijftien kilometer lange wedstrijd. Een oudere man doet wat rekoefeningen terwijl hij een banaantje naar binnen werkt. Hij wacht op een hardloopmaatje. Die schuifelt wat ongemakkelijk terwijl een jonge vrouw een apparaatje voor zijn buik houdt. Er klinkt een piepje en de man mag gaan. Oververhitting Gekleed in een rood trainingspak kijkt hoogleraar Inspanningsfysiologie Maria Hopman toe hoe vriendelijke jonge vrijwilligers, het merendeel student, de hardlopers begeleiden door de verschillende fasen van haar onderzoek naar oververhitting. Sommige deelnemers vullen formulieren in, anderen worden gewogen op een ouderwetse weegschaal. Iedereen eindigt bij de mensen met de kleine zwarte apparaatjes. Het apparaat gaat voor de buik, het piepje klinkt en de persoon in kwestie mag gaan. Pil Aan het onderzoek doen honderd mensen mee. Ze hebben allemaal een pil geslikt die het de onderzoekers mogelijk maakt om de lichaamstemperatuur precies te meten. ‘Vijftig deelnemers hebben in het verleden problemen gehad met oververhitting, de andere vijftig deelnemers niet’, legt Hopman uit. ‘We meten de kerntemperatuur bij aankomst, vlak voor de start, direct na de finish en nadat ze tijd hebben gehad om bij te komen.’ Warming up Alles is onder controle, ziet Hopman. Dat komt goed uit, want ze moet zelf ook aan haar warming up beginnen. Hopman loopt al jaren hard en heeft vaker meegedaan aan de Zevenheuvelenloop. Haar richttijd dit jaar? ‘Ik hoop het binnen een uur en vijf à tien minuten te doen.’ Aan de start De leiding van het onderzoek laat ze over aan onderzoeker Thijs Eijsvogels, die soortgelijk onderzoek eerder deed tijdens de Vierdaagse en daarop promoveerde. Een half uur voor de start dirigeert hij zijn vrijwilligers naar de start/finish. Daar, op vijf meter van de meet, is voor de deelnemers aan het onderzoek een apart startvak ingericht. Het biedt de onderzoekers de kans om alle grote namen, waaronder meervoudig Olympisch kampioen Haile Gebrselassie, van dichtbij te zien. Gebrselassie doet overigens ook mee aan het onderzoek van Hopman en Eijsvogels. Gebrselassie De pil heeft de 38-jarige Ethiopiër niet in de weg gezeten, blijkt uit het feit dat Gebrselassie tweeënveertig minuten en tweeënveertig seconden na het startschot als winnaar over de streep komt. Fotografen, cameraploegen en journalisten verdringen zich om de hardlooplegende als eerste te pakken te krijgen, maar een man in een rood jack gewapend met een zwart apparaatje geeft ze allemaal het nakijken. ‘Zodra hij over de finish komt moet ik snel zijn, dacht ik nog, voordat ze hem wegvoeren en hij afkoelt’, zegt Thijs Eijsvogels met een jongensachtige grijns. Hij heeft een goede dag. Eijsvogels: ‘Ik vind het wel bijzonder om hier op de finish te staan. En dat er zo’n topatleet meedoet aan ons onderzoek maakt het ook spannend.’ Zwaar
Twintig minuten nadat de binnenkomst van Gebrselassie komt ook Hopman binnen, met een fraaie eindtijd van een uur, vijf minuten en een paar seconden. ‘Maar het ging niet van harte’, geeft de rappe hoogleraar toe. ‘Ik ben te snel gestart en had het na vijf kilometer erg zwaar. Ik heb nog aan uitstappen gedacht, maar dat kon ik natuurlijk niet maken tegenover de mensen die hier op de streep voor me ingevallen zijn.’ / tekst Mark Merks, foto’s Dick van Aalst