Pro-Palestijns kamp zorgt voor beroering in de bètafaculteit: ‘Grenzen worden opgezocht én overschreden’
-
Foto: Vox
In de achtertuin van de Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica staat sinds een week een kampement van pro-Palestina-activisten. Het zorgt voor beroering binnen de faculteit, die allerlei veiligheidsmaatregelen heeft getroffen. Hoe lang het kampement er mag blijven staan? Decaan Sijbrand de Jong weet het niet. 'We hebben niet echt een exitstrategie.'
‘De tentjes staan er nu een week en aan het begin ging dat heel goed en gemoedelijk’, vertelt FNWI-decaan Sijbrand de Jong vanuit zijn werkkamer op de tweede verdieping van het Huygensgebouw. Wel nam de faculteit, uit vrees voor vernielingen, na de oprichting van het kampement direct een aantal maatregelen, zoals het afsluiten van drie ingangen en de parkeergarage in de kelder.
‘Het gebouw is nu alleen aan de voorkant open, om beter toezicht te kunnen houden. Voor invalide medewerkers, die nu dus niet beneden kunnen parkeren, hebben we een paar parkeerplaatsen voor de deur gecreëerd.’ Ook de openingstijden zijn beperkt.
Nu, een week later, constateert de decaan dat er grenzen worden opgezocht én overschreden. ‘Er is met de demonstranten afgesproken dat ze geen vernielingen zouden aanrichten en de gebouwen niet zouden binnengaan. Dat is wel gebeurd.’
Afgelast
Het BBB Career Event, dat op woensdag zou plaatsvinden in het Huygensgebouw, gaat niet door. De universiteit heeft dit besluit genomen in overleg met de veiligheidsdriehoek. ‘De veiligheid van studenten en medewerkers staat in deze situatie voorop’, zo schrijft de faculteit in een interne mail. Het BBB Career Event is een bedrijvenbeurs, georganiseerd door studenten.
De Jong doelt onder andere op het verstoren van de diesviering vorige week. Ook hebben sommige actievoerders het Huygensgebouw toch betreden. En er zijn bekladdingen, zoals de leus Faculty of Murder. Cut Ties, die boven de hoofdingang staat gespoten. ‘Het is beklemmend dat je daarvoor wordt uitgemaakt. Sommige mensen reageren daar sterker op dan anderen. Het maakt ook dat binnen dit gebouw de sympathie voor de actievoerders afkolft.’
Terwijl veel FNWI-medewerkers volgens De Jong niet veel anders willen dan de activisten. ‘Veel mensen in dit gebouw zijn het eens met een flink deel van hun eisen. Ik denk dat iedereen wil dat het conflict in Gaza zo snel mogelijk stopt. En dat er iets wordt gedaan om de Palestijnse bevolking te helpen.’
‘Zelf voel ik me niet onveilig, ik ben niet zo snel geïntimideerd’
De uitingen in het tentenkamp op vlaggen en borden en de leuzen die gescandeerd worden zorgen er volgens de decaan voor dat ‘meer en meer’ medewerkers zich onprettig of zelfs onveilig voelen. ‘Daaronder zijn ook Israëlische medewerkers, die nog met een trauma van eerdere conflicten tussen Israëliërs en Palestijnen kampen’, aldus De Jong.
Is er reden toe dat mensen zich onveilig voelen? Zijn er aanwijzingen dat mensen gevaar lopen?
‘Nee, er zijn geen concrete aanwijzingen dat er mensen in gevaar zijn. Zelf voel ik me ook niet onveilig, ik ben niet zo snel geïntimideerd. Maar ik kan me zeker voorstellen dat zo’n vlag met een omgekeerde driehoek – dat is gewoon een teken van Hamas – wel intimiderend kan zijn voor mensen. Zeker voor onze Joodse medewerkers.
‘Al voor het kampement bereikten mij verhalen van intimidaties. Zo werd er tegen een Joodse medewerker geschreeuwd die met een Hebreeuws toetsenbord in ons gebouw zat te werken.’
Hoeveel medewerkers zijn er naar u toegekomen om hun gevoel van onveiligheid met u te delen?
‘Een tiental medewerkers heeft mij hierover durven aanspreken. De Joode medewerkers zeggen vooral: ik probeer zoveel mogelijk me niet-Joods te gedragen. Er is heel erg de neiging om zo onzichtbaar mogelijk te zijn.’
Medewerkers kunnen ondanks de extra veiligheidsmaatregelen vanwege het kampement wel gewoon hun normale werkzaamheden doen?
