Thuiswerken na corona? ‘Te vroeg om conclusies te trekken’

03 feb 2021

Leden van de ondernemingsraad vinden dat het college van bestuur er al te gemakkelijk van uitgaat dat mensen ook na de coronacrisis een paar dagen per week willen thuiswerken. Volgens Inge Bleijenbergh en Sven Meeder is het nog veel te vroeg om conclusies te trekken. ‘We moeten niet in één keer onze hele visie op werken omgooien.’

Als het van het college van bestuur afhangt, zullen medewerkers van de Radboud Universiteit ook na de coronacrisis enkele dagen per week thuiswerken. Die wens sprak vicevoorzitter Wilma de Koning al een paar keer uit, onder andere in interviews met Vox. Ook in de personeelsenquête werden inmiddels al enkele vragen over thuiswerken na corona gesteld.

Schaarse werkplekken

Inge Bleijenbergh

Leden van de Ondernemingsraad vinden dat veel te snel. Inge Bleijenbergh (AOB) noemt thuiswerken in deze tijd een luxe, maar ook een noodmaatregel waar grote nadelen aan verbonden zijn. ‘Dingen regelen vanaf huis is niet efficiënt en er treden veel misverstanden op als je alleen via e-mail communiceert’, zegt ze in een Zoom-gesprek. ‘Op dit moment proberen we er met z’n allen het beste van te maken. Laten we na de coronacrisis maar evalueren of we thuis willen blijven werken.’

Sven Meeder (FNV) valt haar bij. ‘Toen ik aan de Radboud Universiteit begon, viel me op dat bijna iedereen op de campus werkte. In Utrecht, waar ik als postdoc heb gewerkt, was dat anders. Daar moesten we de schaarse werkplekken met vele andere personen delen, waardoor mensen met een mooie studeerkamer thuis niet naar de campus kwamen.’

Meeder en Bleijenbergh vinden dan ook dat je niet midden in een crisis kunt bepalen wat je wil behouden na de crisis. ‘Wij snappen ook wel dat thuiswerken goedkoper is’, zegt Meeder. ‘We kunnen ons niet van de indruk ontdoen dat dat meespeelt voor het college.’

Spreken jullie wel voor alle medewerkers van de universiteit? Uit de personeelsenquête blijkt dat 65 procent van de medewerkers minimaal een of twee dagen per week thuis wil blijven werken na corona.

Bleijenbergh: ‘Dat lag ook aan de vraagstelling: je kon als laagste categorie aankruisen dat je na de coronacrisis ‘0 tot 25 procent’ wilde thuiswerken. Ik ben bijvoorbeeld iemand die helemaal niet wil thuiswerken, maar viel daarmee vanzelf in de groep ‘tot 25 procent’. Op basis van de input van de ondernemingsraad zijn in de nieuwe peiling twee keuzes toegevoegd: 0 procent thuiswerken en 100 procent thuiswerken.’

‘Sowieso vond ik de communicatie over de uitkomsten van de personeelsenquête selectief. Er was wel aandacht voor de stijgende werkdruk, maar niet voor het feit dat mensen zich minder verbonden voelen met de universiteit, zich geestelijk minder gezond voelen en te weinig contact hebben met collega’s. Dat zijn, niet toevallig, allemaal gevolgen van het thuiswerken.’

Meeder: ‘Eigenlijk laat de personeelsenquête juist zien hoe belangrijk een werkplek op de campus is. Als je nu beleid moet maken, leg de prioriteit dan bij de mentale gezondheid en het geluk van de medewerkers, en niet bij huisvesting.’

Is het niet goed dat het college van bestuur de wensen van het personeel in kaart wil brengen?

Bleijenbergh: ‘Natuurlijk wel, maar laten we wachten conclusies te trekken over thuiswerken tot de crisis voorbij is. Laten we ook kijken hoe belangrijk een werkplek op de universiteit is voor promovendi en postdocs die klein behuisd zijn en een goeie werkplek nodig hebben. En denk ook aan mensen met kleine kinderen die af en toe rustig willen kunnen werken op de campus.’

In de Gezamenlijke Vergadering zei Wilma de Koning dat er ook voor de coronacrisis al veel leegstand was op de campus. 

