Roze week ‘is hard nodig’
De campus kleurt deze week roze. Om de zichtbaarheid van homoseksuele studenten te bevorderen, organiseert homojongerenorganisatie Dito! de Roze Week op de Campus. Want dat is hard nodig, vindt Joris Blaauw, student social and cultural science en voorzitter van COC Nijmegen. ‘Ook op de campus bestaan nog altijd vooroordelen.’ Zo’n roze week, is dat tegenwoordig echt nog nodig? ‘Jazeker. Homoseksualiteit is niet vanzelfsprekend. Dat blijkt al uit de nog altijd gebruikelijke term ‘uit de kast komen’. Als hetero hoef je toch ook niet te benoemen op welke sekse je valt? Het zegt iets over hoe normaal homoseksualiteit gevonden wordt.’ Het is dus niet vanzelfsprekend, maar is het wel geaccepteerd? ‘Er verschijnen de laatste jaren weer meer berichten in de media over geweld tegen homostellen. En ook transgenders kunnen op heel weinig begrip rekenen. Het kan dus wel wat beter.’ Ook op de campus? ‘In een omgeving als deze is er wel meer acceptatie, maar ook op de campus bestaan nog altijd vooroordelen. Meestal niet op het eerste gezicht. Als je studenten vraagt naar wat ze vinden van homoseksualiteit zullen ze zich in de meeste gevallen heel tolerant tonen. Maar als je verder vraagt, bijvoorbeeld wat ze vinden van twee zoenende mannen op het terras van het Cultuurcafé, of als hun beste vriend of vriendin homoseksueel zou blijken te zijn, dan blijkt dat er vaak wel degelijk sprake is van een bepaalde reserve.’ Merk jij daar zelf wel eens iets van? ‘Niet op de campus. Ik heb het enorm getroffen met mijn vrienden en mijn studiegenoten. Maar buiten de campus zie ik wel vijandigheid. Met het COC organiseerden we twee jaar geleden een hand-in-hand-actie: met een groepje homoseksuelen gingen we hand in hand de straat op. We kregen heel wat lelijke kreten naar ons hoofd. Het is minder rooskleurig gesteld met de homo-emancipatie dan vaak wordt gedacht. Daarom is het heel belangrijk om homoseksualiteit zichtbaar te maken. Zonder zichtbaarheid geen emancipatie.’ Nijmegen had vroeger een bloeiende homoscene. Nu is dat minder. Hoe komt dat? ‘Het is niet alleen in Nijmegen minder, dat is landelijk. Homokroegen hebben het moeilijk. Ik denk dat het komt doordat een deel van het onderlinge contact tussen homoseksuelen zich naar het internet heeft verplaatst. Je bent niet meer op de homokroeg aangewezen bij het zoeken naar een partner. En de maatschappij is toleranter geworden in de afgelopen decennia, waardoor er ook in ‘gewone’ kroegen ruimte is om meer open te zijn over je geaardheid. Ik zie de laatste jaren ook een trend onder jonge homoseksuelen om meer heteronormatief te leven: ze willen zoveel mogelijk net zo doen als de rest. Zich niet manifesteren als homoseksueel. Dat vind ik maar lastig. Ik vind diversiteit juist belangrijk. Als iemand in een roze bontjas het uitgaansleven in wil gaan, dan moet dat kunnen.’ Ga jij nog iets doen in deze Roze Week? ‘Nee, ik zit deze week in Friesland aan mijn scriptie te werken. Dat had ik al gepland voor ik wist van deze week. Dus terwijl de campus roze kleurt zit ik met uitzicht op het IJsselmeer te schrijven aan mijn thesis over de houding van middelbare scholieren ten opzichte van homoseksualiteit.’ / Bregje Cobussen / Foto Mark Merks