In Nederland geen consensus over hoe te straffen
Nederlanders verschillen radicaal van mening over welke straffen moeten worden gegeven voor misdrijven. Dat blijkt uit onderzoek van het Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving (NSCR, Amsterdam) en de Radboud Universiteit Nijmegen. In opdracht van het ministerie van Veiligheid en Justitie is onderzocht hoe de Nederlandse bevolking misdrijven wenst te straffen. Een representatieve groep van ruim duizend Nederlanders is gevraagd op de stoel van de rechter te gaan zitten. Zij moesten een oordeel vellen over de strafzwaarte en de strafvorm bij relatief veel voorkomende delicten.
Een aantal conclusies uit het onderzoek:
- De Nederlandse bevolking is het niet eens over hoe zwaar moet worden gestraft. Voor een kwart van de bevolking zou bijvoorbeeld drie dagen gevangenisstraf zwaar genoeg zijn als het om een eenvoudige winkeldief gaat. Voor een even grote groep moet de gevangenisstraf hier echter minimaal twee maanden zijn.
- Er is geen consensus onder de Nederlandse bevolking over welke straffen passend zijn voor specifieke delicten. Waar sommige burgers in bepaalde gevallen een werkstraf het meest passend vinden, zouden andere burgers veel liever een gevangenisstraf opgelegd zien. Weer andere burgers geven de voorkeur aan een geldboete.
- Van de drie hoofdstraffen (gevangenisstraf, werkstraf, geldboete) is het de werkstraf die vaak de meeste steun krijgt. Dat geldt zowel voor vermogens- als geweldsdelicten. In het onderzoek werd een deel van de respondenten geïnformeerd over het feit dat gestraften minder vaak opnieuw in de fout gaan na werkstraf dan na gevangenisstraf. Bij deze groep zagen de onderzoekers dat de steun voor de werkstraf groter werd. Daaruit kan worden geconcludeerd dat het draagvlak voor werkstraf vergroot kan worden als de bevolking verteld wordt dat na een gevangenisstraf daders twee keer zo vaak opnieuw de fout in gaan als na een werkstraf.
- De bevolking staat achter de hogere strafeisen voor verdachten van geweldsdelicten waarbij een beroepsbeoefenaar (bijv. ambulancebroeder) het slachtoffer werd.
- Een dader die hetzelfde delict eerder heeft gepleegd verdient volgens de Nederlandse bevolking een nog strengere straf dan een recidivist die verschillende delicten heeft gepleegd.
- De gevangenisstraf geniet de meeste steun onder aanhangers van de VVD en de PVV. De voorkeur voor de werkstraf is het grootst onder aanhangers van GroenLinks en het kleinst onder de achterban van de PVV.
Is het Nederlands strafrechtklimaat te mild? Stel je deze vraag aan Nederlandse burgers dan luidt het antwoord in 75 procent van de gevallen: JA.
Laat je burgers echter zelf op de stoel van de rechter plaatsnemen, dan zijn zij het allerminst eens over wat de juiste straf zou zijn. ‘Het’ draagvlak bestaat daarmee niet. Het is ook een misvatting dat in Nederland geen steun zou zijn voor de werkstraf. In het rapport De burger als rechter wordt onderzocht hoe de Nederlandse bevolking wenst te straffen en hoe de oordelen van burgers als rechter tot stand komen.
Ruiter, S., Tolsma, J., Hoon, M. de., Elffers, H., & Laan, P. van der. (2011). De burger als rechter. Een onderzoek naar geprefereerde sancties voor misdrijven in Nederland. Den Haag: Boom Lemma uitgevers. Publicatiedatum: 15 november, op aanvraag beschikbaar.