‘Scholen hebben te weinig begrip voor jongensgedrag’
Honderd jaar geleden was het geen probleem als jongens brutaal en baldadig waren. Tegenwoordig wel, vooral in de klas. Jongens zijn niet veranderd, wel hoe opvoeders naar hen kijken. Historica Angela Crott promoveert 21 december aan de Radboud Universiteit op haar onderzoek naar opvoedingsliteratuur over jongens. Zij pleit voor een herwaardering van de ambachtsschool.
Jongens zijn in de loop der tijd wezenlijk hetzelfde gebleven, concludeert Crott, die opvoedingsboeken over jongens tussen 1882 en 2005 bestudeerde. ‘Ze hebben altijd een drang tot lawaai, actie, exploratie en gelding gehad.’ Wat door de tijd verandert, is de waardering voor deze ‘jongenseigenschappen’.
Hoop des vaderlands
In de eerste helft van de twintigste eeuw beschrijven de opvoedboeken jongens als ‘de hoop des vaderlands’. Crott: ‘Mannen werkten, vrouwen ondersteunden hen; vaders stonden aan het hoofd van het gezin. Dat was het voorland voor de jongen.’ Dat ze wel eens een grote mond hebben, is bijzaak.
Opvoedboeken tillen in deze periode ook niet enorm zwaar aan een diploma. Veel jongens missen ‘ideale schooleigenschappen’ als concentratievermogen, gehoorzaamheid en stil kunnen blijven zitten, zoveel is duidelijk. Maar als een jongen zonder diploma school verlaat, is hij geen mislukkeling.
Niet beter dan meisjes
Na de oorlog valt de held van zijn sokkel en wordt de baldadigheid van jongens vaker beschreven als overlast. Echt verdacht wordt de jongen tussen 1970 en 1980, het hoogtepunt van de tweede feministische golf. Zijn jongensagressie moet dan worden ingetoomd, net als zijn hoogmoedige geldingsdrang, want waarom zou hij beter zijn dan meisjes?
Alle Dagen Heel Druk
Vanaf 1980 wordt een goede opleiding steeds belangrijker en jongenseigenschappen die daar slecht bij aansluiten – lawaai maken, een overdaad aan lichamelijke energie, ongehoorzaamheid – worden als een probleem gezien en zelfs gemedicaliseerd.
‘ADHD, in de betekenis van Alle Dagen Heel Druk, is gedrag dat op school heel slecht uitkomt. Pillen daartegen schelen enorm in de onrust in de klas’, zegt Crott.
Meer begrip en waardering
De geschiedenis overziend, pleit Crott voor meer begrip en waardering voor jongensgedrag. ‘Als jongens moeilijk schools kunnen leren, moet je ze dan iedere keer vragen om reflecties op hun eigen gedrag te schrijven en portfolio’s in te leveren? Er moeten toch ook onderwijsvormen te bedenken zijn die meer inspelen op hun fysieke energie, hun durf en nieuwsgierigheid.’
Ze noemt de ambachtsschool, het schooltype waar jongens het altijd goed hebben gedaan. ‘Als er nu gesproken wordt over kenniseconomie, dan gaat het niet over deze vorm van kennis. Die verdient meer waardering, zodat ouders hun zonen daar weer met trots naar toe kunnen laten gaan.’ / Anja van Kessel