Welters’ weemoedige wereld: Beïnvloedbare gedragscode’s

06 feb 2012

Afgelopen vrijdag heb ik mijn jaarlijkse biomedische blok over effectieve communicatie van wetenschappelijk onderzoek afgerond. Studenten krijgen daarin de duimschroeven flink aangedraaid. Ze moeten een pilot uitvoeren waarin ze bijvoorbeeld eerst de attitude jegens homoseksualiteit bij vmbo-autotechniekscholieren in de regio Rivierenland meten, dan een interventie bedenken om die tot diepe droefenis stemmende denkbeelden bij te stellen ( in het onderhavige geval ‘een open gesprek met de sleutelaars in kwestie‘) en tenslotte nameten of die ook werkelijk tot het inzicht leidt dat homoseksualiteit geen vieze ziekte is. (Antwoord: nee, je kunt hooguit twijfel zaaien). Daarnaast moeten ze ook gedragsbeïnvloedingsmodellen bestuderen; een tentamen met open en gesloten vragen succesvol absolveren; een slotpresentatie geven ten overstaan van medestudenten, docenten en opdrachtgevers en een behapbaar en begrijpelijk eindrapport schrijven waar de opdrachtgever zijn voordeel mee kan doen.

Op zo’n blauwe maandag na die uitputtingsslag van vier weken waarin studenten en docenten gemiddeld meer dan acht uur per dag steken, vraag ik me af of ik de afgelopen maand goed heb gehandeld als wetenschapper-docent-mens. Heb ik studenten iets aan het verstand gepeuterd? Ja, inzichten over het Elaboration Likelihood Model en Inoculation. Maar vooral ook: hebben de studenten op geleide van het voorgaande iets kunnen veranderen in de werkelijkheid zoals die zich buiten de muren van ons door toedoen van allerlei afslankingsoperaties gaandeweg steeds minder veilige universiteitje luidkeels manifesteert? Bijvoorbeeld: aarzelingen teweeggebracht bij testosteronzwangere autohandelaren in de dop?

Wat ik, denk ik, heb gedaan is studenten theoretisch onderbouwd iets laten doen dat op afzienbare termijn hopelijk gedragsverandering aanzwengelt. Dus niet alleen meta-analyseren maar ook concreet modelleren. Heb ik hiermee conform de Nederlandse Gedragscode Wetenschapsbeoefening gehandeld, die zojuist digitaal binnenbliept?

Volgens punt 3 heeft die code ‘als uitgangspunt de bestuurlijk autonome universiteit die de academische vrijheid van de daarbinnen werkzame wetenschapsbeoefenaren garandeert. De universiteit draagt daarbij de verantwoordelijkheid om die vrijheid te laten passen binnen de kaders van de vastgelegde onderwijs- en onderzoeksprogramma’s.’ Ja, vast, denk ik. Mij is vrijheid geboden bij het vormgeven van dit blok. En ik heb de studenten ook enigszins vrij gelaten in de manier waarop ze de theorie konden toepassen.

Punt 4 kost me meer hoofdbrekens: ‘De code heeft tegelijkertijd als uitgangspunt dat de universiteit een samenwerkingsverband is van diverse bij de universiteit betrokken partijen. De belanghebbenden zijn werknemers en studenten, maar ook de overheid, maatschappelijke groeperingen en het bedrijfsleven. Integer handelen door iedere wetenschapsbeoefenaar is een essentiële voorwaarde voor het stellen van vertrouwen in de wetenschap door belanghebbenden. Integer handelen is de steunpilaar waarop goede wetenschapsbeoefening rust.’

En dan valt het kwartje. Eureka!, de 21 studenten uit het effectieve biomedisch communicatieblok hebben de abstracte kloosterregel over integriteit kleinschalig in de weerbarstige praktijk gebracht. De les: wie met open vizier de confrontatie aangaat, zet een integer stapje vooruit. Zoals Freud in zijn Droomduiding Vergilius instemmend citeert: Als ik de goden niet op mijn hand kan krijgen, zal ik de onderwereld in beroering brengen. Moedig voorwaarts.

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!