Oog-handcoördinatie werkt heel anders dan gedacht
Een snelle tennisbal raken, een sleutel in een slot steken: het is allerminst triviaal. Stan Gielen, hoogleraar Biofysica en zijn medewerker Julian Tramper ontdekten dat onze oog-handcoördinatie in de diepte heel anders is dan in het platte vlak. Bovendien kijken onze ogen een vaste afstand vooruit op onze handbeweging, terwijl de wetenschap eerst dacht dat het om een vaste tijd ging.
Altijd leuk, onderzoeken die bestaande theorieën overhoop halen. Gielen is dan ook enthousiast: ‘Dit gooit alle modellen over predictie en anticipatie overhoop: ze deugen niet!’ Het vooraanstaande Journal of Neuroscience gaf de resultaten op 24 mei vrij.
Tennissen
Dat er mensen zijn die een aanstormende tennisbal kunnen raken, is heel bijzonder. Voor mensen die niet kunnen tennissen en voor wetenschappers die uitpluizen wat je brein allemaal tegelijk moet doen om op het juiste moment je racket op de juiste plaats te hebben. Je moet zowel de positie van de bal horizontaal, verticaal en in diepte goed kunnen inschatten én je moet de bal tijdens de beweging volgen met je ogen.
Gielen: ‘Tot nu toe ging iedereen ervan uit dat de coördinatie van oog-handbewegingen hetzelfde is, ongeacht in welke richting je beweegt. Toch is dat niet logisch: de oogbewegingen in de diepte zijn veel en veel langzamer dan in het platte vlak. Dan verwacht je eigenlijk dat de ogen meer voorlopen in de links-rechts- en boven-onderrichting dan in diepte. En inderdaad: zo zit het.’
Vooruitlopen met je ogen
Met dit resultaat konden Tramper en Gielen ook een ander dogma van de oog-handcoördinatie onderzoeken, namelijk dat oogbewegingen een bepaalde tijd zouden voorlopen op de arm om te anticiperen op bewegingen. Ze ontdekten dat het oog niet een vaste tijd, maar een vaste afstand voorloopt of de hand.
‘We kijken ongeveer drie centimetre verder dan waar onze hand is. Het lijkt erop alsof dit voorlopen een compromis is. Je oog moet de toekomstige posities voor de arm te verkennen en ook weer niet te ver vooruit lopen omdat je ook in de gaten moet houden waar je hand is.’ / Iris Roggema