Peter Praat Politiek: Links kan nog heel wat leren van het machtsvertoon van rechts
-
Peter van der Heiden. Foto: Dick van Aalst
Beslissingen van formaat afgelopen week in de binnen- en buitenlandse politiek. Nu het zomerreces is ingegaan heeft politiek commentator Peter van der Heiden de tijd om te analyseren wat er vorige week allemaal is gebeurd.
Dat was me het weekje wel! In Amerika zadelden de Republikeinen het land – tegen de wil van de meerderheid van de bevolking – op met de grootste bezuiniging op sociale voorzieningen ooit, waarmee vijftig jaar na dato de erfenis van Lyndon Johnson op de schroothoop gaat. Hier in Nederland werd illegaliteit in de wet gerommeld die donderdag even snel voor het reces door het parlement werd gejast. Rechts zal er wel weer van smullen, maar het is vooral een les voor links. Een lesje machtspolitiek.
Waar rechts toch altijd, zelfs na een kabinetscrisis, uit opportuniteit de rijen sluit, ligt links voortdurend met zichzelf overhoop. De VS zijn daar een fantastisch voorbeeld van: onder Biden riepen Democratische senatoren om het hardst dat ingrijpende maatregelen door beide partijen gesteund moeten worden, onder Trump wordt zelfs de oppositie binnen de eigen partij het zwijgen opgelegd. En rond ‘onze’ asielnoodmaatregelenwet werd duidelijk dat rechts er niet voor terugdeinst om misbruik te maken van de afwezigheid van Kamerleden om een maatregel, waar gezien de samenstelling van de Kamer geen meerderheid voor is, opportunistisch door te drukken.
Links is vaan arrogantie van de macht (welke macht ook weer, gezien de dominantie van rechts…) verweten, maar progressieve partijen kunnen hier toch echt iets leren van Trump en Wilders. Pak iedere kans om je zin te krijgen, to hell with the consequence.
Het levert hier de bizarre situatie op dat Geert Wilders, ná het opblazen van zijn eigen kabinet, meer invloed heeft dan toen zijn partij er nog deel van uitmaakte. Zijn invloed zit ‘m namelijk vooral in de electorale angst die partijen aan de rechterkant voor zijn politieke eenmansbedrijf hebben. Die angst is zo enorm dat de overblijvende coalitiepartijen over elkaar buitelden om het asielbeleid te mogen aanscherpen en akkoord gingen met zaken die ze in het hoofdlijnenakkoord nog hadden geweigerd, daarmee keurig de agenda uitvoerend van wat nu de grootste oppositiepartij is.
En dat is precies de reden voor de kabinetscrisis van een paar weken geleden: Wilders gedijt niet bij beleid. Wilders gedijt bij verkiezingen, of op zijn minst de angst ervoor.