Sven Meeder. Foto: RU

Meeder: ‘Het college wil graag gebouwen hebben die flexibel zijn. Dat zijn de gebouwen op de campus ook. Vroeger waren door het Erasmusgebouw bibliotheken verspreid over verdiepingen, vandaag niet meer. Maar je moet de gebouwen aanpassen aan de wensen van de gebruikers, niet andersom. Laten we daarom inzetten op de zegeningen die we hebben: plekken waar medewerkers elkaar kunnen ontmoeten, maar ook productief kunnen zijn. Door de coronacrisis moeten we niet plots onze hele visie op werken gaan omgooien.’

Bleijenbergh: ‘Wie met vier promovendi een kamer moet delen, gaat makkelijker thuisblijven om zich te concentreren. Bij mij op de gang zijn de mensen met een eigen kamer er vaker dan mensen die een kamer moeten delen. Bovendien is het voor studenten veel laagdrempeliger als docenten een eigen kamer hebben waar ze even aan kunnen kloppen met een vraag. Dat werkt beter dan vijf mailtjes heen en weer sturen. En als je collega’s tegenkomt in de gang, kan je nieuwtjes uitwisselen en vragen hoe het gaat. Dat doe je minder snel via mail.’

‘Minder werkruimte zorgt voor meer leegstand’

Meeder: ‘De inrichting van een werkplek bepaalt de leegstand. Ik fietste voor corona heel vaak over de Drift in Utrecht, langs mijn oude werkplek. Die kamers staan bijna altijd leeg, omdat je daar met vier in één kamer moet werken. De weinige werkruimte die er is, wordt niet benut. Minder werkruimte zorgt voor meer leegstand: het lijkt paradoxaal, maar het is ook logisch.’

Kan inzetten op thuiswerken niet leiden tot minder drukte op de weg en een meer autoluwe campus, thema’s die jullie als medezeggenschap ook belangrijk vinden?

Meeder: ‘Het aantal studenten dat naar de campus komt lijkt me veel groter dan het aantal medewerkers dat wellicht zou thuisblijven. Maar ik ben er helemaal voor om nog minder auto’s toe te staan op de campus.’

Bleijenbergh: ‘In theorie wel, maar in praktijk wil iedereen thuiswerken op die ene dag waarop er geen vergaderingen zijn, zoals woensdag of vrijdag. Daarom kun je er bij de kamerindeling niet vanuit gaan dat de ene er is op de ene dag en de andere op een andere dag, want we zullen elkaar willen blijven ontmoeten op piekdagen. Wel kan de verkeersdrukte afnemen door in te zetten op flexibele werktijden. Dat laatste is gelukkig al mogelijk voor de meeste wetenschappers.’

In de laatste maanden voor de coronacrisis was het ’s middags vaak erg druk in de Refter, bij FNWI waren er capaciteitsproblemen. Is de campus te klein voor het aantal medewerkers en studenten, en kan thuiswerken daarin een oplossing bieden?

Bleijenbergh: ‘Als de campus te klein is, dan komt dat door de sterke toename van het aantal studenten in de laatste zes à zeven jaar. Het aantal medewerkers is niet meegegroeid – daarom is de werkdruk zo hoog. Maar meer thuiswerken gaat de drukte op de campus dus niet oplossen.’

‘Meer thuiswerken gaat de drukte op de campus niet oplossen’

Meeder: ‘Als je dan toch flexibel wil zijn, zet dan in op voldoende en mooie werkplekken voor de medewerkers. En als binnen vijftien jaar blijkt dat mensen meer willen thuiswerken, dan heb je extra werkplekken voor studenten.’

Wat zou een goede manier zijn om na de coronacrisis de wensen van het personeel in kaart te brengen?

Bleijenbergh: ‘Een enquête is een goede methode om cijfers te meten, maar daarna moet je het gesprek aangaan. Met ondersteunend en wetenschappelijk personeel, op alle faculteiten.’

1 reactie

  1. Rupke (oren groter dan het kupke) schreef op 5 februari 2021 om 12:47

    Thuis werken is werk mee naar huis nemen en werk en privé niet meer kunnen scheiden.
    Dat zal op de lange termijn meer problemen dan voordelen opleveren.

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!