Tweede Kamerverkiezingen (2): Dit willen de verschillende partijen met studentenzaken
-
Studenten taalwetenschappen. Beeld: Dick van Aalst
Met de verkiezingen in aantocht stapelen de partijprogramma’s zich op. In twee artikelen buigen HOP en Vox zich over de plannen van politieke partijen voor het hoger onderwijs. Vandaag deel 2: studiefinanciering, studentenhuisvesting, de langstudeerboete en internationale studenten.
Ook voor studenten kan de uitslag van de Tweede Kamerverkiezingen op 29 oktober nogal wat uitmaken. Waar sommige partijen de basisbeurs willen verhogen en de rente op een studieschuld willen verlagen, willen anderen deze financiële mogelijkheden juist inzetten om studenten richting een bepaalde opleiding te duwen. Veel partijen zijn het erover eens dat ze de instroom van internationale studenten fors willen inperken.
Wat willen de verschillende politieke partijen met thema’s die belangrijk zijn voor studenten? Voor dit stuk keken we naar de (concept)programma’s van veertien partijen: PVV, GroenLinks-PvdA, CDA, VVD, D66 NSC, BBB, PvdD, SP, JA21, Volt, FvD, ChristenUnie en SGP.
Langstudeerboete
De langstudeerboete was een plan van de huidige coalitie (PVV, VVD, NSC en BBB). Studenten zouden drieduizend euro extra collegegeld moeten betalen als ze meer dan een jaar uitliepen in hun bachelor of master. Na felle protesten trokken de regeringspartijen dit idee terug. In het nieuwe verkiezingsprogramma van de de PVV komen de plannen niet voor.
De VVD trok deze zomer enige aandacht met het voorstel voor een ‘kortstudeerbonus’ voor studenten die keurig binnen de tijd hun diploma behalen. Het moet aantrekkelijker worden om snel te studeren, als het aan de liberalen ligt. Een omgekeerde langstudeerboete dus.
Die boete maakt bovendien een comeback in het VVD-programma, maar dan voor de onderwijsinstellingen: zij moeten in de buidel tasten als hun studenten te traag studeren. Dat gaat dan een ‘vertragingsbijdrage’ heten.
SGP: ‘Na een bachelor kun je ook gaan werken’
BBB is de enige die ronduit vóór een langstudeerboete pleit, al mag het nog steeds niet zo heten. De BoerBurgerBeweging wil een ‘eerlijke bijdrage’ van studenten die ‘fors’ uitlopen in hun studie. Voor hen gaat het collegegeld omhoog.
De oppositie was ertegen en dat is vast nog steeds zo, maar de Socialistische Partij is de enige die dit expliciet in het verkiezingsprogramma heeft gezet. Langstudeerboetes “hebben hun langste tijd wel gehad”, staat er.
SGP zegt niks over een langstudeerboete; wel promoten zij korter studeren. Na een bachelor kun je ook gaan werken is het idee. ‘Het volgen van een academische master is geen automatisme, maar bedoeld voor degenen die zich wetenschappelijk verder willen ontwikkelen.’
Studiefinanciering en collegegeld
Om studeren minder duur te maken, kun je het collegegeld verlagen of de studiefinanciering verhogen. De SP wil het allebei doen. De partij gaat het collegegeld schrappen en de basisbeurs verhogen.
Ook de Partij voor de Dieren denkt in die richting. De basisbeurs moet vooral voor uitwonende studenten omhoog en het collegegeld ‘fors’ omlaag. Verder wil de partij dat studenten, hoe lang ze ook studeren, recht houden op een gratis ov-kaart.
GroenLinks-PvdA wil eveneens het inkomen van studenten verhogen en pleit voor een ‘eerlijke basisbeurs’. Over collegegeld gaat het niet.
Bij D66 ook niet, maar deze partij wil de basisbeurs verhogen “met 166 euro per maand, zodat studenten beter kunnen rondkomen”. De rente op de studieschulden zou maximaal 2,5 procent moeten zijn. Als het aan D66 ligt, hoeft de ‘pechgeneratie’ die de basisbeurs misliep helemaal geen rente over de studieschuld te betalen.
Ook Volt wil een lagere rente op studieschulden en een hogere basisbeurs (en nog liever een basisinkomen voor iedereen, maar dat is een ander verhaal). Die hogere beurs wordt wel afhankelijk van het ouderlijk inkomen.