‘Ja, ook de medewerkers die in de nacht of weekenden toegang moeten hebben, zijn ondertussen allemaal netjes in het nieuwe systeem ingevoerd. Dus dat is allemaal opgelost.’
Ondertussen is er ook een uitspraak van het CvB over het verbreken van de banden met Israëlische instellingen. Hoe gaat de bètafaculteit om met dit soort banden?
‘Om te beginnen vind ik het heel jammer dat die regels nog steeds niet definitief duidelijk zijn. Maar ik ga er vanuit dat de aanbevelingen van de commissie Buydens, die wij allemaal best wel heel wijs vinden, zullen worden overgenomen.’
‘Voor bestaande contacten moet er natuurlijk wel echt iets aanwijsbaars zijn, voordat we besluiten om te stoppen’
‘Wij zijn zeker al een jaar heel zorgvuldig in de keuze van welke samenwerkingen we wel en niet aangaan. Overigens niet alleen met Israël, maar ook met andere landen. Hier denken we al sinds mijn aantreden in 2022 over na.’
Kunt u dat concreter maken?
‘Mijn uitgangspunt daarin komt sterk overeen met die van de commissie. Allereerst moet je institutionele en persoonlijke samenwerkingen van elkaar onderscheiden. Institutionele samenwerking met verdachte partners gaan wij niet meer aan.
‘Ook als eventuele schendingen van mensenrechten of andere discutabele doelen misschien niet helemaal zijn bewezen. Zeker bij nieuwe samenwerkingen. Voor bestaande contacten moet er natuurlijk wel echt iets aanwijsbaars zijn, voordat we besluiten om te stoppen.
‘Deze faculteit heeft al heel lang geen institutionele banden met Israël of Israëlische instituties. Wel hebben we gemeenschappelijke, Europese, contracten zoals in Horizon Europe, waar ook andere partijen bij betrokken zijn.’
Hoe gaat FNWI om met samenwerkingen die geïnitieerd zijn vanuit wetenschappers zelf?
‘Dan kijken we naar het onderwerp waarop er wordt samengewerkt. Als dat te dicht in de buurt komt van morele bezwaren, mensenrechtenschending, of andere onethische zaken, dan doen we het niet.
‘Maar als het duidelijk wel in orde is, dan is een dergelijk partnerschap prima. Sterker nog, dan stimuleer ik de samenwerking met wie dan ook. Ook met mensen die in landen wonen onder regimes waar je eigenlijk niks mee te maken wilt hebben. Juist om de banden tussen mensen open te houden.’
Kunt u een voorbeeld geven van een samenwerking die is gestopt?
‘Ik kan een voorbeeld geven van een situatie die niet zwart-wit was en waarin we toch besloten het niet te doen. Een samenwerking – ik kan de specifieke details niet noemen – op het gebied van cybersecurity, waarin we ook mensen opleidden. Op een bepaald moment ontstond daar inmenging van een discutabel regime.
‘Daar trekken we de lijn. Het gevolg is dat we geen gastlessen meer geven in zomerscholen in bepaalde landen over bepaalde cybersecurity-onderwerpen. De medewerkers vonden het niet leuk dat ik ze dat verbood.’
Dus een samenwerking op een onderwerp dat Israël op enigerwijze kan helpen in hun strijd tegen de Palestijnen wordt niet getolereerd?
‘Inderdaad. En dat is ook de verantwoordelijkheid van de individuele wetenschapper. Als wij erachter komen dat iemand een samenwerking heeft waarbij er mensenrechten in het geding zijn, dan wacht zo iemand een heel stevig gesprek met mij.
‘Wij hebben geen doorzettingsmacht om mensen van het terrein te verwijderen’
‘Maar het is ook onvoorspelbaar, want sommige dingen die nu nog onschuldig lijken, blijken misschien in de toekomst niet totaal onschuldig.’
En de wens van de demonstranten om alle banden met Israël te verbreken?
‘Wat het beste antwoord is – totale isolatie of juist bepaalde samenwerkingen toestaan – is, ook wanneer je naar voorbeelden uit het verleden kijkt, niet zo helder.’
Hoe lang mag het kampement wat u betreft blijven staan?
‘Daar heb ik nog geen duidelijk beeld van, wij hebben niet echt een exitstrategie. Daar ga ik ook niet over, maar het college van bestuur. En uiteindelijk ligt de beslissing zelfs daar niet. Het college kan ongeregeldheden aankaarten bij de veiligheidsdriehoek – wij hebben geen doorzettingsmacht om mensen van het terrein te verwijderen. Dat kan onze security niet doen.’