Welters’ weemoedige wereld: Stuurloze ethiek

14 mei 2012

‘Ethiek ligt bij jezelf en het zou goed zijn als daar in het onderwijs veel vaker bij zou worden stilgestaan.’ Dit betoogde hoogleraar bestuurskunde Michiel de Vries afgelopen vrijdag plenair tijdens de week van de ethiek aan zijn faculteit managementwetenschappen. Immers, ‘van de onderzoeksvraag tot de keuze van het theoretisch kader”, bij elke tussenstap krijgen wetenschappers te doen met ethische vragen. Dus moet er elk college op enigerlei wijze aandacht zijn voor ethiek. De Vries: ‘Nu wordt ethiek gekidnapt door filosofen die doen alsof je eerst Derrida, Kant en Plato gelezen  moet hebben voordat je over ethiek kunt praten.’ Wat Derrida betreft heeft De Vries zeker een punt. Die heeft niets in de melk van de wijsgerige ethiek te brokkelen (en heeft verder trouwens ook weinig om het filosofische lijf). Van Immanuel Kant zou je op zijn minst moeten weten dat hij de geestelijke vader is van de zogeheten ‘deontologie’ of ‘plichtsethiek’: Iets wat slecht is, is altijd slecht. Zelfs al is de uitkomst goed – een martelinkje om bestwil. Of zoals de openingszin Grundlegung zur Metaphysik der Sitten (1785) luidt: ‘Het is geheel en al onmogelijk om in de wereld en zelfs ook daarbuiten iets te bedenken dat zonder restrictie voor goed gehouden kan worden, behalve dan een goede wil’. En natuurlijk ’s mans beroemde ‘categorische imperatief’: je moet handelen op de manier waarvan je zou willen dat iedereen zo zou handelen. In plaats van die warrige Derrida zou je als bestuurskundige in de dop wellicht beter iets tot je kunnen nemen van utilitaristen als Jeremy Bentham of John Stuart Mill. Anders dan de vrome Kant vinden die namelijk wel dat het doel de middelen alleszins heiligt. Dat wat goed is, staat gelijk aan dat wat het grootste geluk brengt aan het grootste aantal mensen: The greatest happiness principle. Waarbij een atoombommetje om een groter onheil te keren dus gewoon geoorloofd is. Wat Plato betreft, van die voorchristelijke goede man mag je onthouden hij al rept over de kardinale deugden: moed, rechtvaardigheid, wijsheid en gematigdheid. Maar voor een systematische uitwerking van de deugdethiek kun je beter terecht bij tijdgenoot Aristoteles. Temeer daar die allesweter nastrevenswaardige karaktereigenschappen verbindt aan een telos, een doel: eudaimonia, dat ik graag in het in het onderhavige geval net iets welluidendere Engels omzet: human fluorishing. De Vries suggereert dat elke afzonderlijke wetenschapper zelf wel weet wat goed en slecht is en dat het paternalistisch aan de orde stellen van kwesties rondom goed en slecht op zichzelf voldoende is. De wijsgerige ethiek laat mooi en theoretisch zien dat er grofweg drie systematische grondvormen van ethiek zijn. Voor de concrete Nederlandse politiek heb ik weinig morele hoop. Bestuurskundigen in wording gun ik echter een beter wijsgerig ethisch weten.

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!