Sommige studies en opleidingen moeten gratis worden, vindt Volt: “We beginnen met het afschaffen van het collegegeld voor opleidingen en studies die opleiden tot cruciale/vitale beroepen en sectoren, zoals ict, techniek, bouw, onderwijs en zorg.”
De partij wil bovendien het verenigingsleven stimuleren met collegegeldvrij besturen: gratis ingeschreven staan bij je universiteit of hogeschool, zolang je een vereniging leidt. Want dat is “burgerschap in de praktijk”. Een plan waar ook de SGP over nadenkt, blijkt uit hun verkiezingsprogramma.
NSC wil de basisbeurs in elk geval behouden. De partij maakt zich wel zorgen om buitenlandse studenten die in twee landen studiefinanciering aanvragen: in Nederland én hun eigen land. Daar moeten zware boetes voor komen, vindt de partij.
De VVD wil het collegegeld gebruiken om de studiekeuze van jongeren te beïnvloeden. Het tarief moet omlaag voor ‘tekortstudies’ in technologie, zorg, onderwijs, veiligheid en klimaat. Sommige studies worden wat de VVD betreft minder toegankelijk: “We beperken de studieplaatsen van studies waar geen (goed) arbeidsmarktperspectief is.”
In de programma’s van de ChristenUnie, JA21, BBB, PVV, FvD en het CDA komen de woorden ‘collegegeld’ en ‘studiefinanciering’ niet voor. Die laatste partij schrijft wel dat ze een beursprogramma voor ‘excellente studenten’ in het leven willen roepen.
Studentenhuisvesting
Verschillende partijen noemen studentenhuisvesting in hun programma. Zo wil ChristenUnie meer studentenkamers bouwen en hospita- en kamerverhuur aantrekkelijker maken. Het CDA wil dat tijdelijke contracten voor studenten weer mogelijk worden en dat gemeenten, universiteiten, hogescholen en woningcorporaties samen investeren in passende studentenhuisvesting.
Voor GroenLinks-PvdA is wonen een hoofdthema deze verkiezingen, voor studenten en jongeren willen zij meer woningen bouwen ‘met gedeelde voorzieningen’. BBB wil het ontwikkelen van studentenhuisvesting interessant maken door erkende studentenhuisvesting als woonvorm toe te staan bij het aanvragen van huurtoeslag.
SP: ‘Geen schimmelwoningen of tochtige kamers meer’
“We bouwen veel meer studentenhuizen voor alle studenten: mbo, hbo en wo. Bestaande gebouwen worden omgebouwd naar studentenhuizen”, schrijft D66 in het programma. Ook willen ze de regels voor kamerverhuur versoepelen en het makkelijker maken om huizen te splitsen en te delen. Ook SGP noemt het tekort aan woningen voor studenten ‘nijpend’ en de huurprijzen ‘vaak enorm hoog’. Ook deze partij wil inzetten op het ombouwen van leegstaande kantoorpanden naar studentenhuisvesting.
De PvdD kijkt eveneens naar lege kantoorpanden, maar wil wel dat duurzaamheid een belangrijk criterium is bij het ombouwen. Bij een nijpend tekort kunnen wat de PvdD betreft ook flexwoningen “mits ze duurzaam en volledig herbruikbaar zijn’ een oplossing zijn.
FvD wil voorrangsregelingen voor internationale studenten afschaffen en Nederlandse studenten juist meer toegang tot huisvesting geven.
NSC wil hospitaverhuur stimuleren om het huisvestingsprobleem van studenten aan te pakken en regio’s steunen met plannen voor ‘betaalbaar wonen op de campus/rondom instellingen’. NSC wil ook inzetten op meer mogelijkheden voor studenten op met het openbaar vervoer naar hun opleiding te gaan. Bijvoorbeeld door de colleges van studies met weinig contacturen alleen tussen 10 uur en 18 uur in te plannen. Populaire studies zoals ‘rechten en economie’ kunnen volgens deze partij op meer locaties worden aangeboden.
Als het aan de SP ligt krijgen alle jongeren (dus niet alleen studenten) recht op een betaalbare huurwoning. ‘We gaan huurwoningen bouwen en leegstaande kantoren vullen met goede woningen. Voor studenten en werkende jongeren komen er meer kamers, mét huurtoeslag. SP benoemt daarnaast ook het belang van verduurzaming en wooncomfort: “Geen schimmelwoningen of tochtige kamers meer, maar gezonde, goed onderhouden huizen voor iedereen.”
