Ode aan het onderwijs (3): Maroeska Rovers
Het onderwijs ligt onder vuur, tussen wetenschappers die veel te ballen in de lucht moeten houden en studenten die onder druk staan. In aanloop naar de Onderwijsdag donderdag laat Vox in een korte serie vier onderwijsharten spreken. Deel 3: hoogleraar Evidence-Based Surgery Maroeska Rovers over de student als toekomstig collega.
‘Lesgeven is een essentieel onderdeel van mijn werk waar ik graag tijd voor vrij maak’, vertelt hoogleraar Evidence-Based Surgery Maroeska Rovers enthousiast. Dat geliefde onderwijs loopt helaas af en toe het risico stiefkind van de universiteit te worden, maar Rovers ziet een aantal uitwegen: ‘We zouden van onderzoekers die veel onderwijs verzorgen minder publicaties kunnen verwachten. Een andere optie is dat onderzoek van onderwijs meer aandacht krijgt. Er zijn goede onderzoekers nodig die vooruitstrevende e-lectures op poten zetten.’
Hallo collega
‘In het nieuwe curriculum geneeskunde en biomedische wetenschappen gaan we studenten vanaf dag één benaderen als toekomstige collega’s. Dat betekent dat we in plaats van “Jij moet nog heel veel leren” een student aanspreken met: “Hallo, collega, jij wordt vanaf vandaag elke dag een stuk verantwoordelijker”.’
Die verantwoordelijkheid brengt Rovers in de praktijk wanneer ze lesgeeft. ‘Op dit moment geef ik bijvoorbeeld een blok waarin ik mijn studenten vraag om mee te lopen met een patiënt, van de verpleegafdeling tot en met na de operatiekamer. Ze brengen de hele reis van de patiënt in kaart en hebben de opdracht om verbeterpunten aan te dragen. Het leuke is dat ze steevast zaken opmerken die de gevestigde orde niet meer opvallen.’
Studenten kunnen overigens ook prima van elkaar leren, denkt Rovers. Ze voelt wel wat voor een creditkaartsysteem dat haar collega opperde. Studenten leveren punten in wanneer zij college volgen (in Nederland, maar ook door virtueel aanwezig te zijn bij een college elders). Dat maakt het veel gemakkelijker om een persoonlijk onderwijsprogramma te vormen. Punten verdienen studenten vervolgens weer terug door zelf de handen uit de mouwen te steken. ‘Ouderejaars hebben al een hoop kennis. Zij kunnen eerstejaars goed op weg helpen.’ / Karlijn Ligtenberg