Tim Knol Interview – Vox 5 2012
‘Ik heb 3FM hard nodig. Als ze me niet zouden draaien, zou dat mooi kut zijn.’
Nederlands muzikale wunderkind Tim Knol sluit zijn uitgebreide tournee langs de Nederlandse concertzalen af in het Nijmeegse podium Doornroosje. Daarna is het tijd voor bezinning: ‘Ik wil voorkomen dat mensen moe van me worden.’
Tekst: Timo Pisart
Hij is tweeëntwintig, in de bloei van zijn leven, een aimabele muzikant, trekt al twee jaar lang volle zalen en stond op de grote festivals. Maar een rock ’n roll-lifestyle? ‘Nee, inmiddels ben ik wel een beetje gesetteld.’ Dat zegt de nuchtere Tim Knol, terwijl hij backstage zit in poppodium Burgerweeshuis in Deventer, waar hij vanavond optreedt met zijn band. Hij heeft net het eten achter de kiezen en met een gezonde after-dinnerdip ploft hij op een bank om al pingelend op zijn gitaar te wachten tot hij over anderhalf uur de bühne op kan.
Je hebt de leeftijd van veel studenten, maar je leven zal er heel anders uitzien.
‘Dat denk ik ook wel. Vooral omdat ik niet naar school ga.’
Toch heb je wel gestudeerd, aan de Utrechtse Herman Brood Academie. Ben je daar opgeleid tot rock ’n roll-ster?
‘Niet echt. Ik zat niet op mijn plek op die school. Je moest er in te veel andere bandjes en projectjes participeren en dat leidde ontzettend af van wat ik eigenlijk wilde doen: eigen liedjes schrijven en met mijn eigen band op pad gaan. Dat miste ik heel erg. De school heeft me echt belemmerd, maar ik moest wel. Ik was leerplichtig. Vorig jaar ben ik gestopt, hoewel ik dit jaar klaar zou zijn geweest. Ik was zo druk met optreden en als je pas om drie uur in bed ligt, heb je echt geen zin om de volgende ochtend al om 10 uur op school te zijn.’
Leidde je in die tijd een typisch studentenleven?
‘Jawel, ik woonde op kamers in Utrecht. Inmiddels ben ik meer gesetteld en heb ik een relaxt huisje.’
Je bent 22, muzikant, en zegt dat je gesetteld bent?
‘Een beetje wel, ja. Ik hoef me geen zorgen meer te maken of ik mijn huur kan betalen. Het is belangrijk om rust te hebben naast zo’n roerig onregelmatig leven.’
Inmiddels is Tim Knol behoorlijk gewend aan dat leven van een muzikant, die door het land reist en zijn liedjes vertolkt voor een groot publiek. In januari 2010 bracht hij zijn titelloze debuutalbum uit op het vermaarde platenlabel Excelsior Recordings, waarmee de jonge troubadour – toen nog student – weergaloos hard doorbrak in muzikaal Nederland, werd opgepikt door ieder zowat elk muziekblad en radiostation en een uitgebreide en succesvolle tour deed langs alle belangrijke poppodia én Lowlands.
Het afgelopen jaar kwam het tweede hoofdstuk van de schelmenroman Tim Knol: met het tweede album Days onder de arm speelde Tim Knol het hoofdpodium van Pinkpop plat en nu gaat hij nogmaals uitgebreid langs de Nederlandse concertzalen. Maar niet voor lang meer. Op 23 december sluit hij de tour af in de Nijmeegse poptempel Doornroosje, de laatste mogelijkheid om de steengoede huidige liveshow te zien. Daarna is Tim Knol toe aan iets nieuws. ‘Zo’n clubtour is te gek’, vertelt hij, ‘maar ik ben er nu ook wel een beetje klaar mee. We hebben in twee jaar tijd alles gedaan en los van de optredens ben ik best veel op tv geweest. Mensen kunnen daar moe van worden en dat wil ik eigenlijk een beetje voorkomen. Als het niet al te laat is.’
Tijdens dit gesprek valt het me op hoe goed je op de hoogte bent van de muziekindustrie.
‘Ja, dat moet ook wel. De muzikant is nu meer ondernemer dan voorheen en het is heel belangrijk om jezelf goed in de markt te blijven zetten. Ook bij 3FM, bijvoorbeeld. Ik heb ze hard nodig. Als ze me niet zouden draaien, zou dat mooi kut zijn.’
Denk je dat dat is veranderd in de afgelopen decennia?
‘Het is moeilijker geworden om door te breken. Je zult nu andere wegen moeten bewandelen en dingen gewoon dóen. Sommige bandjes vinden zichzelf te alternatief om naar 3FM te gaan, dan denk ik: ‘Kom op, jongens! Dan wil je het toch gewoon niet?’ Zij willen kennelijk de rest van hun leven in cafeetjes spelen voor 50 man.’
Dat zou de zanger overigens zelf ook zomaar een paar maanden kunnen gaan doen. ‘Ik heb nog helemaal niet nagedacht wat ik ga doen na de clubtour. Misschien ga ik wel wat optredens doen in mijn eentje, in kleinere cafés en zalen. Je moet het voor jezelf wel leuk maken.’ Kortom, vanaf Kerst is het tijd voor bezinning.
Denk nou niet dat Tim Knol gaat stoppen met het maken van muziek, een gerucht dat de afgelopen maand de kop opstak. Het tegendeel is waar: na de kerstdagen gaan Tim en Mathijs van Duijvenbode – naast toetsenist van de band en de medeschrijver van het gros van de liedjes ook zijn manager en goede vriend – zich in ieder geval beraden op de toekomst: toeren in België en Duitsland, een rits optredens in de Verenigde Staten, een eerste aanzet voor een nieuwe cd en een theatertour in maart. ‘Ik zal geen gedichten gaan voordragen of lange verhalen, maar ik wil wél iets heel anders gaan doen dan op de poppodia.
Het programma gaat Van Huis Uit heten, ik hoop wat te kunnen vertellen over de muziek die ik van huis uit heb meegekregen, uitleggen hoe ik ben geïnspireerd.’
Zo ver is het echter nog lang niet. Na het optreden in Doornroosje is het eerst tijd om de kerstdagen te vieren. Hoewel: ‘Op eerste kerstdag ga ik eten bij familie, maar ik ben blij dat ik tweede kerstdag een solo-optreden doe. Eigenlijk heb ik een hekel aan kerst, het liefst sla ik het ieder jaar over. Ik weet niet waarom. Ik vind het gezellig om te eten met mijn familie, maar ik snap niet dat dat per se op eerste kerstdag moet plaatsvinden en niet op pak ‘m beet 13 december.’