VVD wil vooral wetten schrappen ‘die de huurmarkt afknijpen’, zo staat er in hun programma. “We willen dat er veel meer private huurwoningen worden gebouwd, zodat de huurprijs omlaaggaat. We schrappen de Wet betaalbare huur, de lokale zelfbewoningsplicht en het verbod op tijdelijke contracten.”
Volt schrijft niet specifiek over studentenhuisvesting maar vindt wel dat ‘jongeren op kamers moeten kunnen wonen’ en pleit voor meer (tijdelijke) woningen op korte termijn. In de programma’s van de PVV en Ja21 komt het thema studentenhuisvesting niet voor.
Internationale studenten
In alle verschenen verkiezingsprogramma’s staat iets over de komst van internationale studenten. Ze zijn bij veel partijen niet bijzonder welkom.
De PVV wil een “maximale inperking van studiemigratie naar ons land”, staat in het programma. “Ons onderwijs is er voor de Nederlanders, niet voor buitenlandse studenten die na hun studie weer vertrekken.” Bacheloropleidingen moeten weer volledig in het Nederlands worden gegeven. FvD wil ook veel minder internationale studenten, “zodat universiteiten zich in de eerste plaats richten op Nederlandse studenten en cultuur.”
CDA: ‘Buitenlandse studenten moeten verplicht op Nederlandse les’
NSC wil studiemigratie naar Nederland beperken door het collegegeld voor niet-Europese studenten te verhogen. Verder wil de partij nog altijd dat veruit de meeste opleidingen in het hbo en wo Nederlandstalig worden. Uitzonderingen op zulk beleid zijn mogelijk voor bepaalde masteropleidingen en ‘tekortstudies’.
De VVD denkt er hetzelfde over. “Internationaal talent is belangrijk voor onze kenniseconomie,” luidt het liberale verkiezingsprogramma, maar de partij wil vooral “studenten, wetenschappers en kenniswerkers in vakgebieden waar we een tekort hebben en die we hard nodig hebben zoals technologie, bètawetenschappen, AI en wiskunde”.
BBB wil eveneens meer Nederlandstalig onderwijs en minder buitenlandse studenten, maar de partij houdt hierbij rekening met de regio, waar bepaalde instellingen misschien moeilijk kunnen voortbestaan zonder internationale instroom. Het CDA denkt in diezelfde richting. “In sommige regio’s zijn internationale studenten nodig om een opleiding in stand te houden, in andere regio’s is er een hoge druk op maatschappelijke voorzieningen, huisvesting en studentengemeenschappen.”
De Engelse taal kan volgens BBB in een studie gebruikt worden als dat “onontkoombaar” is. Van het CDA moeten buitenlandse studenten verplicht op Nederlandse les. Ook moeten instellingen en werkgevers hun best doen om deze studenten voor de Nederlandse arbeidsmarkt te behouden. De SGP wil dat de Nederlandse taal wordt versterkt als voertaal in het hoger onderwijs. En pleit voor strengere normen voor beheersing van het Nederlands door buitenlandse studenten en docenten.
Andere partijen, zoals JA21, SP, D66, Volt en ChristenUnie hekelen de internationalisering als verdienmodel voor (regionale) universiteiten en hogescholen, die immers bekostiging per student krijgen. Daar willen ze iets aan veranderen, veelal door een groter vast bedrag per instelling en een kleiner bedrag per student. Deze partijen, met uitzondering van D66, willen ook dat het aanbod weer zoveel mogelijk Nederlandstalig wordt.
Volt pleit voor lokaal maatwerk in plaats van een algehele wervingsstop van internationale studenten. “Een universiteit als in Maastricht is in veel grotere mate afhankelijk van de toestroom van internationale studenten dan bijvoorbeeld universiteiten in Amsterdam of Leiden. De financieringsstructuur van universiteiten passen we hierop aan.” Deze partij heeft als enige oog voor het welbevinden van internationale studenten: “De monitoring van het welzijn onder internationale studenten moet verbeterd worden, onder andere op het gebied van huisvesting, mentale gezondheid en sociaal-economische omstandigheden.”
GroenLinks-PvdA klinkt milder. De partij wil wel “grip op internationalisering”, maar gaat de regie overlaten aan de universiteiten en hogescholen zelf. Ook de Partij voor de Dieren wil dat de overheid samenwerkt met universiteiten en hogescholen om de internationalisering en verengelsing van het onderwijs in de juiste banen te leiden. De partij wil voorkomen dat “internationaal georiënteerde opleidingen hun deuren moeten sluiten.”