Vogels en vlinders houden klimaatverandering niet bij
Vogels en vlinders kunnen de klimaatverandering niet meer bijhouden. De laatste twintig jaar zijn vlinders 135 kilometer achter geraakt op hun oorspronkelijke leefgebieden die verschuiven als gevolg van klimaatverandering. Vogels zelfs 212 km. Dat blijkt uit een deze week online gekomen studie in Nature Climate Change.
De aarde warmt op – maar lijden planten en dieren daar onder? Dat is alleen vast te stellen voor soorten die al jaren zorgvuldig geteld worden. Zoals vogels en vlinders. ‘We hebben gegevens gebruikt van vrijwilligers uit zeven verschillende landen, waaronder Nederland,’ vertelt Chris van Turnhout. Hij werkt bij SOVON en promoveerde bij de Radboud Universiteit op manieren om de populatieontwikkeling van vogels te voorspellen. Hij is een van de auteurs van de studie. ‘Het kostte 1,5 miljoen uur om de data voor deze studie te verzamelen.’
Klimaatschuld
In bijna alle Europese landen is het zo dat soorten die van warmte houden, met een zuidelijke verspreiding binnen Europa (denk aan de kleine zilverreiger en koninginnenpage), een steeds groter aandeel van de lokale gemeenschap uitmaken. Dit gaat ten koste van koudeminnende, noordelijke soorten. Voorbeelden zijn de spotvogel en het veenbesblauwtje. Hele diergroepen bouwen door klimaatverandering een ‘klimaatschuld’ op op continentale schaal, concluderen de onderzoekers in Nature Climate Change.
Warmteminnende soorten winnen:
zilverreiger en koniginnenpage
Niet te overbruggen
De nieuwe term klimaatschuld geeft de afstand aan tussen het klimatologisch ideale gebied voor een soort en de feitelijke verblijfplaats van een soort op dit moment. Over de laatste twintig jaar bedraagt deze schuld inmiddels gemiddeld 135 km voor vlinders en zelfs 212 km voor vogels. Zelfs voor vliegende dieren is het opschuiven van de klimaatgrens kennelijk niet bij te houden – al is het maar omdat de basis van hun voedselketen géén vleugels heeft.
Gokken
De onderzoekers stellen dat het onmogelijk is te voorspellen waartoe de klimaatschuld leidt. ‘Omdat de verschuiving tussen de soortgroepen verschilt, kunnen ook afhankelijkheden tussen soorten worden verstoord. Op het cruciale moment hebben rupsen dan bijvoorbeeld te weinig te eten en zijn er te weinig rupsen om de magen van jonge vogels te vullen. We gokken met onze toekomst.’ / Iris Roggema, foto’s Wikipedia Commons
Koudeminnende soorten verliezen:
spotvogel en veenbesblauwtje