De nieuwe plannen van de minister om goedkoop sporten voor studenten aan banden te leggen maakt studentensport kapot, zegt de Nijmeegse Studenten Sportraad (NSSR). ‘Het is een belachelijk idee, terwijl studenten het financieel al zo zwaar hebben.’

‘Dit kan de doodsteek voor veel studentensportverenigingen worden’, zegt NSSR-lid Alexander Peters. Hij laat er geen misverstand over bestaan: de Nijmeegse Studenten Sportraad (NSSR) vindt het plan van Onderwijsminister Eppo Bruins een zeer kwalijke zaak. ‘Als dit doorgaat dan gaan de abonnementen met honderden euro’s omhoog. We vrezen voor een leegloop bij studentensportverenigingen.’

Het ministerie van Onderwijs wil dat universiteiten en hogescholen geen private activiteiten meer met publieke gelden financieren, maakte minister Eppo Bruins recent bekend. Vanaf 2026 streeft de minister naar een ‘marktconform’ tarief voor sport en kantines.

Universiteitenvereniging UNL rekende eerder al voor dat een sportkaart voor studenten ongeveer 700 euro zal kosten. Dit collegejaar lag die prijs in Nijmegen op 169,50 euro. Volgend studiejaar wordt dat sowieso al verhoogd naar zo’n 200 euro.

Sporten is cruciaal

Maar een verhoging van nóg eens 500 euro, dat kunnen veel studenten simpelweg niet betalen, vertelt NSSR-lid Stijn Andringa. ‘Studenten hebben het financieel al zwaar. We zijn bang dat door deze veranderingen veel minder studenten kunnen sporten, terwijl het cruciaal is in je studententijd. Het is goed voor je fysieke én mentale gezondheid. En ook op sociaal vlak is het belangrijk: bij verenigingen maak je veel vrienden.’

‘Studentensportverenigingen zullen wellicht verdwijnen op den duur’

‘Daarbij is die 700 euro alleen het bedrag voor het sportabonnement’, vult Peters aan. ‘Wil je ook lid worden van een van de studentensportverenigingen (waar je een sportabonnement voor moet hebben, red.), dan betaal je daar ook weer contributie.’ Op die manier worden reguliere sportverenigingen, waar alleen contributie betaald hoeft te worden, een goedkoper alternatief. ‘We vrezen dat sporten bij het Radboud Sportcentrum (RSC) te duur wordt, met een leegloop bij studentensportverenigingen als gevolg’, aldus Peters.

Dat is aan twee kanten nadelig, legt Andringa uit. ‘Studentensportverenigingen zullen wellicht verdwijnen op den duur, waardoor het studentenwelzijn onder druk komt te staan. Maar ook de burgerverenigingen gaan het merken, want een deel van de studenten zal daar dan toch naar uitwijken. Alleen is daar niet altijd plek. Nu al zijn er niet altijd velden of zalen beschikbaar in de gemeente.’

Subsidies

Wat de twee gek vinden is dat door de maatregel specifiek studentensport aan banden wordt gelegd, terwijl veel ‘reguliere’ sporten wel gesubsidieerd worden door overheden. Andringa: ‘Gemeentes steken ook publiek geld in private sportverenigingen, dus waarom kan dat op de campus via de universiteit dan niet?’

‘Mochten de plannen uiteindelijk doorgang vinden, dan zou de gemeente goedkope sportmogelijkheden op de campus kunnen faciliteren als de universiteit dat zelf niet meer mag’, laat Andringa desgevraagd weten. ‘Of er kan geld vanuit de gemeente naar het RSC of de universiteit gaan voor sport, dan wordt het indirect alsnog vanuit de overheid gefinancierd.’

Maar liever ziet de NSSR de plannen helemaal niet doorgaan, benadrukken de twee nogmaals. Peters: ‘Er staan nog enkele debatten gepland over dit onderwerp in de Tweede Kamer. We hopen dat de minister nog van gedachten te veranderen is.’