Middelbare scholieren weten de UB goed te vinden in examentijd: ‘Er is minder afleiding dan thuis’
-
De computerzaal op archiefbeeld. Foto: Johannes Fiebig
Het kan deze dagen voller in de UB zijn dan normaal. Middelbare scholieren studeren in de maand mei namelijk massaal voor hun eindexamens. En een aantal van hen doet dat op de campus.
Elk jaar is het weer raak: in de maand mei stroomt de Universiteitsbibliotheek (UB) vol met niet alleen de gebruikelijke studenten, maar ook met middelbare scholieren. Je herkent ze bijvoorbeeld aan de Binas die op tafel ligt – een naslagwerk die op middelbare scholen gebruikt wordt voor de vakken biologie, natuurkunde en scheikunde. Ook liggen er schriften en markeerstiften over de tafel verspreid.
Van 9 tot en met 26 mei vinden namelijk de eindexamens van het voortgezet onderwijs plaats. En de UB blijkt een gewilde plek om daarvoor te leren.
Geen last van broertjes of zusjes
Zo studeert ook Hanna* (17) van het Stedelijk Gymnasium Nijmegen bijna elke dag op de campus voor haar eindexamens. ‘In de UB is het stil en er is veel plek om te leren. En er is minder afleiding dan thuis’, zegt ze.
‘Thuis zijn je broertjes, je zusjes en ouders er. Dan kun je niet rustig leren.’ En andere openbare plekken zijn ook niet ideaal. ‘In de bieb in het centrum zijn er veel mensen om boeken te lenen of te lezen, dat is toch een hele andere sfeer.’
Commentaar op haar aanwezigheid krijgt ze niet, maar toch voelt ze zich niet altijd op haar gemak als ze in de UB zit. ‘Soms voel ik me net illegaal. Dan vraag ik me af of ik hier wel mag zijn.’
Weinig ruimte
Ook scholieren die nog geen examens doen, zijn op de campus te vinden. Evi* (17) van de NSG, doet pas volgend jaar haar eindexamen. Toch zit ze regelmatig in de UB. ‘Vooral in de toetsweken zit ik er vaak’, vertelt ze. ‘Dan ga ik met vriendinnen in één van de groepsruimtes zitten. Het is fijn dat je ruimtes hebt waar je met meerdere mensen kunt zitten en praten.’
‘Je moet ze wel in de gaten houden. Ze zijn soms wat luidruchtiger’
‘Op school of in de bibliotheek in het centrum moet je eerder weg of is er weinig ruimte’, gaat ze verder. ‘De UB is in de weekenden open, heeft latere sluitingstijden en is erg groot. Dus er is altijd wel plek.’
Frank de Kiefte, portier bij de UB, ziet de scholieren de hele dag naar binnen en naar buiten komen. ‘En het worden er elk jaar meer’, zegt hij. ‘Je moet ze wel in de gaten houden. Ze zijn soms wat luidruchtiger. Dan zijn ze bijvoorbeeld aan het lachen of zingen. En in de avond bestellen ze massaal pizza. Dan staan er allemaal bezorgers met scooters voor de deur.’
Iedereen welkom
Studenten lijken weinig problemen te hebben met het delen van hun studieplekken. ‘Ik heb er geen last van’, zegt Simone*, studente filosofie. ‘Het is drukker, maar nog steeds stil en rustig.’
De Kiefte staat, ondanks dat hij wat alerter moet zijn, positief tegenover de komst van de scholieren. ‘Het is een openbare ruimte. Iedereen mag hier komen’, zegt hij. ‘Als ze lawaai maken of eten mee de zaal in proberen te nemen moet ik ze af en toe waarschuwen. Meestal luisteren ze wel. En doen ze dat niet, dan is het spullen pakken en wegwezen.’ Maar storend vindt hij het niet. ‘Iedereen is van harte welkom. Zolang ze zich aan de regels houden en gedragen.’
* De achternamen van de geïnterviewden zijn bekend bij de redactie.