Welters’ weemoedige wereld: echte honden
De pluizige hond van mijn schoonzus keek me afgelopen vrijdag droefgeestig aan. En kotste vervolgens vlak voor mijn voeten een schuimige prop halfverteerde hondenbrokken van een A-merk. Maar is mormel Chipie daarmee een cynicus?
Het cynisme, die prettig realistische denkstroming, is historisch terug te voeren op de Cynosarges, de hondse school, het gymnasion waar Antisthenes, de stichter van de school, zo’n 400 jaar voor de geboorte van de oerhippie zijn bijeenkomsten hield. Met dat honds bedoelden de cynici op de wijze van de honden’, primair, basaal, zonder omhaal. Twee andere beroemde gymnasia uit die tijd waren Plato’s academie en Aristoteles lyceum. Gymnasion is overigens van ‘gymnos’, wat ‘naakt’ betekent. Vrije heren voerden daar namelijk niet alleen diepgravende dialogen van meer dan 14 tekens, maar sportten er ook, piemelnaakt. (En deden vervolgens nog wat intieme dingen met al snel niet meer argeloze knapen waar later kloosters voor werden uitgevonden.)
Hoop vs. nuchterheid
Onze maatschappij laveert voortdurend tussen romantische hoop en cynische nuchterheid. Prachtig, zegt de een, die stoute Kadhaffi is dood, lang leve de Arabische twitter-lente. Pas maar op, zegt de ander, de rivaliserende stammen schieten elkaar nu al door de knieën in naam van de almachtige. Zie je wel, zegt de een, de mensen zijn het grote graaien beu. Hier en daar wordt de tot voor kort nog volstrekt verguisde Marx zelfs weer voorzichtig afgestoft. Lang leve de Occupy-beweging. “Onzin, ze hebben een doel: net zoveel verdienen als de topbankiers. Maar omdat het bescheiden jongens en meisjes zijn, nemen ze ook met de helft genoegen”, aldus Arnon Grunberg.
Of anders wel de plagiaatdiscussie zoals die in de verse VOX naar aanleiding van Stapel-Vonk-kwestie staat beschreven. “Ik stond er niet bij stil dat het fraude was”. Zegt de gesnapte student Rechten. “Ik heb wel de indruk dat er een groep studenten is die wat eerder verbaasd is dat het schrijven van een essay niet gelijkstaat aan het copy-pasten uit teksten van anderen”, verzucht Daniël Wigboldus, directeur van het onderwijsinstituut Psychologie en Kunstmatige intelligentie.
‘Beetje dom’
We willen zo graag geloven dat de mens in wezen goed is, hooguit soms een ‘beetje dom’, naar een term van een dochter die misschien wel echt geen idee had van wat er boven open zee met die met vluchtelingen volgepakte vrachtvliegtuigen gebeurde.
In Chipies goudeerlijke hondenkop komt het niet eens op zich schielijk uit de voeten te maken. Of, erger nog, om de poes de schuld te geven. Die gaat gewoon naast zijn plaat kots je dommig en berouwvol aan zitten kijken. Dat zouden mensen ook eens wat vaker moeten doen.